Fondsbeleggers deden er in mei een schepje bovenop in vergelijking met april, want de netto-instroom in Europese beleggingsfondsen steeg naar €7,7 miljard ten opzichte van €5,8 miljard in april. De onderliggende beweging was hetzelfde als in de voorgaande maand: een opvallende tegenstelling tussen aandelen- en obligatiefondsen.
Bij de obligatiefondsen beliep de netto-instroom €12,3 miljard, iets lager dan de €14,8 miljard aan instroom van april. Dat was te danken aan zowel actieve als passieve fondsen. Tevens was mei de zevende maand op rij van netto-instroom.
Bij aandelenfondsen ligt het net als in april ingewikkelder. Per saldo stroomde er €1,1 miljard uit deze fondsen. Daarbij moet aangetekend worden dat er een enorm verschil was tussen actief en passief, want actieve aandelenfondsen verloren €6,4 miljard, terwijl passieve aandelenfondsen juist €5,3 miljard konden bijschrijven.
De grootste bleeder over mei waren echter de alternatives met een uitstroom van €2,5 miljard. Dit type fondsen kent al maandelijkse uitstroom sinds april 2022. Verder zaten de grondstoffenfondsen ook in negatief terrein, al kenden binnen die hoofdcategorie wel de edelmetalen een netto-instroom van nieuw vermogen.
Actief versus passief
Er zit opnieuw, net als in april, een flink verschil tussen de insroomcijfers van passief en actief; passieve fondsen boekten een netto-instroom van €13,6 miljard tegen een netto-uitstroom van €4,9 miljard bij actieve fondsen
Bij de obligatiefondsen lieten zowel actief als passief een positieve score zien, maar bij de aandelenfondsen liepen de twee wel uiteen: passief haalde €5,3 miljard aan nieuw geld op, maar actief moest €5,3 miljard prijsgeven.
Het marktaandeel van passief stijgt intussen verder; naar 25,25% per eind mei 2023 tegen 23,23% een jaar eerder.
Groen in opmars
De fondsen die in de SFDR Artikel 8 categorie vallen, kenden een netto-instroom van €1,1 miljard in mei, ongeveer evenveel als de Artikel 9 fondsen in april ophaalden.
De afgelopen maanden waren fondshuizen druk met de implementatie van SFDR Level 2 vereisten die per januari 2023 van kracht zijn geworden. Dat zorgde voor een fikse herijking van hun fondsenaanbod; de strengere regels hebben gezorgd voor een verschuiving in de classificering die er voornamelijk op neerkomt dat veel fondsen zijn verlaagd van Artikel 9 naar Artikel 8.
Instroom op fondscategorie-niveau
De categorie wereldwijde large-cap aandelen gemengd staat voor de derde maand op rij bovenaan. Verderop in het lijstje vinden we EUR staatsobligaties en bedrijfsobligaties. Beleggers komen weer naar obligaties toe nu de renteverhogingen minder hard lijken te gaan, met de Amerikaanse Fed voorop.
In die omgeving en gezien de nog altijd tamelijk hoge onzekerheid omtrent de economische ontwikkeling, zijn de Europese obligatiecategorieën populair.
Uitstroom op fondscategorie-niveau
De top-5 van achterblijvers wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van drie obligatiecategorieën. Korte-termijn obligaties en risicovollere categorieën, zoals opkomende markten obligaties, zijn niet in trek bij fondsbeleggers.
De eerste plek is voor Amerikaanse large-cap waarde aandelen, waarmee mei al de vijfde maand op rij is dat deze categorie te kampen heeft met uitstroom.