Alle beleggers dromen ervan ooit een grote slag te slaan, misschien door een technologieaandeel te kopen dat het helemaal gaat maken, of door op de trein te springen van een boomende buitenlandse markt. Helaas zijn een geslaagde aandelenselectie en timing zelfs voor de meest door de wol geverfde beleggingsprofessionals allerminst vanzelfsprekend. Gelukkig hangt het langetermijnrendement van uw beleggingsportefeuille meer af van andere factoren, waar u wel een zekere controle over kunt uitoefenen. Na de impact van de vergoedingen heeft de activaspreiding de grootste impact op het rendement van uw beleggingsportefeuille, en het is een relatief eenvoudig in de praktijk te brengen concept dankzij de Exchange-Traded Funds (ETF’s).
De basisgedachte achter de activaspreiding is dat binnen elk tijdsbestek sommige activaklassen zullen dalen terwijl andere stijgen – maar niemand kan met zekerheid voorspellen welke klasse wat zal doen. Waar het op neerkomt, is dat u niet moet proberen te raden waar u uw geld het beste kan plaatsen, maar wel om uw portefeuille zo te spreiden dat u wel een vinger hebt in elke haussemarkt, zonder ooit de volle lading van een baissemarkt over u heen te krijgen. Een dergelijke activadiversificatie vermindert het risico van grote verliezen, zonder veel te moeten opgeven inzake verwachte langetermijnrendement. Psychologisch gesproken zal het vasthouden aan een doordachte activaspreiding u helpen om niet te verkopen na een sterke daling, zowat de slechtste zet die een belegger kan doen; vraag maar aan hen die uit de aandelenmarkt stapten aan het einde van 2008 en de reuzenrally van verleden jaar aan hun neus zagen voorbijgaan. Aangezien de meeste ETF’s passieve beleggingsinstrumenten zijn die er alleen naar streven het rendement van een bepaalde activaklasse te volgen, zijn het prima bouwblokken voor de samenstelling van uw portefeuille.
Er zijn drie belangrijke redenen waarom ETF’s wellicht uw beste gereedschap zijn voor activaspreiding en -herverdeling: lage kosten, transparantie en toegangkelijkheid. De jaarlijkse vergoedingen van de ETF's vallen doorgaans heel wat lager uit dan die van de traditionele actief beheerde fondsen. Bovendien weet u precies waar u aan toe bent met een ETF, dankzij de voortdurende zichtbaarheid van de onderdelen van de benchmark. ETF’s bieden ten slotte ook de mogelijkheid om te beleggen in voorheen moeilijk bereikbare activaklassen, zoals edelmetalen en andere grondstoffen, en in de opkomende markten.
Het grootste voordeel van de activaspreiding is de verschuiving/herverdeling van activa van oververhitte activaklassen naar klassen die nu nog niet in trek zijn, wat zowel het rendement kan opvoeren als uw portefeuillerisico kan terugdringen. We kunnen het positieve effect van een herverdeling illustreren aan de hand van een eenvoudig voorbeeld: een hypothetische portefeuille met twee grote activaklassen, gelijk verdeeld over drie regionale aandelenindices en een wereldwijde obligatie-index. Voor de vertegenwoordiging van een ruim scala aandelen gebruiken we de STOXX 50 Total Return Index voor Europese large-cap bedrijven, de S&P 500 Total Return Index voor Amerikaanse large-cap bedrijven, en de MSCI Emerging Markets Gross Return Index voor large-cap bedrijven van de opkomende markten. Voor de obligaties gebruiken we de Barclays Capital Intermediate Global Total Return Index. Om toegang te krijgen tot de rendementen van deze indices, kunnen de beleggers kiezen uit talrijke ETF’s.
We gingen uit van een termijn van 20 jaar voor onze hypothetische portefeuille, van het begin van 1990 tot het einde van 2009, met omzetting in Britse pond. Dit is een representatieve periode, ze omvat zowel hausse- als baissemarkten, en vormt zo een prima illustratie van de kracht van diversificatie. De best presterende index in de loop van die twintig jaar was de S&P 500, met een jaarlijks rendement van 14,2%, zelfs na het magere afgelopen decennium, omdat de jaren 90 een schitterende periode waren voor de aandelenmarkten. Dat de obligatie-index met een jaarlijks rendement van 6,9% de hekkensluiter was, hoeft bij zo’n lange termijn geen verbazing te wekken.
Een correct gebalanceerde portefeuille zal niet zomaar gelijk over deze vier indices gespreid worden, al was het maar omdat dit een agressieve, aandelenzware portefeuille oplevert met een grote exposure aan de opkomende markten, maar als illustratie werkt deze hypothetische portefeuille prima. Na twee portefeuilles gelijk over elk van deze indices te hebben verdeeld, maken we van de ene een strikt kopen-en-houden portefeuille, terwijl de andere elk jaar herverdeeld wordt om terug te keren naar de oorspronkelijke mix.
Twintig jaar zijn voorbijgegaan, en de kopen-en-houden portefeuille heeft zijn belegger elk jaar 10,6% rijker gemaakt, een beter resultaat dan drie van de vier indices. Hoewel de uitstekende prestaties van de S&P 500 in de jaren 90 halverwege de race deze portefeuille een grote voorsprong had bezorgd, bleek de herverdeling uiteindelijk toch een betere zet te zijn geweest, aangezien de tweede portefeuille aan de finish jaarlijks 11,4% had opgeleverd. Dat klinkt misschien niet zo spectaculair, maar vergeet niet dat die 80 extra basispunten rendement, samengeteld over 20 jaar, de aanvankelijke belegging van onze hypothetische portefeuille met meer dan 100% zou hebben opgetrokken! Wanneer rendement herbelegd wordt, tellen alle beetjes.
Hoewel een directe belegging in de S&P 500 een hoger rendement zou hebben opgeleverd dan de verschillende gediversifieerde portefeuilles, mag een belegger niet blind zijn voor de risico’s bij het beoordelen van beleggingsmogelijkheden. Gebruik makend van de standaardafwijking van het rendement als proxy voor het risico, vielen onze beide hypothetische portefeuilles minder volatiel uit dan de drie aandelenindexen, waarbij de herverdeelde portefeuille de kopen-en-houden portefeuilles dan nog achter zich liet. Op naar risico aangepaste basis kan je moeilijk beter af zijn dan met een strikte activaspreiding met geregelde herverdeling.
Natuurlijk gebeurt het niet zo vaak dat iemand aan flinke smak geld belegt en er dan nooit meer iets aan toevoegt. Ter weerspiegeling van de extra opbrengsten wanneer beleggers hun portefeuille aandikken, hebben we twee andere hypothetische portefeuilles gecreëerd, elk met een maandelijkse inleg van 1% van de oorspronkelijke belegging. Ook nu gingen we voor een kopen-en-houden portefeuille en een portefeuille die zich elk jaar weer gelijk over de vier indices spreidt. Net zoals in ons vorige voorbeeld zal ook hier de belegger die jaarlijks herverdeelt in zijn nopjes zijn, omdat zowel het rendement als het risico gunstiger uitvallen dan bij de kopen-en-houden strategie.
Het zal duidelijk zijn dat beide voorbeelden overgesimplificeerd zijn: zo hielden we geen rekening met de transactiekosten, belastingen of andere belangrijke factoren. Toch denken we dat hiermee wel duidelijk is geworden dat op lange termijn de activaspreiding, inclusief een geregeld herverdelingsprogramma, een krachtig instrument is voor de beleggers. ETF’s kunnen in dat kader een waardevolle hulp bieden, gelet op de talrijke en uiteenlopende ETF-opties in alle grote activaklassen, zoals vastrentend, aandelen, contanten, grondstoffen, vastgoed en valuta’s.
Ondanks deze voordelen van ETF’s zijn ze niet altijd even ideaal voor alle beleggers in alle situaties. Hun grootste nadeel zijn misschien wel de transactiekosten waarmee het kopen of verkopen van ETF’s gepaard gaat. Net zoals bij het kopen van aandelen, moeten ook bij ETF-transacties makelaarsprovisies en laat-bied-spreads betaald worden. De kosten van het kopen van nieuwe ETF-participaties zouden de herverdelingsstrategie niet voldoende onder druk gezet hebben om de hoger vermelde zuivere kopen-en-houden portefeuille de eerste plaats te bezorgen, maar ze vormen wel een extra uitgavenniveau. Een open-end indexfonds zou waarschijnlijk geschikter zijn voor wie geregeld geld inlegt om te profiteren van de voordelen van het ‘euro-cost averaging’ (periodiek een vast bedrag inleggen). In de Verenigde Staten, ’s werelds grootste ETF-markt, is de concurrentie tussen de makelaarsplatforms zo sterk geworden dat diverse grote makelaars hun provisies voor bepaalde ETF’s volledig geschrapt hebben, en de grootte en liquiditeit van de markt hebben zeer smalle laat-bied-spreads opgeleverd. Over afzienbare tijd zal de concurrentie wellicht ook op andere markten de transactiekosten drukken.
Er is geen 'correct' antwoord voor de activaspreiding, die immers sterk kan schommelen naargelang van de specifieke omstandigheden van de belegger. Leeftijd, risicobereidheid, andere inkomstenbronnen en diverse factoren moeten allemaal meegenomen worden. Het belangrijkste dat beleggers voor ogen moeten houden, is dat zij realistische financiële doelstellingen moeten opstellen, een plan moeten uitstippelen om deze doelstellingen te realiseren en dan vasthouden aan dat plan, ongeacht de ups en downs van de mark.