Vorig jaar boekte de S&P Global Infrastructure index een winst van 5,5 procent in euro. Hierbij was het een van de weinige sectoren die in 2022 een positief rendement wist voor te leggen. Echter, over de eerste acht maanden van 2023 verging het deze categorie minder goed met een licht verlies van 1,4 procent terwijl de MSCI World index per eind augustus 14,2 procent hoger noteerde.
Met 29,5 miljard euro onder beheer zijn fondsen die beleggen in beursgenoteerde infrastructuurbedrijven niet de populairste beleggingscategorie onder Europese beleggers, maar het is wel groter dan bijvoorbeeld de indirecte wereldwijde vastgoed categorie (26,6 miljard euro). Opvallend is dat na 26 opeenvolgende maanden van instroom er over de eerste zeven maanden van dit jaar iedere maand geld werd onttrokken uit infrastructuurfondsen, goed voor een totaal van zo’n 2 miljard euro.
Beleggers hebben redenen om beursgenoteerde infrastructuuraandelen op te nemen binnen hun portefeuille. Vooraleerst is er het groei element waarbij infrastructuur structurele trends aangaande de urbanisatie in de opkomende markten tot duurzame energie en digitalisering ondersteunt. Deze thema’s hebben met elkaar gemeen dat ze niet van vandaag op morgen klaar zijn en vaak overheidssteun genieten.
Gezien hun lange termijn karakter zijn infrastructuurinvesteringen vaak minder gevoelig voor de mondiale economische cyclus dan veel andere beleggingscategorieën. Bovendien zijn de bedrijven meestal blootgesteld aan meer volwassen projecten met zichtbare kasstromen die vaak zijn gebaseerd op langetermijncontracten of concessies. Dat maakt hun rendement, zeker in meer ontwikkelde economieën, voorspelbaarder. Ook zien we dat infrastructuurbedrijven vaak (quasi)monopolistische eigenschappen vertonen.
Diversificatievoordelen
Tot slot zijn er ook diversificatievoordelen aan infrastructuur als een activaklasse, al tonen studies aan dat die voordelen vooral betrekking hebben op private eerder dan beursgenoteerde infrastructuur.
Historisch gezien deed deze activaklasse het vooral goed tijdens periodes van hoge inflatie. Dat is logisch aangezien aan inflatie gekoppelde inkomsten een kenmerk zijn van gereguleerde infrastructuurbedrijven. Verder zijn nutsbedrijven doorgaans meer defensief en minder afhankelijk van de economische conjunctuur. Dit werd duidelijk tijdens de COVID-19 pandemie toen hun omzet in tegenstelling tot bijvoorbeeld tolwegen en luchthavens stabiel bleef.
Toch zijn er ook zorgen. Infrastructuurbedrijven moeten namelijk een groter deel van hun omzet uitgeven aan rentebetalingen terwijl een vertragende economie hun inkomsten kan aantasten. Naast financiële, rente en marktrisico’s moeten beleggers alert zijn voor sectorspecifieke uitdagingen zoals fluctuaties in de prijs van grondstoffen en steeds vaker het weer. Ook de regelgeving en politiek (vooral in de opkomende markten) vereisen opvolging.
Top-5
De top-5, gebaseerd op het rendement over het lopende jaar tot en met eind augustus voor de beleggingsfondsen in de Morningstar categorie Aandelen Infrastructuur waarvan een recente volledige portefeuille beschikbaar is, wordt aangevoerd door ATLAS Global Infrastructure dat van Morningstar analisten een Morningstar Medalist Rating van Gold krijgt. Partners Rod Chisholm, David Bentley, Peter Hyde, Matt Lorback en David McGregor zijn allemaal zeer ervaren en vormen het investeringscomité dat de portefeuille positionering aanstuurt.
De beheerders volgen een strikt, goed gedefinieerd en herhaalbaar investeringsproces. De strategie is geconcentreerd in ongeveer twintig aandelen waarvan het merendeel zich binnen het kern infrastructuuruniversum bevinden inclusief (gereguleerde) activa zoals elektriciteitstransmissie en -distributie, luchthavens en tolwegen. Posities worden doorgaans geïnitieerd op 4,5% hoewel dit recent in sommige gevallen is gedaald tot rond de 2,5%. Ideeën met hogere overtuiging zoals Enel SpA, Terna SpA en Edison International nemen soms 7,5% of meer van de portefeuille. Het UCITS fonds behoorde bij de beste van zijn categorie over de laatste vijf jaar.