De financiële markten kleurden in november weer aardig groen dankzij een stevige herstelrally. De Morningstar Index voor Europa steeg ruim 6% en die voor de Verenigde Staten klom met 5,5%.
Het optimisme onder beleggers wordt gevoed door de hoop dat de inflatie zo'n beetje de piek heeft bereikt - aan beide zijden van de oceaan. De energieprijzen in Europa kalmeerden enigszins en de prijzen voor grondstoffen en ook de tarieven voor wereldwijd vrachtvervoer kregen wat lucht. Bijvoorbeeld de Baltic Dry Index, de leidende prijsindicator voor het verschepen van goederen over de wereld, is sinds het begin van 2022 met zo'n 17% gedaald.
Onderstaande weergave brengt de prestaties van de twee Europese en Amerikaanse indices sinds het begin van 2022 in beeld. Daarbij moet opgemerkt worden dat beide in euro's worden weergegeven. Daartoe is de Amerikaanse index omgerekend naar de Europese eenheidsmunt. De grafiek laat eens te meer zien hoe volatiel het jaar 2022 tot dusver is verlopen:
Dalende olieprijs door recessievrees
Ook de olieprijs is gedaald onder invloed van de vrees voor recessie en daardoor afnemende vraag vanuit Azië, met name China. In Europa is de consument de laatste weken een stuk goedkoper uit aan de pomp met benzineprijzen die meerdere dubbeltjes per liter zijn gezakt.
De oliemarkt heeft nu te maken met het prijsplafond van 60 dollar per vat voor Russische olie en dat wordt inmiddels al streng gecontroleerd door marktpartijen. De maatregel moet de olie-inkomsten van Rusland aftoppen, zonder meteen een plotse aanbodkrimp te veroorzaken. Onderstaande grafiek illustreert de olieprijs die ten opzichte van de piek flink is gedaald:
Hoop op afnemende inflatie
De prijsdalingen in diverse sectoren temperen de inflatie en de hoop is dat die verder dan dalen. In november is de inflatie in de Europese Unie sterker dan verwacht gedaald; 10% vergeleken met 10,6% in oktober en dat odet vermoeden dat we over de top heen zijn.
Economen rekenen op een gemiddeld inflatiecijfer voor 2022 van zo'n 8%, dat zal dalen naar 6-7% in 2023 en pas later komen we weer in de buurt van het doel van de Europese Centrale Bank (ECB), namelijk 2%. Veel zal afhangen van de ontwikkeling van de energieprijzen. De enorme vraagpiek in aanloop naar de winter is weliswaar voorbij, maar de consensus is dat energie voorlopig zeker niet echt goedkoop zal worden en dat de niveaus die we tot aan 2022 gewend waren, niet snel zullen terugkeren.
Voor de Verenigde Staten verwacht Preston Caldwell, Morningstar's hoofdeconoom voor de VS, dat de inflatie tegen medio 2023 weer in de buurt komt van het doel van 2% dat de centrale banken zichzelf gesteld hebben. Voor de periode 2023-2026 verwacht Caldwell een niveau onder de 2%. De verzwakking van de economie, afname van de consumentenbestedingen en kleiner aanbod van producten en diensten in sommige sectoren zullen het inflatieprobleem volgens de econoom vanzelf oplossen.
Nieuwe rentestappen kleiner?
De scherpe kantjes lijken dus van de inflatie af en dat heeft invloed op de ramingen van economen voor de rentestappen in de komende periode. De ECB zal naar verwachting in december nog een rentestap zetten en die zal volgens economen 0,5% bedragen. Eerder werd ook nog rekening gehouden met de mogelijkheid van 0,75%, maar de jongste inflatiecijfers indiceren dat zo'n grote stap wellicht niet nodig zal zijn.
Ook in de VS staat in december nog een renteverhoging op de agenda. En ook daar is de verwachting dat die kleiner kan zijn dan waar eerder op gerekend werd, vanwege de gunstiger dan geraamde inflatiecijfers. De Fed zinspeelde daar zelf al op. Wat de VS betreft gaan economen er vanuit dat in de loop van 2023 de renteverhogingen zullen stoppen. In het tweede halfjaar, maar misschien al eerder. De Fed heeft al sinds het begin van de renteverhogingen vóórgelopen op de ECB en wellicht is dat bij de afbouw ervan ook het geval.
China versoepelt
Uit het verre Oosten van de wereld komen wisselende signalen. China hield lang vast aan een zeer streng zero-covid beleid met allerhande stevige beperkingen vandien. Maar na verrassend openlijke en massale protesten maakt de Chinese overheid een draai en zijn er versoepelingen aangekondigd. Daar worden uiteraard andere redenen voor gegeven dan de protesten.
Intussen steeg de Chinese aandelenmarkt in november behoorlijk. De Morningstar China Index steeg (gemeten in euro's) in de afgelopen maand met 22%, zo laat onderstaande grafiek zien. Beleggers worden aangemoedigd door de vermindering van de covid-belemmeringen, want die beperketen niet alleen de bewegingsvrijheid van mensen, maar legde ook veel economische activiteit in delen van het land lam, en dat werd steeds meer voelbaar. Onze collega's van Morningstar Asia die kantoor houden in Hong Kong, hebben daarover bericht.
Beleggers op de Chinese beurzen zien dus licht aan het einde van de tunnel. Niettemin zal de Chinese markt naar verwachting voorlopig nog volatiel blijven. Uitschieters omhoog en omlaag tot wel 5% op de beurzen zijn niet ondenkbaar, aldus lokale marktstrategen.