Fondsbeleggers zijn huiverig geworden, want na een pas op de plaats in februari na een sterke start in januari laat de maand maart een netto-uitstroom van vermogen uit Europese beleggingsfrondsen zien: er ging €809 miljoen uit. Geen enorm cijfer, maar wel een trendwijziging. Het beeld achter dat cijfer is gemengd, want aandelen- en obligatiefondsen wisten nog wel nieuw vermogen aan te trekken. De pijn zat hem bij allocatiefondsen en alternatives.
Bij aandelenfondsen bedroeg de instroom €3,5 miljard en dat betekent de vijfde maand op rij van netto-instroom. Weliswaar een stuk lager dan in februari, maar wel instroom en dat is belangrijk te beseffen, gegeven het overall-maandcijfer dat uitstroom aangeeft.
Ook obligatiefondsen maakten de vijfde maand op rij van instroom mee, en wel €7 miljard. Net als bij aandelenfondsen ligt het cijfer over maart beduidend lager dan dat over februari.
Allocatiestrategieën en alternatives waren de boosdoeners in maart met uitstroomcijfers van respectievelijk €6,6 miljard en €3,1 miljard. Moderate en flexibele allocatiefondsen werden het hardst getroffen. De categorie allocatie heeft het al langere tijd lastig, want sinds mei 2022 kende deze slechts twee maanden van netto-instroom. Alternatives staan al 11 maanden op rij in de min met de fund flows.
Grondstoffenfondsen deden het juist wel goed met per saldo €814 miljoen aan nieuw vermogen, zowat het dubbele van de instroom in februari.
Actief versus passief
Een volkomen tegengesteld beeld tussen passief en actief in maart, want passieve fondsen boekten een netto-instroom van €21,3 miljard, terwijl actieve fondsen juist ongeveer zoveel moesten prijsgeven: €22,5 miljard. Deze tegenstelling gold voor alle brede categoriegroepen, behalve obligatiefondsen.
Het marktaandeel van passief stijgt intussen verder; naar 24,5% per eind maart 2023 tegen 22,92% een jaar eerder.
Groen in opmars
De fondsen die in de SFDR Artikel 8 categorie vallen, kenden hun slechtste maand sinds oktober 2022 met een netto-uitstroom van €12 miljard erbij in februari, waarbij zowel actieve als passieve strategieën meededen. De Artikel 9 fondsen daarentegen, oftewel de donkergroene fondsen, haalden €649 miljoen aan nieuw vermogen binnen.
De afgelopen maanden waren fondshuizen druk met de implementatie van SFDR Level 2 vereisten die per januari 2023 van kracht zijn geworden. Dat zorgde voor een fikse herijking van hun fondsenaanbod; de strengere regels hebben gezorgd voor een verschuiving in de classificering die er voornamelijk op neerkomt dat veel fondsen zijn verlaagd van Artikel 9 naar Artikel 8.
Instroom op fondscategorie-niveau
De categorie wereldwijde opkomende-markten aandelenfondsen die een maand geleden nog aan kop ging, is in maart gezakt naar de derde plek bij de meestverkochte categorieën. Nu staat de categorie wereldwijde large-cap aandelen gemengd bovenaan. Fondsbeleggers stappen daar weer in vanwege lage waarderingen en omdat ze voorsorteren op aanstaand ecnomisch herstel.
Opvallend is verder dat de twee categorieén voor staatsobligaties, euro en Amerikaanse dollar oom in de top-5 staan, op de plekken vier en vijf.
Uitstroom op fondscategorie-niveau
Beleggers liepen weg bij Amerikaanse large-cap waarde-aandelen, en ook bij Japanse large-cap aandelen. Deze Japan-categorie kampt al vier maanden op rij met uitstroom.
Zoals boven beschreven zijn allocatiestrategieën grotendeels verantwoordelijk voor de overall netto-uitstroom in maart. We komen dan ook op de plekken drie en vier in deze top-5 allocatiecategorieën tegen. De mate van uitstroom is voor deze categorie, die in absolute zin veel kleiner is dan aandelen iof obligaties, behoorlijk fors te noemen.