Wat is alpha? Het is natuurlijk de eerste letter van het Griekse alfabet, maar in de wereld van fondsbeleggen wordt er meestal onder verstaan 'outperformance'. Maar het gaat om veel meer dan alleen dat.
De woorden- en begrippenlijst van Morningstar definieert alpha als 'de effectiviteit van een fonds, gemeten aan de hand van het verschil tussen het werkelijke en het verwachte rendement'. Het genomen risico, ofwel bèta, is daarbij een sleutelfactor.
Het wordt gezien als een scorekaart voor de vaardigheden van fondsmanagers, zo legt de begrippenlijst uit: 'Alpha meet hoe goed een manager aandelen kan selecteren. Een positieve alpha geeft aan dat het fonds beter heeft gepresteerd dan de bèta had voorspeld. Daarentegen betekent een negatieve alpha dat het fonds slechter presteerde dan op grond van zijn bèta werd verwacht.'
Alpha wordt gemeten na aftrek van kosten, en dat is een belangrijke maatstaf voor Morningstar. Dit betekent dat het fonds eerst zijn kosten en risico's moet goedmaken om een positieve alpha te kunnen hebben.
Alpha is nauw verbonden met bèta, de tweede letter in het Griekse alfabet. Bèta meet de volatiliteit van een belegging ten opzichte van een marktindex. Als de index stijgt, zou een fonds met een hoge bèta zelfs nog meer moeten winnen. Het omgekeerde zou ook moeten gelden.
Hoe Alpha te berekenen
Zoek eerst uit hoeveel een fonds en zijn benchmark (op maandbasis) hebben opgeleverd bovenop het rendement van een gegarandeerde risicovrije belegging (hier worden vaak staatsobligaties voor gebruikt). Vervolgens vindt u het verwachte rendement van de belegging door de bèta van het fonds te vermenigvuldigen met het overrendement van de benchmark. De 3-jaars alpha- en bètagegevens worden meestal uitgedrukt als een getal in plaats van een percentage.
Wat u moet weten over Alpha
Een hogere bèta (hoger risico ten opzichte van een index) staat niet noodzakelijk gelijk aan hogere alpha (méér rendement voor dat risico). Een fonds met een hoge bèta kan een negatieve alpha hebben omdat het een hogere hindernis moet nemen om de benchmark te verslaan.
Niet alle alpha's zijn gelijk. Het verschil tussen het werkelijke en verwachte rendement van het fonds is de alpha. Als de alpha positief is, betekent dit dat het fonds het verwachte rendement overtreft. Het kan zijn dat twee fondsen hetzelfde rendement hebben, maar hun verschillende risiconiveaus kunnen toch leiden tot verschillende alpha's.
Alpha is afhankelijk van de bèta. Beide zijn van beperkt nut als een fonds geen hoge correlatie met zijn benchmark heeft. Dit zou de alpha- en bètacijfers onbetrouwbaar maken.
Alpha is niet toekomstgericht en het voorspellende vermogen ervan is verre van gegarandeerd. De hoge alpha van een fonds kan te wijten zijn aan managementtalent, maar het kan ook het resultaat zijn van gelukkig getimede aandelenkeuzes of sectorposities. Elke manager met een weging naar Tesla in 2020 deed het bijvoorbeeld heel goed toen het aandeel met meer dan 700% steeg.
Negatieve alpha is niet altijd slecht. Alpha maakt geen onderscheid tussen underperformance veroorzaakt door slechte aandelenselectie en underperformance veroorzaakt door kosten. Indexfondsen kunnen bijvoorbeeld een negatieve alpha hebben vanwege de kosten die rendement opeten, ook al zijn deze relatief laag. Deze fondsen kunnen nog steeds waardevolle kernbeleggingen zijn.
Enkele eigenaardigheden van alpha
Alle beleggers zullen toch zeker op zoek zijn naar high-alpha-fondsen? Deze leveren immers een hoger dan gemiddeld rendement op, gelet op het risico dat ze nemen.
Hoewel bèta kan worden verklaard door marktrendementen, is alpha het onverklaarde element, de donkere materie van uitmuntendheid in beleggen. Daarom betalen beleggers graag hogere kosten voor actief beheerde fondsen, met name die van 'stermanagers'.
Maar om alpha een betrouwbare maatstaf te laten zijn, moet het in samenhang met bèta worden beschouwd. Het is tevens een wat ruwe maatstaf omdat het geen onderscheid kan maken tussen de oorzaken van ondermaatse prestaties, of dat nu kosten zijn of slecht beheer door het beheerteam.
Omdat beheerders van indexfondsen geen aandelen selecteren, voegen ze niet veel waarde toe of verliezen ze waarde; ze kunnen slecht scoren op een alpha-maatstaf. Maar in absolute termen kunnen ze op de lange termijn consistent beter presteren dan actieve managers.
Alpha is een korte-termijnmaatstaf die in de loop van de tijd kan veranderen. High-alpha-managers lijken misschien genieën, maar ze kunnen ook gewoon geluk hebben. Een positieve alpha van vandaag kan morgen zomaar omslaan in een negatieve.