Fiat haalde zich begin dit jaar de woede van de Italianen op de hals. Het Italiaanse autoconcern heeft inmiddels een belang van 25 procent in zijn Amerikaanse concurrent Chrysler. Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten zinspeelde Fiat-topman Sergio Marchionne erop, dat binnen drie jaar beide concerns zouden kunnen samensmelten met een Amerikaans hoofdkwartier. En dat, terwijl hij eerder het Italiaanse Fiat-personeel nog op het hard drukte geen direct plan te hebben om Fiat samen te voegen met Chrysler.
Deze opmerking leidde tot furieuze reacties in Italië waar Fiat een nationaal symbool en een van de grootste werkgevers in de private sector is. Het was voor premier Silvio Berlusconi voldoende om Marchionne op het matje te roepen en opheldering te eisen. De verhuisplannen bleken toch niet zo concreet. Prompt maakte Fiat bekend dat het 20 miljard euro gaat investeren in zijn Italiaanse fabrieken. Daarmee moet de productie worden opgevoerd van 650.000 tot 1,4 miljoen auto’s per jaar.
Toch kijkt het autoconcern voor zijn productie ook buiten Italië. In Rusland wil Fiat jaarlijks 300.000 auto’s gaan maken.
Wereldwijd
Het Fiat-concern is bezig om een wereldwijd concurrerende auto-onderneming te worden. Geografische spreiding en een potentieel operationele hefboom verkleint de afhankelijkheid van Fiat van de Italiaanse thuismarkt. Een breed scala aan merken (Fiat, Alfa Romeo, Lancia, Maserati, Ferrari en Chrysler) en modellen voor veel segmenten van de automarkt reduceert de afhankelijkheid van één bepaald merk of model.
Aanwezigheid in veel verschillende delen van de wereld en overheidsprogramma’s om de verkoop van –schone- auto’s te stimuleren zorgden ervoor dat Fiat’s verkoop tijdens de recessie niey volledig instortte. Als marktleider in Brazilië en door samenwerkingsverbanden in Rusland, India en China moet Fiat kunnen profiteren van de sterke vraag naar auto’s in deze landen. Maar Fiat was relatief laat aanwezig in Rusland, India en China en moet daar wel de strijd aangaan met reeds gevestigde concurrenten.
Met Chrysler en Abarth erbij heeft het Fiat-concern 7 automerken in zijn portefeuille waarmee het vrijwel alle modelsegmenten van de automarkt bestrijkt. Voor beleggers betekent meer merken meer uitgaven aan marketing en distributie. Maar het betekent ook dat Fiat minder afhankelijk is van slechts enkele modellen. En Fiat en Chrysler kunnen onderdelen uitwisselen wat kostenvoordeel oplevert. Hierbij moet Fiat wel oppassen dat het zijn merkdifferentiatie, ondanks de gedeelde onderdelen, goed uitvoert en niet het oude General Motors achterna gaat. Bij GM leken de modellen van diverse merken zoveel op elkaar dat de automarkt smalend opmerkte dat alleen het logo op de grille nog onderscheidend was. Een Saab werd ervaren als een Opel met een Saab-logo erop, maar dan wel voor een stevige meerprijs.
Schaalgrootte
De band met Chrysler voorziet Fiat van de nodige schaalgrootte om effectief een gediversifieerde, wereldwijde autoportefeuille op te bouwen. De gezamenlijke productie van Fiat en Chrysler is goed voor een plek in de top 10 van grootste autoproducenten in de wereld. Chrysler heeft toegang tot Fiat’s technologie, onderstellen en aandrijving voor kleine en middelgrote auto’s en andersom kan Fiat gebruik maken van Chrysler’s expertise voor grotere voertuigen.
Ook kunnen beide ondernemingen gebruik maken van elkaars distributienetwerk. Voor Chrysler betekent dit meer internationale exposure en voor Fiat een terugkeer op de Amerikaanse markt, een van ’s werelds grootste markten voor nieuwe auto’s.
Morningstar ziet Fiat’s divisie voor financiële dienstverlening als een integraal onderdeel van de onderneming. Hiermee kan het zelf aan dealers en consumenten financieringsmogelijkheden bieden.
In tegenstelling tot het management van Fiat ziet Morningstar de onderdelendivisie niet als een strategisch onderdeel van het concern. Morningstar ziet het liever als een separaat onderdeel. Hoewel er door de huidige economische omstandigheden vraag is naar zowel nieuwe auto’s als onderdelen omdat mensen hun auto’s langer laten repareren, zijn de resultaten van deze activiteit zeer uiteenlopend.
Daarom is Morningstar bezorgd of het management in staat is om deze divisie op de lange termijn efficiënt te leiden en te laten groeien. Maar het management heeft ook laten zien dat de onderdelendivisie zeer winstgevend kan zijn in vergelijking met Fiat’s autoproductie en concurrerend is met andere Europese onderdelenleveranciers.
Maximaal ondergewaardeerd
Met een koers/fair value-verhouding van 0.46 is het aandeel Fiat momenteel het meest ondergewaardeerd van de autofabrikanten die Morningstar volgt. Het aandeel staat dan ook op 5 sterren: een maximale onderwaardering. Lees het volledige Fiat Aandelenrapport voor een analyse van de concurrentiepositie en bull en bear scenario’s. Bekijk ook de video.
Lees ook
Morningstar analyseert de auto-industrie
Gebrek aan onderdelen speelt Toyota parten
Volkswagen: hard op weg om ’s werelds grootste te worden