Deze kort quiz met vier vragen laat een aantal voorbeelden van cognitieve vooringenomenheid zien die veel voorkomen bij beleggers. Het gaat niet om uw score, u moet vooral aandacht besteden aan de uitleg van elk fout antwoord.
1. Welke van de volgende twee reeksen is waarschijnlijker in een willekeurige steekproef met een aantal keren tossen (waarbij ‘K’ staat voor kop en ‘M’ voor munt)?
A. KMKKK
B. MKMKKK
[A = goed, gefeliciteerd! B = onjuist]
De meeste mensen kiezen instinctief B omdat dit lijkt op een willekeurige reeks tossen vanwege de afwisseling van kop en munt. Het is echter onmogelijk dat dit waarschijnlijker is, omdat de A-reeks een deelverzameling is van de B-reeks. De B-reeks bevat de extra ‘M’ aan het begin, waardoor deze slechts half zo waarschijnlijk is als de A-reeks. Dit is een voorbeeld van conjunction fallacy, waarbij de extra details die aan het scenario worden toegevoegd ons doen denken dat het waarschijnlijker is dat het werkelijkheid wordt.
2. Wat is waarschijnlijker in een willekeurige steekproef van woorden met drie of meer letters in een Engelse tekst?
A woorden die beginnen met de letter ‘k’
B woorden waarin de derde letter een ‘k’ is
[A = onjuist B = goed, gefeliciteerd!]
De meeste mensen kiezen A, eenvoudigweg omdat het makkelijker is om op woorden te komen die met de letter ‘k’ beginnen, zelfs als het zo is dat in werkelijkheid het antwoord drie maal zo vaak B is. Dit is een voorbeeld van heuristische beschikbaarheid, ofwel het vertrouwen op informatie die makkelijker is te onthouden.
3. Stel dat er een zeldzame ziekte is waardoor slechts 100 van de 1.000.000 mensen in de populatie worden getroffen, ofwel 0,0001%. Als onderdeel van een routineonderzoek wordt er bij u een bloedtest gedaan, die in 99% van de gevallen accuraat aangeeft dat u de ziekte heeft, maar die ook in 1% van de gevallen een positieve uitslag geeft, zelfs als u de ziekte niet heeft. De testuitslag is positief: hoe waarschijnlijk is het dat u de ziekte heeft?
A 99%
B 1%
[A = onjuist B = goed, gefeliciteerd!]
Om de waarschijnlijkheid te berekenen dat u de ziekte heeft bij een positieve test, moet u zich voorstellen dat 1.000.000 mensen de test hebben ondergaan. Van de 100 mensen die de ziekte hebben, zal er ook bij 99 een positieve testuitslag komen uitrollen. Maar bij de overblijvende 999.900 mensen die de ziekte niet hebben, is er in 9.999 gevallen ook sprake van een positieve test. Van de 10.098 positieve testuitslagen zal er slechts in 99 gevallen, of ongeveer 1% een accurate vaststelling van de ziekte zijn.
Dit is een voorbeeld van de base rate fallacy, waarbij mensen geen rekening houden met de à-priori-kans wanneer zij de voorwaardelijke waarschijnlijkheid van een hypothese berekenen. Anders gezegd, de meeste mensen negeren het feit dat de zeldzaamheid van een ziekte ervoor kan zorgen dat foutenkans de belangrijkste factor wordt in de hoeveelheid positieve resultaten die er zich voordoen. In dit geval heeft u de ziekte hoogstwaarschijnlijk niet wanneer uw testuitslag negatief is, maar geeft een positieve test alleen aan dat er nader onderzoek moet worden gedaan.
4. Recent werd onderzocht of er een correlatie bestond tussen zonlicht en het rendement op de aandelenmarkt. Deze tabel toont het gemiddelde aantal werkdagen in de maand juli in de afgelopen 20 jaar waarop het in Londen zonnig of bewolkt was en de resultaten van de Londense aandelenbeurs op die dag.
Dagen |
Zonnig |
Bewolkt |
Stijgende aandelenmarkt |
10 |
4 |
Dalende aandelenmarkt |
5 |
2 |
Is er op basis van dit onderzoek bewijs voor een positieve correlatie tussen zonlicht en het rendement op de aandelenmarkt?
A Ja
B Nee
[A = onjuist B = goed, gefeliciteerd!]
Het grote aantal positief-positief dagen, waarop het zonnig was en de aandelenmarkt steeg, heeft de neiging mensen te overtuigen dat er een correlatie bestaat tussen de twee. Wanneer we beter kijken naar de verhouding tussen het aantal dagen dat de markt stijgt ten opzichte van het aantal dagen dat deze daalt, is er een verhouding van 2:1 voor zowel zonnige als bewolkte dagen. Deze voorkeur voor bevestiging doet zich voor wanneer mensen de informatie zoeken die hen in hun overtuiging sterkt en die informatie vermijden waardoor hun overtuiging zou veranderen. Het onderzoek was trouwens helemaal fictief, wat al blijkt uit het onwaarschijnlijk hoge aantal Londense dagen met zonneschijn in één maand!
Inzichten vanuit de gedragseconomie kunnen een betere belegger van u maken
Decennia lang waren financiële theorieën gebaseerd op de veronderstelling dat alle marktdeelnemers rationele beslissingen namen en voor hun eigen belangen opkwamen. Deze simplistische benadering leidde tot inzichten zoals de Moderne Portefeuilletheorie van Harry Markowitz en praktische toepassingen als indexfondsen met hun lage kosten en nauwelijks te overtreffen rendementen. Recente onderzoeken hebben zich gericht op een meer realistische visie op de markt, waarin beleggers vaak irrationeel handelen, aangezien veel economen het gevoel hadden dat het bestaande economische kader niet goed voldeed aan wat zij in de praktijk zagen gebeuren. Je hebt er geen doctorsgraad voor nodig om te zien dat mensen fouten maken.
Op basis van bevindingen van onderzoekers als Daniel Kahnemann en Amos Tversky probeert de gedragseconomie de kloof te overbruggen tussen de neoklassieke economie en de echte wereld door niet langer uit te gaan van de simplistische veronderstelling dat alle beleggers perfect rationeel zijn. In plaats daarvan wordt onderzocht hoe veel voorkomende denkfouten, ook wel cognitieve vooringenomenheid genoemd, van invloed zijn op de markt. Mensen maken tientallen, zo niet honderden soorten fouten bij de beoordeling van de wereld om hen heen. Deze fouten kunnen leiden tot suboptimale beleggingsbeslissingen, die beleggers miljoenen of zelfs miljarden kunnen kosten. Door deze fouten te herkennen, kunt u maatregelen nemen om deze veel voorkomende fouten in uw eigen portefeuille te vermijden.
Typische denkfouten
Een groot deel van de cognitieve vooringenomenheid van beleggers kan in drie brede categorieën worden ingedeeld: waarschijnlijkheidsfouten, oversimplificatiefouten en optimismefouten. In vele gevallen worden fouten gemaakt door een combinatie van factoren.
Waarschijnlijkheidsfouten
Dit zijn geen berekeningsfouten, maar gevallen van vooringenomenheid, waardoor mensen de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis onjuist inschatten (vaak onder stress zoals bijvoorbeeld tijdsdruk). Terwijl ze normaal gezien prima in staat zouden zijn om de juiste waarschijnlijkheid te berekenen. Dit gebeurt vaak wanneer beleggers de juiste timing op de markt zoeken door te kijken naar een grafiek met koersen uit het verleden. Mensen zien instinctief een patroon, terwijl de marktbewegingen feitelijk vaak willekeurige bewegingen laten zien. De tendens om de actuele markttrend te extrapoleren is hieraan nauw verwant. Gezien de grote instroom in fondsen die het afgelopen jaar goed presteerden, is dit een veel voorkomend verschijnsel. Helaas voor deze beleggers is er weinig of geen overeenkomst tussen de best presterende fondsen van het laatste jaar met die van volgend jaar, vanwege het fenomeen mean-reversion.
Oversimplificatiefouten
Mensen moeten vaak snel besluiten nemen, in gespannen situaties, waardoor zijn niet alle informatie kunnen verzamelen die nodig is om het optimale besluit te nemen. In deze situaties vertrouwen we vaak op heuristische of vereenvoudigde denkmodellen waarmee we vaak een antwoord verkrijgen dat voldoet. Dit was een optimale strategie toen de mensheid nog in de Serengeti rondzwierf, maar in de huidige tijd kunnen we erdoor van het juiste pad afraken.
Groepsdenken doet zich voor wanneer mensen naar consensus streven en een vraagstuk niet goed genoeg overdenken om zo misschien tot een ander antwoord dan de groep te komen. Het is duidelijk dat het ontbreken van een onafhankelijk oordeel rampzalig kan zijn bij het beleggen. Kuddegedrag kan leiden tot een terugkoppelcircuit, wat mede het ontstaan van marktzeepbellen en -crashes verklaart. Mensen die de afgelopen jaren onroerend goed hebben gekocht met de bedoeling er flink aan te verdienen, omdat zij zagen dat hun buurman er rijk mee was geworden, hebben zich hieraan bezondigd en hebben de prijs moeten betalen.
Het emotionele filter betekent dat wij verschillende eigenschappen van een enkel idee of ding kwalitatief niet kunnen scheiden. Uit onderzoek blijkt, dat onbekende aandelen die als ‘goed’ werden beschouwd geacht werden lage risico's en hoge rendementen te hebben. Terwijl als 'slecht' beschouwde aandelen naar verwachting hoge risico's en lage rendementen zouden hebben, ondanks het feit dat een van de principes van beleggen is dat hogere risico’s gepaard gaan met een hoger verwacht rendement. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder aandelenanalisten, een groep die toch beter zou moeten weten. Het is interessant op te merken dat de analisten voor bekendere aandelen hoge risico’s wel met hoge rendementen verbonden en omgekeerd. De manier om deze fout te voorkomen is om het voorliggende vraagstuk goed te onderzoeken.
Optimismefouten
Dit heet ook wel ‘de wens is de vader van de gedachte’ en is de tendens dat mensen de wereld door een roze bril bekijken. Experimenten en het dagelijks leven tonen aan, dat mensen zich geestelijk in allerlei bochten wringen om cognitieve dissonantie te vermijden. Het ongemak dat je voelt wanneer er twee tegengestelde gedachten of overtuigingen in je hoofd zitten. Zo zijn rokers net zo bezorgd over hun gezondheid als niet-rokers, maar in plaats van hun gedrag te veranderen, wat moeilijk is, lossen zij dit op door verklaringen als “Ik stop volgende maand met roken” of “Als ik niet doodga aan roken, ga ik wel ergens anders aan dood”. Mensen zijn misschien niet rationeel, maar we rationaliseren wel.
Een soortgelijk principe speelt een rol wanneer een belegger kiest tussen twee beleggingen: onafhankelijk van het erop volgende resultaat, zullen beleggers naderhand redenen vinden om te verklaren waarom zij de juiste keuze hebben gemaakt, en hierdoor kunnen zij niet toegeven dat zij een fout gemaakt hebben en niet hun verlies nemen.
Een andere vooringenomenheid die niet echt verrassend is, is ons bovenmatige zelfvertrouwen. Een geloof in onze eigen bekwaamheden dat veel sterker is dan gerechtvaardigd. Dit leidt ertoe dat beleggers veel te vaak handelen, waardoor niet alleen onnodig hoge kosten ontstaan, maar waardoor zij ook precies de verkeerde beleggingen aankopen en verkopen.
Denkbeeldige dialoog
Een denkbeeldig gesprek over de markt van 2008-2009 kan de vele vormen van cognitieve vooringenomenheid tonen waar beleggers zich schuldig aan maken:
“Ik heb de crash van 2008 al tijden tevoren zien aankomen.”
“Echt? Dat lijkt een beetje op wijsheid achteraf. Het is makkelijk om dat nu te zeggen.
“Nee, echt, ik heb al mijn beleggingen verkocht voordat de markt instortte.”
“Heb je echt alles verkocht, of is het alleen zo dat je ten prooi gevallen bent aan de neiging om je goede besluiten te herinneren en de slecht beslissingen te vergeten?”
“Ja, voor mijn portefeuille is het allemaal goed afgelopen.”
“Volgens mij beoordeel je je beslissingen van toen gewoon op basis van de uitkomst, dat kon je toen niet weten. Trouwens, heb je op het dieptepunt van de markt weer gekocht en nog meer geld verdiend?"
“Nee, die opleving is echt volslagen irrationeel.”
“Nou, dat klinkt mij in de oren als ‘de druiven zijn zuur’!”
“Natuurlijk niet, ik weet gewoon wat ik doe.”
“Haha, volgens mij heb je gewoon overdreven veel zelfvertrouwen.”
Hoewel we allemaal de neiging hebben om de tweede belegger -terecht- een draai om de oren te geven, kennen we waarschijnlijk allemaal wel iemand die uitspraken heeft gedaan zoals de eerste belegger.
ETFs als oplossing
Hoe kunnen beleggers de negatieve financiële impact van deze universele denkfouten voorkomen? Vanwege de grote verscheidenheid aan mogelijke fouten is het onmogelijk ze allemaal te vermijden, maar we kunnen proberen om de impact ervan te beperken door sommige beslissingen niet meer te nemen.
Hoewel de onderliggende redenen variëren, is het symptoom van beleggers doorgaans een te grote handelsactiviteit. Overdadig handelen drijft niet alleen de kosten op, maar uit vele onderzoeken blijkt ook dat beleggers precies op de verkeerde tijd handelen, tegen te hoge koersen kopen en tegen te lage koersen verkopen, omdat hebzucht en angst de overhand krijgen over de logica.
Om dit probleem tegen te gaan, stellen vele brokers en adviseurs u in staat om automatische beleggingsplannen op te zetten, waarmee u maandelijks een specifiek bedrag kunt inleggen, in goede en slechte tijden. Hiermee worden emoties volledig uitgeschakeld en bovendien heeft dit het voordeel dat de koers gemiddeld wordt en u meer aandelen koopt als de prijs laag is.
ETFs zijn ook een geweldig instrument voor vermogensallocatie, waardoor u uw portefeuille beter kunt spreiden en vermijdt speculatief in te zetten op een enkele vermogensklasse of marktsector. Passieve beleggers profiteren van de inspanningen om waarde te identificeren die actieve beleggers leveren, maar zonder de extra kosten daarvoor te dragen. ETFs met lage kosten zijn hiervoor een geweldig instrument.
Dit is slechts een kleine greep uit de vele vormen van cognitieve vooringenomenheid die onderzoekers hebben geïdentificeerd: klik hier voor meer. Door het grote aantal mogelijke vooroordelen is het onmogelijk om fouten altijd te vermijden. Het belangrijkste is, dat u consistent vermijdt om de grootste fouten te maken die u het meeste geld kosten. Wanneer u een plan maakt voor uw portefeuille en u zich daaraan houdt, bent u al een heel eind op weg om uw financiële doelen te realiseren.