In het eerste deel van deze paragraaf is gewezen op twee algemene risico’s waarmee beleggers worden geconfronteerd: volatiliteit en het risico dat u uw financiële doelstelling niet haalt. In dit tweede deel behandelen we factoren die volatiliteit in uw beleggingsportefeuille veroorzaken en laten we u nagaan hoeveel volatiliteit u aan kunt.
Factoren die bijdragen tot volatiliteit
Als u nadenkt over volatiliteit op korte termijn en uw eigen tolerantie, neem dan enkele van de specifieke risico's in overweging die gepaard gaan met beleggen. Beschouw volatiliteit als het bijproduct van risico: als een verborgen risico tot uiting komt, leidt dat tot volatiliteit. Door uw portefeuille te diversifiëren, kunt u de impact van elk van deze risicofactoren echter verlagen en zodoende uw volatiliteit op korte termijn beperken.
Marktrisico. Het marktrisico ontstaat door een blootstelling aan een bepaalde activaklasse of sector, zoals Nederlandse aandelen of technologieaandelen. Het is de dreiging dat de hele markt geld verliest. Dat kan gebeuren als beleggers bijvoorbeeld van mening zijn dat Nederlandse aandelen fors duurder worden verkocht dan hun vooruitzichten rechtvaardigen of dat technologieaandelen als geheel een tragere groei te wachten staat.
Om het marktrisico te beperken, doet u er goed aan om uw beleggingen te diversifiëren in verschillende markten en sectoren. Zo maakt u uw portefeuille minder afhankelijk van één markt.
Bedrijfsspecifieke risico's. Het operationele risico en het koersrisico zijn twee factoren die bijdragen aan de volatiliteit van afzonderlijke aandelen op korte termijn.
Het operationele risico is het risico voor de onderneming als bedrijf en omvat alles dat een ongunstige invloed kan hebben op haar winstgevendheid. Het koersrisico heeft dan weer meer te maken met de aandelen van de onderneming dan met haar activiteiten: hoe duur is het aandeel in vergelijking met de winst, de cashflow of de omzet van het bedrijf?
Om het bedrijfsspecifieke risico te beperken is het goed om een verzameling aandelen te houden in plaats van slechts een aantal.
Economisch risico. Inflatie. Rentetarieven. Economische groei. Veranderingen in deze economische factoren (of zelfs geruchten over veranderingen in deze economische factoren) kunnen leiden tot volatiliteit op korte termijn.
Koop, om het economische risico te beperken, effecten die het goed doen in uiteenlopende economische scenario's. Obligaties en hoogrentende effecten (zoals aandelen van nutsbedrijven), presteren bijvoorbeeld doorgaans zwak wanneer de rente stijgt. Combineer dergelijke beleggingen met beleggingen zonder of met lage rente.
Landenrisico. Of u nu alleen in Nederlandse aandelen belegt, of ook een beetje in Europa of de Verenigde Staten, u stelt uw portefeuille in elk geval bloot aan de risico's van een belegging in dat land. Zo is er het politieke risico, of het risico van een nieuwe regering die het land niet ten goede komt. Vervolgens is er het risico dat de valuta in waarde daalt ten opzichte van andere valuta's.
U kunt twee dingen doen om het landenrisico te beperken. Als u zowel Nederlandse als buitenlandse effecten bezit, beleg dan in een waaier van verschillende markten en niet slechts een paar. Als u uitsluitend in Nederlandse effecten belegt, zorg er dan voor dat uw beleggingen voor hun succes niet te veel afhankelijk zijn van één deel van de wereld. Zorg er bijvoorbeeld voor dat u beleggingen heeft in bedrijven met internationale activiteiten. Die zijn waarschijnlijk veerkrachtiger dan bedrijven met beperktere activiteiten wanneer de Nederlandse economie vertraagt.
Hoeveel volatiliteit kunt u aan?
In de ideale wereld bepalen uw beleggingshorizon en uw doel hoeveel volatiliteit u kunt aanvaarden.
Maar u bent nu eenmaal geen gevoelloze robot die niet op volatiliteit reageert. U bent menselijk. Ga na hoe volatiliteit voor uw gevoel kan verhinderen dat u uw doel bereikt. Vervolgens maakt u waar mogelijk aanpassingen in uw portefeuille om de factoren die tot volatiliteit leiden tegen te werken. Beperk met andere woorden uw risico door te diversifiëren over verschillende markten en bedrijven.
Beantwoord ten slotte deze vragen om uw beleggingsfilosofie over volatiliteit en risico te ontwikkelen.
- Hoeveel verlies kunt u elk jaar van uw portefeuille aanvaarden?
- Hoeveel verlies kunt u aanvaarden over een periode van vijf jaar?
- Hoeveel risico kunt u aanvaarden van uw afzonderlijke beleggingen?
- Hoe bent u van plan om uw verschillende beleggingsrisico's te diversifiëren (marktrisico, bedrijfsspecifieke risico's, economische en landenrisico's)?
- Voor welke risicotest moet een belegging slagen om in uw portefeuille te worden opgenomen?
Ga verder met paragraaf 1.4 Leg een noodvoorziening aan.
Ga naar de inhoudsopgave van deze cursus.