Een edelmetaal als goud wordt al lang beschouwd als ‘veilige haven’ en tegen inflatie beschermende belegging, omdat het traditioneel waardevast is. Andere edelmetalen als platina en palladium zijn voor de leek vooral duurdere alternatieven voor het witgoud waarvan verlovingsringen worden gemaakt. Voor beleggers die geïnteresseerd zijn in grondstoffen, is er weinig verschil tussen deze metalen en de andere edelmetalen. Hoewel platina en palladium toegepast kunnen worden in fraaie en duurzame sieraden, is het belangrijk om te weten dat ze vooral in industriële toepassingen worden gebruikt en dat de prijs ervan dus waarschijnlijk schommelt naar gelang de economische situatie.
Van de totale consumptie van platina en palladium over de afgelopen drie jaar, kwam respectievelijk 43 en 52 procent voor rekening van katalysatoren voor auto’s. Voorts wordt platina veel gebruikt in de juweliersbranche, terwijl palladium ook gebruikt wordt voor de productie van keramische condensatoren voor consumentenelektronica. Het is dus geen verrassing dat de prijsontwikkeling van deze twee metalen nauw samenhangt met de industriële productie. Omdat het grote publiek platina en palladium vooral in verband brengt met de waardevastheid van edelmetalen zoals goud, kan de vraag ernaar nog stijgen, terwijl de markt als zodanig daalt.
Platina in vergelijking met palladium
Platina en palladium hebben sterk op elkaar lijkende chemische en natuurkundige eigenschappen. Omdat platina sinds 2004 ongeveer 3 tot 4 maal zo duur is gebleven, wordt palladium steeds vaker als vervanging gebruikt. De afgelopen drie jaar kwam 76,5 procent van het aanbod uit Zuid-Afrikaanse mijnen. Verreweg het grootste deel komt uit het enorme Bushveld-complex.
Over dezelfde periode was 84,4 procent van het aanbod aan palladium afkomstig uit Rusland en Zuid-Afrika. Zodoende hebben maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen in beide landen een grote invloed op de markten voor platina en palladium. Hoewel deze metalen bij stabiele aanvoer een hoge mate van prijscorrelatie tonen, kunnen verstoringen in de aanvoer ervoor zorgen dat deze koppeling verbroken wordt. Een onderbreking in de aanvoer uit Rusland aan het eind van de jaren negentig leidde er bijvoorbeeld toe dat de palladiumprijzen met meer dan 50 procent stegen ten opzichte van die van platina en dat de correlatie -0,8 bedroeg in de jaren 2002-03.
Aan de vraagzijde kan een verstoring van de automobielproductie vergelijkbaar dramatische gevolgen hebben. Wanneer u blootstelling wilt hebben aan deze metalen vanwege hun toepassingen in de automobielindustrie, kunt u waarschijnlijk het best voor platina kiezen. Hoewel palladium een goedkoper alternatief is, hebben fabrikanten het gebruik van platina niet volledig vervangen. Palladium en zelfs zilver worden naast platina gebruikt in de materiaalsamenstelling voor katalysatoren. Het optimaliseren van dit mengsel is onderdeel van een voortdurende inspanning om de kosten te verlagen, maar tegelijkertijd te voldoen aan steeds strengere uitstooteisen. Verder wordt er ongeveer net zo veel platina gebruikt voor sierraden als voor autokatalysatoren. Als de autoproductie terugloopt en de platinaprijzen daardoor dalen, vormen deze lagere prijzen een stimulans voor de sierradenverkoop en dit maakt een deel van het verlies weer goed.
Speculatie op kleine markten
De lancering van ETF Securities Physical Platinum Shares ETF (PPLT) en ETF Securities Physical Palladium Shares ETF (PALL) in januari van dit jaar deed de angst opkomen dat de dynamiek van deze kleine markten ongewild zou worden beïnvloed. Deze fondsen streven naar replicatie van de resultaten op de spotmarkt voor deze metalen en om dit te bereiken geven zij aandelen uit, gedekt door fysiek edelmetaal opgeslagen in kluizen in Londen en Zürich.
Gevreesd werd, dat door beleggers te verlossen van de inefficiëntie en het ongemak verbonden met het transport en de opslag van deze materialen, er een golf van speculatieve beleggingen zou volgen. En waardoor de vraag van de beleggers naar de metalen groot genoeg zou worden om traditionele economisch factoren teniet te doen of te verminderen.
Vanuit praktisch oogpunt lijkt deze vrees gerechtvaardigd. In de eerste plaats: al het platina dat ooit is gedolven zou nog niet een kelder van redelijk formaat vullen. Per jaar wordt er meer dan 17 keer zoveel goud als platina gedolven en het meeste daarvan gaat weer onder de grond zodra het gezuiverd is. Ik wil hiermee zeggen, dat de platinamarkt relatief klein is in vergelijking met die voor andere grondstoffen en zodoende kan nieuwe beleggingsactiviteit van belang zijn voor de prijsvorming. Met een jaarproductie van rond de 130 ton en een prijs van 1.500 dollar per ounce is de waarde van de jaarlijkse productie ongeveer 6,2 miljard dollar.
Gezien het feit dat PPLT in minder dan zes maanden 455 miljoen dollar kon aantrekken, is het duidelijk dat deze ETF dit jaar een belangrijke “verbruiker” van platina is geworden.
Het lijkt erop, dat de introductie van deze ETFs inderdaad een verandering teweeg gebracht hebben op de platina- en palladiummarkten. In december 2009 schommelden de prijzen van platina en palladium vanwege puur economische factoren. De verlaging van de kredietratings van zowel Griekenland als Spanje zorgde voor een uitstroom van in euro luidende activa naar de dollar, waardoor de prijzen van platina en palladium stevig onder druk kwamen te staan.
Ondanks de neerwaartse trend toonde de aangekondigde goedkeuring van de SEC voor de twee Amerikaanse ETFs een hoge correlatie met de stijging van de prijs van beide metalen. Deze trend zette zich voort na de introductie en tot half januari, ondanks economisch relevant nieuws over Russische prognoses van een hoger aanbod en ondanks de verdere stijging van de dollarkoers. Het is dus duidelijk, dat de belangstelling van de beleggers direct van invloed was op de dynamiek in deze kleine markten, maar in de nabije toekomst kan deze invloed wel eens heel wat minder zijn dan verwacht.
Hoewel ETFs met fysieke aandelen in platina en palladium een nieuwe ontwikkeling zijn voor de VS, zijn gelijksoortige producten in Europa al sinds 2007 op de markt. Ook na de invoering in Europa waren er dergelijke opwaartse trends waar te nemen, naarmate de hindernissen voor de vraag werden gereduceerd. Kort daarna echter reageerden de spotprijzen sterk op de prognoses van een grotere aanvoer, negatieve verwachtingen voor de autoproductie en een sterkere dollar, waardoor bleek dat de traditionele factoren nog steeds grotendeels bepalend waren voor de markt in platina en palladium. De vraag van beleggers in platina en palladium is de afgelopen drie jaar goed geweest voor respectievelijk 5,9 en 5,3 procent van de totale vraag. Hoewel wijzigingen in de vraag van de beleggers van invloed zullen zijn op de markt voor deze metalen, is het vooralsnog waarschijnlijk dat de vraag van de automobielsector en de industrie als geheel, die lang niet zo speculatief is, de bepalende factor zal vormen.
Welk beleggingsvehikel werkt het best?
Beleggers met sterke fundamentele overtuigingen over de aan deze metalen gerelateerde sectoren kunnen overwegen te beleggen, maar waarom in fysieke aandelen? Er zijn globaal drie methoden die fondsen kunnen gebruiken om blootstelling te bieden aan grondstoffen, hoewel deze blootstellingen niet noodzakelijkerwijs gelijk zijn.
De eerste methode is om blootstelling aan grondstoffen te verkrijgen door aandelen te kopen van bedrijven die zich bezighouden met de productie en het gebruik van een specifieke grondstof. First Trust ISE Global Platinum Index (PLTM) hanteert deze aanpak door posities aan te houden in bedrijven betrokken bij het delven, raffineren en produceren van platina. Deze route biedt beleggers een belang in de betreffende bedrijven, maar brengt ook een concentratierisico van het fonds met zich mee (regionaal, aandelenspecifiek, sectorspecifiek enzovoorts.), mogelijke liquiditeitsproblemen en blootstelling aan activiteiten buiten het gebied platina. Deze kunnen van belang zijn voor het bedrijf waarin wordt belegd; Johnson Matthey bijvoorbeeld maakt 7,55 procent van het fonds uit, maar is ook actief in de raffinage van goud en zilver.
De tweede methode is te beleggen in een fonds dat de toekomstige prijzen van de grondstof volgt. IPath DJ-UBS Platinum TR Sub-Index ETN (PGM) en UBS E-TRACS Long Platinum TR ETN (PTM) zijn gestructureerd als op de beurs verhandelde notes die futurescontracten voor platina volgen. Naast het feit dat dit beleggers blootstelt aan het kredietrisico van de aanbieder, zullen de resultaten van de notes onderhevig zijn aan fluctuaties op de futuresmarkt. Zowel de platina- als de palladiummarkten fungeren als normale carry-markten en dit wil zeggen dat ze zich in contango bevinden. Dit houdt in, dat de futurescontracten duurder zijn naarmate de looptijd langer ligt. Tegen het einde van de looptijd, zullen de contracten aan waarde verliezen en de erop volgende maand zal een verlies opleveren.
Door de derde route, een positie in fysiek gedekte grondstoffenfondsen zoals (PPLT) en (PALL), verkrijgen beleggers een rechtstreekse blootstelling via de spotmarkt. Aandelen vertegenwoordigen een klein deel van de fysieke grondstof en alle prijsschommelingen zijn volledig representatief voor de vraag en het aanbod op de markt.
Alle voorgaande opties houden zich uitsluitend met platina bezig. PALL is momenteel het enige op de beurs verhandelde vehikel in palladium in de VS. Voordat beleggers zich op een van beide markten begeven, dienen zij zich ervan bewust te zijn hoe verweven deze met elkaar zijn.
Platina en palladium zullen vanwege de wijd verbreide koppeling met “edelmetalen” hun waarde deels behouden bij een dalende dollar, maar in mindere mate dan goud. Daarnaast kunnen er natuurlijk prachtige ringen van worden gemaakt. Het is in ieder geval belangrijk om inzicht te hebben in de belangrijke effecten die de industriële vraag speelt vóór een positie aan te schaffen in een van deze beide metalen.