De consumentenprijzen in de eurozone zijn in september gestegen met 1,8% op jaarbasis, volgens de flash-schatting van Eurostat, vergeleken met 2,2% in augustus en 2,6% in juli en in lijn met de verwachtingen van economen. De kerninflatie, die de prijzen weergeeft zonder de kosten van energie en voeding mee te tellen, daalde licht naar 2,7%, ten opzichte van 2,8% in augustus en 2,9% in juli.
“Na de piek in de inflatie in juli zullen beleggers blij zijn met een tweede maand van daling op rij, met een inflatie die conform verwachting daalde tot 1,8% in september, de laagste waarde in meer dan drie jaar. De aanhoudende daling brengt ons ook onder het streefcijfer van 2% van de Europese Centrale Bank,” aldus Michael Field, European Market Strategist bij Morningstar.
“De kerninflatie, de maatstaf die volatiele componenten zoals brandstof en voedsel weglaat, daalde ook met 10 basispunten tot 2,7%. Toegegeven, dit cijfer blijft aanzienlijk hoger dan het beoogde inflatieniveau van 2%, maar het gaat in ieder geval de goede kant op,” voegde Field eraan toe. “Nu de inflatie zich lijkt te stabiliseren op of rond het gewenste niveau en de werkloosheid stabiel is, zou de ECB opnieuw bevestigd moeten worden in haar koers. De verwachting was dat er nog één verlaging zou komen voor het einde van 2024, iets wat gezien de cijfers zeer haalbaar is.”
In het voorlopige inflatiecijfer van september zal de grootste bijdrage naar verwachting komen van de dienstensector (4,0%, vergeleken met 4,1% in augustus), gevolgd door voeding, alcohol en tabak (2,4%, vergeleken met 2,3% in augustus), niet-energetische industriële goederen (0,4%, stabiel vergeleken met augustus) en energie (-6,0% vergeleken met -3,0% in augustus), aldus Eurostat.
Grote Europese landen aan kop bij dalende inflatie
Gegevens op landenniveau lieten een daling zien in de meeste economieën van de eurozone. In Duitsland waren de prijzen op jaarbasis slechts 1,6% hoger, tegen 1,97% in augustus, volgens voorlopige gegevens van het Duitse bureau voor de statistiek Destatis die maandag werden gepubliceerd. De kerninflatie wordt echter verwacht op 2,7%, aldus Destatis.
“De kerninflatie in Duitsland is in september opnieuw gedaald, wat de ECB-duiven extra redenen geeft om tijdens de vergadering in oktober opnieuw een renteverlaging te overwegen. Het heeft alles wat de ECB nodig heeft”, zei Carsten Brzeski, Head of Global Macro bij ING, in een toelichting op 30 september. “Op het eerste gezicht is de daling van de nominale inflatie opnieuw het gevolg van gunstige basiseffecten van de energieprijzen. En inderdaad lagen de benzineprijzen in september zo'n 15% lager dan een jaar geleden en de elektriciteitsprijzen zo'n 25%. Op het tweede gezicht wijzen sommige componenten van de inflatiegegevens van de regionale staten echter op een voorzichtige verbreding van de desinflatie,” voegde Brzeski eraan toe.
In Frankrijk daalde de inflatie in september tot 1,2% op jaarbasis, tegen 2,2% in augustus en 2,7% in juli, volgens een publicatie van het statistisch bureau Insee op 27 september.
In Spanje vertraagde de prijsstijging tot 1,5%, vergeleken met 2,2% in augustus, volgens de flashgegevens van het lokale bureau voor de statistiek INE, eveneens op 27 september. In Italië steeg de consumentenprijsindex met 0,7% op jaarbasis (van 1,1% in augustus), volgens de voorlopige ramingen van ISTAT van 30 september.
In Nederland bleef de inflatie op een relatief hoog niveau van 3,5%, volgens het cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek op dinsdag publiceerde, na 3,6% in augustus en 3,7% in juli, vooral gevoed door de diensteninflatie van 5,6% in september als gevolg van stijgende lonen.
Zal de ECB de rente in oktober verlagen?
De volgende ECB-vergadering vindt plaats op 17 oktober en de kans op een verdere renteverlaging is in de afgelopen week sterk toegenomen. Na het verwerken van de inflatiecijfers van individuele Europese landen, “verwacht de meerderheid van de markt een renteverlaging van 25 basispunten in oktober”, zei Olaf van den Heuvel, CIO van Aegon Asset Management, maandag tijdens het Fondsevent van Investment Officer.
Er is “geen reden om te wachten”, schreven analisten van Deutsche Bank dinsdagochtend in een notitie, nadat de Duitse inflatie “een diepere dip liet zien dan we hadden verwacht”. Daarom “versnellen we de volgende renteverlaging door de ECB met 25 basispunten van december naar oktober”, stelden de analisten, eraan toevoergend dat een dergelijke verlaging “de risico's voor het toekomstige inflatietraject beter in evenwicht zou brengen, maar dat de rente nog steeds restrictief zal zijn”.
Ondertussen gaf president Christine Lagarde van de Europese Centrale Bank maandag zelf een hint tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement door te zeggen dat “de laatste ontwikkelingen ons vertrouwen versterken dat de inflatie tijdig zal terugkeren naar het doel” en dat “we daar rekening mee zullen houden in onze volgende monetaire beleidsvergadering in oktober”, zoals Politico meldde.
De analisten van Deutsche Bank zien ook ruimte voor positieve herzieningen van de inflatieverwachtingen van de ECB. “De snellere recente daling maakt het waarschijnlijker dat de ECB haar prognoses in december naar beneden bijstelt en de inflatie eerder dan het vierde kwartaal van 2025 duurzaam naar het doel ziet convergeren,” schreven ze.
De ECB verlaagde de rente op haar depositofaciliteit op 12 september met 25 basispunten naar 3,50%, na een verlaging met 25 basispunten op 6 juni, de eerste verlaging in vijf jaar.