Het WK voetbal is al weer enkele weken afgesloten en de balans kan worden opgemaakt. Sportief was het voor organisator Zuid-Afrika geen succes. Er werd ook niet verwacht dat Bafana Bafana (het nationale team) de beker omhoog zou houden. Maar voor de lokale economie was het toernooi wel succesvol.
Ter voorbereiding heeft Zuid-Afrika 3,1 miljard euro uitgegeven aan de verbetering van infrastructuur. Volgens het Zuid-Afrikaanse ministerie van Financiën heeft het toernooi zo’n 9,6 miljard euro opgeleverd. Het WK betekende een enorme stimulans voor het consumentenvertrouwen en -bestedingen, het –buitenlandse- vertrouwen in het land en het toerisme.
Verwacht wordt dat de groei van het Zuid-Afrikaanse BBP door het toernooi dit jaar 0,3 procent hoger uitvalt (rond 3 miljard euro) en tussen de 3,1 en 3,4 procent uitkomt. Economen voorspellen niet alleen een eenmalige stimulans van het toerisme met ongeveer 1,7 miljard euro en daarnaast 900 miljoen euro meer aan consumentenbestedingen, maar op basis van de ervaringen van eerdere gastlanden kan Zuid-Afrika de komende tien jaar ongeveer 10 procent meer toeristen verwachten. De belangrijkste erfenis van het toernooi zal echter gevormd worden door de investeringen in de transportinfrastructuur van het land.
Met 64 wedstrijden op negen verschillende locaties waren de wereldkampioenschappen een logistieke uitdaging. Maar na jaren van voorbereiding was Zuid-Afrika er wel klaar voor. De lijst van infrastructuurprojecten in samenhang met het wereldkampioenschap is indrukwekkend: zes nieuwe stadions werden gebouwd en vijf bestaande stadions werden gerenoveerd. 2,1 Miljard euro werd uitgegeven aan verbeteringen van luchthavens, 10,3 miljard euro aan wegenbouw en 1,9 miljard euro aan modernisering van het spoorwegsysteem. Alleen al in Johannesburg werden 30 nieuwe hotels gebouwd en werd er 100 miljoen euro besteed aan nieuwe taxi’s. Al deze investeringen zullen in de komende jaren zorgen voor een hogere productiviteit.
Sterke economie
Het is misschien niet de sterkste voetbalnatie, de Zuid-Afrikaanse economie is wel de sterkste van het continent. Zuid-Afrika wordt nog altijd als een opkomende markt beschouwd en er spelen lastige economische kwesties. Het land heeft echter ook vele voordelen ten opzichte van de buurlanden, waaronder een relatief doeltreffende overheid, een overvloed aan natuurlijke hulpbronnen, een moderne effectenbeurs en nu een transportinfrastructuur van wereldklasse. De hoge werkloosheid, de grote armoede en de hoge graad aan HIV-infecties zorgen ervoor dat de economie het potentieel niet volledig kan benutten.
Zuid-Afrika werd oorspronkelijk gekoloniseerd als handelspost en de latere migratie was vooral gericht op de landbouw. De economie wordt nu gedomineerd door de grote hoeveelheid aan bodemschatten. Veel van Zuid-Afrika’s grootste bedrijven zijn mijnbouwondernemingen en deze industrie is goed voor 18 procent van het BBP. Het land is ’s werelds grootste producent van goud, platina, chroom en mangaan en neemt de tweede plaats in voor de productie van palladium. Deze grondstoffen worden wereldwijd gebruikt, dus een belegging op brede basis in Zuid-Afrika zal correlatie vertonen met de wereldwijde BBP-groei.
Zuid-Afrika indices
Er zijn twee Zuid-Afrikaanse aandelenindices beschikbaar in ETF-formaat: de MSCI South Africa-index en de FTSE/JSE Top 40-index. Beide indices zijn gecorrigeerd voor free-float en marktkapitalisatie en hebben voorzieningen voor minimale liquiditeitsniveaus voor de onderliggende componenten. Hoewel de twee indices veel op elkaar lijken, is er een belangrijk verschil: de FTSE/JSE Top 40 bevat drie mondiale ondernemingen die niet zijn opgenomen in de MSCI-index. Deze drie ondernemingen, BHP Billiton, Anglo American en SABMiller, vertegenwoordigen meer dan een derde van de index.
De grote concentratie van de eerste twee van deze bedrijven zorgen ervoor dat de FTSE/JSE-index veel sterker gericht is op de sector basismaterialen; 42% van de index bestaat uit deze sector, ten opzichte van de MSCI-index die een weging van 27% heeft in deze branche. De op een na grootste sectorconcentratie voor beide indices is in financiële instellingen, met een weging van respectievelijk 22% en 27% procent.
Hoewel op basis van Morningstar-aandelenresearch de transparantie voor de raming van de reële waarde van de onderliggende aandelen groter is bij de FTSE/JSE-index, lijken beide indices dicht bij hun reële waarde te noteren.
ETF kiezen
Vanwege het beperkt aantal beschikbare opties, wordt de keus voor de ETF wellicht gemaakt op basis van de index waar een belegger de voorkeur aan geeft. De jaarlijkse kosten voor deze ETFs zijn vrijwel gelijk. Wanneer de index geen grote rol speelt, zijn andere factoren misschien bepalend voor de beleggingskeuze – of de dividenden al dan niet aan de aandeelhouders worden uitgekeerd of de replicatiemethode van de ETFs, fysiek of via swaps.
Vooruitzichten
In 2006 was Duitsland het gastland voor het wereldkampioenschap voetbal en was er sprake van een sterke stijging van de bestedingen in de detailhandel en de dienstverlening, maar aan het eind van het toernooi keerde de economische activiteit snel weer terug naar de normale niveaus. Economen voorspellen hetzelfde voor Zuid-Afrika en het zullen waarschijnlijk vooral de investeringen in infrastructuur zijn die op langere termijn het meeste voordeel opleveren.
Ondanks het feit dat het succesvolle toernooi de perceptie van Zuid-Afrika in de ogen van de wereld heeft veranderd, wordt het land nog steeds geconfronteerd met enorme uitdagingen, waaronder een werkloosheid van 25 procent, een armoedeniveau dat rond de 50 procent ligt en angstaanjagende statistieken voor geweldsmisdrijven.
Misschien vormt een platina-ETF een nog directere inzet op het succes van het wereldkampioenschap dan een Zuid-Afrikaanse ETF. Zuid-Afrika is goed voor ongeveer driekwart van de jaarlijkse wereldproductie van platina.