Het is ruim 16 maanden geleden dat de Europese Unie (EU) haar Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) introduceerde, dat vermogensbeheerders voor het eerst verplicht om informatie te verstrekken over de ESG, ofwel milieu (environmental), sociale (social) en bestuurlijke (governance) risico's van hun beleggingen. Ze moeten ook de impact op de samenleving en de planeet beoordelen.
Sinds 10 maart 2021 moeten in Europa verkrijgbare beleggingsfondsen door hun beheerders worden geclassificeerd als Artikel 6, 8 of 9, afhankelijk van hun duurzaamheidsaanpak en -doelstellingen. Onderstaande weergave maakt de classificatie inzichtelijk:
Morningstar's toegewijde ESG-analisten Hortense Bioy en Samiya Jmili hebben de fondsstromen en de marktontwikkelingen omtrent SFDR-gecategoriseerde beleggingsfondsen in het tweede kwartaal van dit jaar in kaart gebracht. Dit zijn hun bevindingen.
Lichtgroen in het rood, donkergroen houdt stand
Vanwege de zorgen bij beleggers over een wereldwijde recessie, stijgende inflatie en de oorlog in Oekraïne, hadden lichtgroene (Artikel 8) fondsen in het tweede kwartaal te kampen met een netto-uitstroom van 30,3 miljard europ, nadat ze in het voorafgaande eerste kwartaal al 2,1 miljard euro hadden verloren. Beleggers bleven echter wel nieuw geld storten in donkergroene (Artikel 9) producten, die een netto-instroom van 5,9 miljard euro optekenden. Onderstaande tabel maakt de fund flows per kwartaal inzichtelijk:
Duurzaam opwaarderen
In het tweede kwartaal gingen vermogensbeheerders door met het opwaarderen van hun fondsen door hun ESG-integratieprocessen te verbeteren of bindende ESG-criteria toe te voegen aan hun beleggingsdoelstellingen en -beleid. In sommige gevallen gingen ze zelfs zo ver dat ze het mandaat van de strategie volledig wijzigden.
In de afgelopen drie maanden hebben 713 fondsen hun SFDR-status gewijzigd, waaronder 696 die een upgrade hebben ondergaan en 16 die een downgrade hebben ondergaan. De overgrote meerderheid (652) die zijn status opwaardeerde, ging van Artikel 6 naar Artikel 8, terwijl 17 fondsen twee stappen tegelijk maakten en opwaardeerden van artikel 6 naar artikel 9. Fondshuizen voelen duidelijk de commerciële druk om zoveel mogelijk fondsen i hun aanbod te hebben die aan ten minste de vereisten van Artikel 8 voldoen.
Alle 16 fondsen die een lagere rating kregen, waaronder 10 van NN Investment Partners en vier PIMCO-strategieën, zijn geherclassificeerd van Artikel 9 naar Artikel 8. Deze herclassificaties zijn het resultaat van een voorzichtigere benadering door de vermogensbeheerders in het licht van recente verduidelijkingen in de regelgeving.
Als gevolg van het grote aantal opwaarderingen en de lanceringen van nieuwe fondsen (183 in het tweede kwartaal), vertegenwoordigen de fondsen van Artikel 8 en 9 nu meer dan de helft van het totale vermogen van EU-fondsen, tegenover slechts een derde een jaar geleden.
Fondshuis NN IP zei in een toelichting dat "nieuwe verduidelijking door de Europese Commissie en toezichthouder AFM duidelijk heeft gemaakt dat fondsen die publiceren volgens Artikel 9 richtlijnen, alleen mogen beleggen in duurzame beleggingen op basis van de definitie die wordt gegeven in SFDR. Deze aanvullende verduidelijking was niet aanwezig toen NN IP begon met SFDR te implementeren, en daarom zijn we nu van plan om de openbaarmakingen bij te werken in overeenstemming met de evoluerende wettelijke richtlijnen." NN voegt hier aan toe dat de herclassificatie geen wijzigingen in de beleggingsprocessen van de fondsen weerspiegelt.
Aangezien regelgevers verdere richtlijnen zullen blijven geven over de implementatie van SFDR, kunnen we verwachten dat in de toekomst meer fondsen zullen worden geherclassificeerd naar Artikel 8, aldus de Morningstar-analisten.
Actief versus passief
Actieve fondsen blijven het SFDR Artikel 8 en Artikel 9 producentlandschap domineren, concluderen de analisten. Passieve fondsen winnen echter terrein in de categorie Artikel 9 en bereikten eind juni 23%, tegen 17,4% zes maanden geleden.
Het grotere marktaandeel voor passieve Artikel 9-fondsen lijkt misschien contra-intuïtief, maar is deels te wijten aan het groeiende aantal omvangrijke indexfondsen en exchange traded funds (ETF's) die EU-klimaatbenchmarks volgen. Dat kunnen bijvoorbeeld op het klimaatakkoord van Parijs afgestemde benchmarks en benchmarks voor klimaatverandering zijn.
Vergeleken met de brede markt
Uit de data van Morningstar komt naar voren dat Artikel 8- en Artikel 9-fondsen beter presteren op ESG-maatstaven dan de rest van het universum. Bijna driekwart van de Artikel 9 fondsen heeft Morningstar Sustainability Ratings van 4 of 5 globes, vergeleken met iets meer dan de helft van de Artikel 8 fondsen.
Artikel 9 fondsen zijn doorgaans ook minder betrokken bij controversiële wapens, tabak, fossiele brandstoffen en ernstige controverses.
De meeste Artikel 8 en Artikel 9 fondsen hebben ook geen blootstelling aan controversiële wapens, tabak, steenkool en ernstige controverses. Echter, slechts minder dan een kwart van de Artikel 8 en Artikel 9 fondsen is niet betrokken bij fossiele brandstoffen. Deze cijfers zijn de afgelopen zes maanden stabiel gebleven, ondanks de energiecrisis en de aanhoudende stijging van de olie- en gasprijzen dit jaar.
Vooral de relatief grotere betrokkenheid bij fossiele brandstoffen van met name Artikel 9 fondsen kan voor sommige beleggers een verrassing zijn. Maar dat komt grotendeels doordat veel van deze fondsen beleggen in zogenaamde transitiebedrijven, dat zijn (grote) olie- en gas- of nutsbedrijven die hun activiteiten in hernieuwbare energie aan het uitbreiden zijn, maar daarnaast nog steeds ook hun oude fossiele-brandstofactiviteiten blijven exploiteren.
Net als bij fossiele brandstoffen heeft slechts een minderheid van de Artikel 8 en Artikel 9 fondsen, om precies te zijn 46%, geen betrokkenheid bij nucleaire energie. In het licht van de opname van kernenergie in de EU Taxonomie voor duurzaam beleggen, is het mogelijk dat beide typen groene fondsen hun blootstelling aan kernenergie gaan vergroten, omdat de taxonomie daar nu ruimte voor biedt.