High yield obligaties stonden er in het begin van 2011 goed voor. De verwachting dat de wereldwijde economie verder zou stabiliseren en bedrijven verder konden werken aan de kwaliteit van hun balans zou een positief effect moeten hebben op de koersen van hoogrentende bedrijfsobligaties. Het aantal faillissementen zou gaan afnemen en de risicobereidheid van beleggers zou weer toenemen.
Aanvankelijk kwam dit scenario ook uit. De Morningstar-categorie 'Euro High Yield Bond' presteerde over de eerste vijf maanden beduidend beter dan de categorie 'Europe Bond'. De fondsen die belegden in obligaties van mindere kwaliteit behaalden gemiddeld een rendement van 4,95 procent in deze periode, tegenover 0,92 procent voor de categorie die grotendeels belegt in investment grade obligaties. Ook beleggers zagen de kansen in deze asset categorie en zorgden voor een inflow van 8,6 miljard euro, wat leidde tot een groei van het belegd vermogen in deze categorie van 20 procent naar 47 miljard euro per ultimo mei 2011. In iedere maand stroomde er geld naar fondsen die beleggen in high yield obligaties, ook wel junk bonds genaamd.
Draaien
Vanaf de zomer begon het positieve beeld omtrent high yield obligaties echter te draaien en schoten de financiële markten in de veel gehoorde ‘risk off modus'. De problematiek omtrent de schuldencrisis in Europa en het effect daarvan op de wereldwijde economie deed beleggers wegvluchten van alles dat als risicovol werd gezien. Daarbij kwamen ook de zorgen rondom de situatie in het Midden-Oosten, de dreiging van een groeivertraging in China en de toenemende kans op een recessie in Europa.
In de tweede helft van 2011 gaven high yield obligaties hun opgebouwde voorsprong ten opzichte van de kwaliteitsleningen dan ook weer uit handen. Over het tweede half jaar behaalde junk bonds gemiddeld een rendement van -5,86 procent, duidelijk minder dan de categorie Europe Bond, die een rendement van 1,29 procent behaalde in die periode. Over het hele jaar hebben hoogrenderende obligaties met een gemiddeld rendement van -1,20 procent het onderspit moeten delven tegenover de kwaliteitsleningen, die gemiddeld een rendement van 2,22 procent lieten optekenen.
De genomineerden (in alfabetische volgorde):
Aberdeen Global Select High Yield Bond: dit fonds kende na een zeer sterk 2009 en 2010, waarin het tot de beste fondsen in de categorie behoorde, een teleurstellend 2011 waar het rendement van -5,43 procent resulteerde in een plek in het vierde kwartiel. Wat opvalt is het grote aandeel van obligaties zonder kredtietwaardigheidsstempel. Deze categorie bedraagt per januari 2012 bijna 21 procent van de portefeuille. De gemiddelde kredietkwaliteit van de portefeuille is B.
Dexia Bonds Euro High Yield: dit fonds onderscheidt zich doordat het bijna 20 procent van de portefeuille belegt in obligaties die geen rating hebben van één van de grote ratingbureaus. Daarnaast vormen obligaties met een BB en B rating een belangrijk gedeelte van de portefeuille. Het fonds wist in 2011 met een plus van 0,35 procent als enige van de genomineerden een positief rendement te realiseren.
HSBC GIF Euro High Yield Bond: een pluspunt voor dit fonds is de ervaring van beheerder Philippe Igigabel, die sinds 2000 bij dit fonds betrokken is en sinds 2003 de hoofdbeheerder is. Daarnaast wordt hij ondersteund door een uitgebreid team van obligatieanalisten. Het bottom-up proces onderzoekt uitgevers van leningen rigoreus en de beheerder is bereid om tegendraadse posities in te nemen. Het fonds kan onder de leiding van Igigabel bogen op een prima track record en is door onze fondsanalist gewaardeerd met de Silver rating.
Lees ook
Staatsobligaties: rennen naar de uitgang
Genomineerde beleggingsfondsen Morningstar Awards 2012 (per categorie)
Genomineerde beleggingsfondsen Morningstar Awards 2012 (per fondshuis)
Genomineerde fondshuizen Morningstar Awards 2012