Wie wordt het volgende Zweden? Europa’s kwetsbare huizenmarkt

De huizenmarkt in Zweden is een van de eersten die in de problemen is gekomen. Stijgende rente in combinatie met veel variabele hypotheken ontwrichten de markt veel sterker dan in Nederland. Morningstar onderzoekt het beeld in heel Europa en kijkt welk land het volgende probleemgeval zou kunnen worden.

Lukas Strobl 06 april, 2023 | 14:18
Facebook Twitter LinkedIn

A controlled burn of houses in rural Sweden

De huizenprijzen in Zweden zijn in 2022 met 15% gedaald; een dramatische ommekeer na een rally van tien jaar, die het land in een recessie dreigt te brengen. Het is misschien wel het enige Europese land dat met een recessie te maken heeft, zoals collega Johanna Englundh van Morningstar in Zweden onlangs schreef. Maar de Zweedse huizenmarkt is niet de enige die in een afgrond staart.

Het Europese statistiekbureau Eurostat maakte dinsdag de huizenprijzen voor heel 2022 bekend en die tonen de eerste prijsdaling van kwartaal-op-kwartaal in de regio sinds 2015. De dalingen deden zich voor in 15 van de 27 EU-landen; vele anderen behaalden nieuwe recordprijzen. Een goed moment dus, om te kijken naar de enorm uiteenlopende situaties op de vastgoedmarkt in de regio.

Sinds de Europese schuldencrisis hebben de vastgoedprijzen een gestage stijging doorgemaakt dankzij de ultralage rentetarieven en de gemakkelijke toegang tot krediet. Nu de tarieven pijlsnel zijn gestegen, blijken de gevolgen voor de huizenprijzen zeer ongelijk verdeeld te zijn. Het blijkt dat de regio grofweg is verdeeld in landen waar hypotheken geheel variabel zijn en landen waar een initiële vaste rente gebruikelijk is.



De data tonen een Europa dat is opgesplitst in twee tegengestelde normen voor hypotheken. Franse en Belgische leners behoren tot de meest geïsoleerde, aangezien hun hypotheken meestal vaste looptijden hebben. In Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk betekenen meerjarige vaste looptijden dat kredietnemers pas met hogere rentes te maken krijgen als hun huidige looptijd is verstreken.

Daarentegen kiezen leners in Scandinavië en Oost-Europa ervoor om vanaf de eerste dag van de looptijd van hun lening de harde (tegen)wind van het monetaire beleid vol in het gezicht te krijgen. Voor de gloeiend hete huizenmarkt in Zweden, gekenmerkt door een lastige betaalbaarheid, was de impact van hogere tarieven direct zichtbaar. 

Geleidelijk versoepelende kredietvoorwaarden door banken die door de crisis getroffen zijn, hebben deze rally aangewakkerd en tevens aanleiding gegeven tot een regiobrede trend waarbij lenen steeg in verhouding tot de koopkracht. Zweden springt eruit, met uitstaande leningen die bijna twee keer zo hoog zijn als het beschikbare inkomen van huishoudens. Het is niet de enige aan de top: vergelijkbare extreme ratio's bestaan ook in Nederland en Denemarken.

Landen die er op deze kaarten negatief uit springen, zijn net als kanaries in een kolenmijn, en we zien de gevolgen zich voor onze ogen ontvouwen: van de 30 landen hebben er 4 te maken gekregen met daling van de huizenprijzen:

  • Denemarken: hoewel leningen met een vaste looptijd de norm zijn en het monetaire beleid van de Deense Nationale Bank voorzichtiger is dan dat van de Eurozone, is de totale hypotheekschuld vele malen groter dan het besteedbaar inkomen van huishoudens
  • Zweden: een perfecte storm van opgerekte betaalbaarheid, blootstelling aan variabele rentetarieven en enorme prijsstijgingen in het voorbije decennium
  • Duitsland: een sterke prijsrally komt samen met een sterk uitdijende hypotheekschuld die salarissen volkomen in de schaduw stellen
  • Finland: voornamelijk variabele hypotheken in combinatie met een ongunstige verhouding tussen leninghoeveelheid en bestedingskracht 

 

De dynamiek van de lokale huizenprijzen is complexer en niet altijd vergelijkbaar, en niet al deze landen staan aan de vooravond van een forse huizenprijscorrectie. De in bijvoorbeeld Nederland en Duitsland gebruikelijke vaste hypotheekvoorwaarden van 10 en 20 jaar zullen de meeste leners beschermen tegen de rentepiek, dus de verkoopdruk zal laag blijven als er geen recessie komt. Ondertussen heeft de voorkeur voor hypotheken met variabele rente in Oost-Europa niet hetzelfde effect gehad als in de Scandinavische landen, waar veel grotere bedragen worden geleend in verhouding tot het gezinsinkomen.

 

Het begin van iets vervelends?

Het derde kwartaal van 2022 was de piek in de Europese huizenprijsindex. Dankzij de gegevens van dinsdag kunnen we nu in kaart brengen waar de prijzen het snelst dalen, en de resultaten komen overeen met de eerdere kaarten over de grootste schuldenlast van huishoudens, kwetsbaarheid voor rentetarieven en de steilheid van eerdere prijsstijgingen.


De echte huizencrisis moet misschien nog komen. Onzekerheid over de banken in de regio die is veroorzaakt door de gedwongen overname van Credit Suisse,  heeft "banken ertoe aangezet om opnieuw te evalueren aan wie ze in de eerste plaats lenen, zowel in termen van andere banken als in termen van klanten", schreef Michael Field, Morningstar's Europese aandelenstrateeg deze week. Een voorspelling van "een aanscherping van de kredietvoorwaarden en een vertraging van de groei van de kredietverlening" kwam zaterdag ook naar voren in de opmerkingen van ECB-vicepresident Luis de Guindos.

Zeker is dat het een ongelijke huizencrisis zou zijn. De nationale vastgoedmarkten van Europa verschillen te veel van elkaar om de regio één parallelle neerwaartse beweging in te duwen, zoals in de Verenigde Staten in 2007 wel gebeurde. Om een idee te krijgen van waar het risico het grootst is, moet u dus letten op tekenen van 'Zweedse toestanden'.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Lukas Strobl  is editorial manager voor de regio EMEA bij Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten