Implicaties van de dalende Chinese vraag naar grondstoffen

Morningstar raadt af om een brede landenallocatie te gebruiken bij het inzetten op de ontwikkelingen van de grondstoffenprijzen. 

Abraham Bailin 12 juni, 2012 | 7:00
Facebook Twitter LinkedIn

In het kort
Morningstar is van mening dat China vandaag de dag op een belangrijke economisch keerpunt is aangekomen. De economie kan het forse groeitempo niet eindeloos volhouden. Met het twaalfde economische vijfjarenplan is de omschakeling van een export- naar een consumptiegerichte economie gestart. Beleggers die in China willen investeren via een indexfonds (ETF) moeten er rekening mee houden dat deze geen blootstelling geven aan de brede Chinese economie. 


Door de aanhoudend sterke groei is China één van de motoren van de wereldeconomie geworden. Het was kenmerkend voor deze trend dat de jaarlijkse reële bbp-groei in China de afgelopen 10 jaar consistent ruwweg tussen 9 en 14 procent lag. Er is echter niet of nauwelijks een economie te bedenken die een dergelijk groeitempo eindeloos volhoudt. Morningstar is van mening dat China vandaag de dag op een belangrijke economisch keerpunt is aangekomen.


De zwakke wereldeconomie betekent dat het traditioneel exportgerichte land veel minder mogelijkheden heeft om de groei uit het buitenland te halen. De meest recente bbp-groei vloeide voort uit investeringen in kapitaalgoederen, maar het lijkt erop dat hieraan inmiddels ook een einde is gekomen. Nu het twaalfde economische vijfjarenplan is aangenomen, wordt de overschakeling naar een consumentgerichte economie officieel gestart. Deze verandering betekent, dat er veel minder behoefte aan grondstoffen zal zijn dan tijdens de sterke infrastructuuropbouw in het land de afgelopen jaren.


Het tij lijkt te keren

Vorig jaar stelde Morningstar's senior securities analyst Daniel Rohr in een rapport dat de bruto-investeringen in vaste activa (gross capital formation of GCF) van 35 procent van het bbp in 2000 waren gestegen tot 50 procent. Deze trend betekent een aanzienlijk lagere impact van de huishoudelijke consumptie op het totale bbp. Hoewel de laatste Chinese economische kwartaalcijfers nog steeds wijzen op forse investeringen in vaste activa, wijzen historisch betrouwbare indicatoren van GCF zoals de staal- en cementproductie op het tegendeel. In een recenter artikel merkt Rohr op, dat de productieniveaus jaar-op-jaar met meer dan 50 procent gedaald zijn.


Het interessante punt hier is niet dat het belang van infrastructuurinvesteringen als groeifactor afneemt. China heeft een snelwegennet gebouwd dat kan wedijveren met dat van de Verenigde Staten. Het land bouwde miljoenen kwalitatief hoogwaardige commerciële en detailhandelspanden die zo duur zijn dat de meeste Chinezen zich deze niet kunnen veroorloven. Op verschillende plaatsen is zelfs sprake van een heuse "Ghost Town". Het opvoeren van het aanbod zonder dat hier vraag tegenover staat, kon niet eeuwig doorgaan. De economische balans zal waarschijnlijk verder verschuiven in de richting van consumentgerichte groei. Merkwaardig genoeg zal deze verschuiving waarschijnlijk aan een daling van de investeringen en niet aan een stijging van de consumptie toe te schrijven zijn.


China's voetafdruk op het gebied van grondstoffen

De verschuiving naar een meer consumentgerichte groei in de toekomst heeft zware gevolgen voor de harde activa waarop China in het verleden vertrouwde voor groei. Het land is logischerwijze uitgegroeid tot de belangrijkste klant voor een aantal grondstoffen. Naast de infrastructuur- en vastgoedhausse waarvoor enorme hoeveelheden industriële grondstoffen nodig waren, heeft China ook 's werelds grootste nationale bevolking. Dit betekent dat ook de vraag naar landbouwproducten en energie gigantisch is. Het verschil tussen de verschillende grondstoffensegmenten is, dat degene die gebruikt worden om te voldoen aan wat mensen dagelijks nodig hebben waarschijnlijk op korte termijn veel minder zullen merken van de veranderingen in China. Bij de industriële grondstoffen is er echter sprake van een totale trendbreuk.


De Chinese vraag naar industriële metalen was de afgelopen tien jaar inherent structureel. Het land zette sterk in op een razend groeitempo dat alleen kon worden bereikt door voortdurende ontwikkeling. De investeringen in kapitaalgoederen waren sterk afhankelijk van metalen als koper en staal. Nu de Chinese investeringscyclus stokt, zal ook de vraag dalen waar de markten voor industriële grondstoffen in ieder geval het afgelopen decennium op rekenden.


Waarschijnlijke slachtoffers

Eerder noemden wij staal als indicator van de stand van zaken in investeringen in kapitaalgoederen. China verbruikt inderdaad aanzienlijke hoeveelheden van het metaal, maar voldoet aan het grootste deel -zo niet de totale vraag- via eigen productie. Om te kijken naar de gevolgen van de lagere investeringen in kapitaalgoederen, moeten we verder teruggaan in de keten. Het klopt dat China het grootste deel van het eigen staalverbruik zelf produceert, maar dat gebeurt met geïmporteerde ijzererts. Het land is al heel lang de belangrijkste importeur hiervan en de impact van de ontwikkeling zal voelbaar zijn in landen als Brazilië en Australië. 's Werelds grootste ijzerertsproducenten zijn het Braziliaanse Vale, Rio Tinto en BHP Billiton.


Koper is het tweede metaal dat waarschijnlijk met een lagere vraag geconfronteerd wordt als de Chinese infrastructuurontwikkelingen sterk achteruitlopen. China heeft een zeer belangrijk aandeel in het wereldwijde koperverbruik en zal naar verwachting in de nabije toekomst bepalend zijn voor de prijsontwikkeling van het metaal. Aangezien koper net als staal en ijzer sterk verbonden is met de gezondheid van de bouwsector, wordt de kopermarkt sterk negatief beïnvloed als er een structurele-vraagfactor wegvalt, zoals kapitaalinvesteringen in China.


Gebruik geen breed gediversifieerd mandje voor een nichepositie 

Voor beleggers die geloven dat er onweer op komst is voor China, lijkt het handig om hierop in te spelen via een groot en bekend ETF of indexfonds voor China, maar ook dat gaat met nadelen gepaard. Over het algemeen bieden China-ETFs en indexfondsen geen blootstelling aan de brede economie. Zij zijn sterk gericht op de grootste bedrijven in het land. Dit brengt aanzienlijke belangen in de financiële sector met zich mee en zodoende inmenging van de overheid.


Neem bijvoorbeeld de FTSE China 25-index, die wordt gevolgd door ETFs van zowel iShares (FXC) als db X-trackers (XX25). De financiële sector is goed voor rond 55 procent van de FTSE China 25, terwijl basismaterialen slechts 12 procent van de index uitmaken. De diversificatie op effectenniveau is ook beperkt, met meer dan 60 procent van de indexkapitalisatie bij de top 10 aandelen. Als u bij "brede" Chinese fondsen blijft, is het beter om aan de MSCI China-index gekoppelde ETFs te overwegen. Deze benchmark houdt de exposure aan de financiële sector beperkt tot rond 33 procent. Amundi (CC1), Source (MXCS), HSBC (HMCH) en ETFlab (EL46) behoren tot de Britse en Europese aanbieders van MSCI China-ETFs. 


Diegenen die hun negatieve scenario willen loslaten op de bredere BRIC-regio, krijgen met vergelijkbare problemen te maken. Eén van de grootste BRIC-ETFs is iShares FTSE BRIC 50 (BRIC). Het heeft binnen zijn categorie de grootste weging in China. Alleen al de drie Chinese staatsbanken zijn goed voor liefst 16 procent van de fondsindex. De meest prominente opkomende economieën drukken een groot stempel op de grondstoffensector. Wij zouden echter afraden om een brede landenallocatie te gebruiken om in te zetten op de ontwikkelingen van de grondstoffenprijzen zelf.


Bezoek ook Morningstar's ETF Center met artikelen over ontwikkelingen op de ETF-markt en ETF-strategieën. De ETF Bibliotheek staat vol artikelen over beleggen in en met ETFs. 


Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Abraham Bailin  Abraham Bailin is an ETF Analyst with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten