De teleurstelling bij beleggers was groot toen ABN Amro (ABN) bij de presentatie van zijn tweedekwartaalresultaten geen nieuws gaf over eventuele inkoop van eigen aandelen. Daar hadden beleggers wel op gehoopt en daardoor daalde de aandelenkoers van de bank, terwijl de kwartaalcijfers zelf prima waren.
Juist de banken zijn druk doende om weer aandeleninkoopprogramma's op te tuigen na de lastige periode waarin sommige staatssteun nodig hadden, waaronder ABN Amro waar de Nederlandse Staat nog altijd een belang in heeft. Door de zwakke kapitaalposities, aanwijzingen van toezichthouders en de staatsteun hebben veel banken de afgelopen jaren afgezien van dividenden en aandeleninkoop.
ING Groep (INGA) kondigde in mei dit jaar een nieuw inkoopprogramma aan ter waarde van €1,5 miljard, en bij het cijferseizoen rond de tweedekwartaalresultaten kwamen er meer aankondigingen; HSBC bijvoorbeeld met €1,8 miljard. Klaas Knot, de president van De Nederlandsche Bank, waarschuwde de banken enkele maanden geleden nog voor al te veel enthousiasme bij het installeren van nieuwe inkoopprogramma's. Hij maande tot voorzichtigheid omdat de onzekerheden in het financiële stelsel nog niet zijn verdwenen.
Méér per aandeel
Inkoop van eigen aandelen door een beursgenoteerd bedrijf heel belangrijk voor beleggers, naast het reguliere dividend. Begrijpelijk, want als een bedrijf aandelen inkoopt en van de markt haalt, dan wordt de winst per aandeel vervolgens omgeslagen over een kleiner aantal uitstaande aandelen. Zo gaat de winst per aandeel vanzelf omhoog. En daarmee het uit te keren dividend per aandeel, wat gunstig is voor zittende aandeelhouders.
Maar al die cash die het bedrijf uitstroomt om die aandelen via de vrije markt op de beurs in te kopen, meestal voor vele miljarden euro's, is weg zonder dat er voor het bedrijf een opbrengst voor terugkomt. Die gaat immers naar de aandeelhouders. Dat is leuk voor hen op de korte termijn, maar voor het bedrijf in kwestie verkleint het de ruimte om te investeren met het oog op de lange termijn. Minder investeringen betekent minder (winst)groeimogelijkheden voor de toekomst. Inkoop van eigen aandelen betekent dus allesbehalve waardecreatie; het is eerder vernietiging van waarde door de cash weg te geven in plaats van te investeren.
Zoethoudertje
Waarom zijn beleggers er dan toch zo blij mee? Zij kijken vaak alleen naar de korte termijn. Minder aandelen betekent meer winst per aandeel. Maar de winst zelf wordt kleiner als het bedrijf die weggeeft middels aandeleninkoop. Dan schiet de aandeelhouder er dus niets mee op.
Je zou aandeleninkoop kunnen zien als een zoethoudertje voor aandeelhouders. Maar erger is het als een bedrijf zijn cash weggeeft als het simpelweg geen goede investeringsmogelijkheden ziet. Dat gebeurt weleens als een bedrijf een onderdeel heeft verkocht en dan met de verkoopopbrengst aan de slag gaat. Idealiter investeer je die opbrengst in nieuwe activiteiten of groeimogelijkheden. Soms besluit een bedrijf zo'n verkoopopbrengst uit te keren aan zijn aandeelhouders. Dat heet dan een superdividend. Eigenlijk is dat een teken van zwakte, want het geeft aan dat het bedrijf niet beters weet te doen met zijn geld.
Beleggers die bij het lezen van de kwartaalrapportages van bedrijven azen op zo hoog mogelijke bedragen voor aandeleninkoop, zouden er goed aan doen de blik wat meer op de lange termijn te richten en te kijken op welke manieren een bedrijf zijn geld kan inzetten om écht tot waardecreatie te komen.