Als u een belegging aanschaft voor uw portefeuille, dan offert u resultaat op korte termijn op voor winst op de lange termijn. Maar als je terugkijkt, hoe weet je dan of je echt gewonnen hebt? Het enkele feit van een positieve prestatie is niet genoeg. Dat is slechts een begin. Belangrijk om te beseffen in de financiële wereld is dat alles relatief is: als ik 7% rendement maak, terwijl de referentiemarkt 10% stijgt, zou ik niet helemaal tevreden zijn.
In de meeste gevallen besteden beleggers hun tijd aan het beoordelen van rendementen tegen een aangewezen benchmark. Maar dit kan leiden tot een bevooroordeelde vergelijking, waarbij de verkeerde dingen in een verkeerde tijdsperiode worden vergeleken.
Stel je een scenario voor waarin je in een bepaalde periode 7% rendement hebt gemaakt. Was dat een succes? Misschien wel. Maar als we daar ter vergelijking naast zetten dat dit rendement 4% onder dat van het voorgaande jaar lag, 3% boven het gemiddelde van vergelijkbare portefeuilles, 2% boven de inflatie en 1% onder het gewenste rendement. Kunnen we het dan nog steeds een succes noemen?
Voeg daar dan aan toe dat in theorie slechts één asset van alle activa in de portefeuille verantwoordelijk is voor aan het totale rendement. Stel u dan voor dat uw portefeuille meer risico nam dan verwacht door hogere volatiliteit op korte termijn in bepaalde perioden. Is het nog steeds een succes? Moeilijk te zeggen.
Een complex gebied
Dit voorbeeld helpt om de complexiteit van geschikte benchmarking te illustreren. Er zijn veel variabelen, waarvan u sommige kunt controleren: het risico dat u neemt, de middelen die u bezit en het tijdsbestek. Andere kunnen echter niet worden gecontroleerd.
“Voor ons als individuen is het belangrijk dat we ieder ons eigen succes kunnen meten op een manier die past bij de omstandigheden", zegt Dan Kemp, global chief investment officer bij Morningstar Investment Management (MIM). “Idealiter omvat dit een robuust en herhaalbaar raamwerk, dat al dan niet gebruikmaakt van benchmarkingtools. De lijst met tools die je tot je beschikking hebt, is in theorie eindeloos, hoewel ze wel passend moeten zijn.”
De ideale benchmark
De studie door het State Street Center for Applied Research getiteld 'The Influential Investor: How Investor Behaviour is Redefining Performance' uit 2012 probeerde vast te stellen welke krachten de financiële dienstverlening zouden veranderen.
Het rapport wees erop dat, hoewel relatieve prestaties gemeten aan de hand van klassieke benchmarks vooral de beheerder dienen, de opvattingen van beleggers complexer zijn. Die weerspiegelen hun persoonlijke mix van zoeken naar alpha, genereren van bèta, neerwaartse bescherming en vermogensbeheer.
In deze context toonde het onderzoek aan dat de prestaties van de portefeuille voor beleggers het belangrijkste instrument zijn om hun vermogensbeheerder te beoordelen, maar het kan ook een zwakte zijn. Simpel gezegd, hetzelfde rendement heeft verschillende effecten op verschillende beleggers.
Laten we een voorbeeld bekijken: mevrouw A is 60 jaar oud, heeft een inkomen van 2.000 euro per maand, heeft drie kinderen en is nog niet klaar met het afbetalen van haar hypotheek. Mevrouw B is 40 jaar oud, heeft een inkomen van 3.000 euro per maand, heeft geen kinderen en heeft haar huis geërfd, dus betaalt daarover geen schuld af.
De twee hebben in hetzelfde fonds belegd, dat sinds het begin van het jaar 5% heeft verloren. Dit resultaat zal zeer verschillende effecten hebben op de persoonlijke balansen van mevrouw A en mevrouw B en is duidelijk zwaarder voor eerstgenoemde: dezelfde absolute prestatie, andere relatieve prestatie.
Controleer jezelf
De beste benchmark is er een die naar de toekomst kijkt en tegelijkertijd in lijn blijft met de financiële doelstellingen die je hebt vastgesteld. In een perfecte wereld zou elke belegger een eigen scorebord op maat hebben om het succes van zijn beleggingen te meten, met transparantie en perspectief.
De uitdaging is dat toekomstgerichte waardering ongelooflijk moeilijk te kwantificeren is en dat er geen one-size-fits-all benadering is. Klassieke benchmarkingtools (peer-relatief, index-relatief, absoluut rendement, reëel rendement) zijn nuttig, maar beperkt. Wat voor beleggers van belang is, is of ze kunnen verwachten dat hun beleggingen in de toekomst langetermijnwinsten zullen realiseren.
"Deze mismatch vereist zorgvuldigheid en benadrukt een belangrijk punt rond proces versus resultaat", legt Dan Kemp uit. “Concreet is het heel goed mogelijk om een sterk proces of een goede beslissing te hebben met een slecht resultaat. Net zo goed is het mogelijk is om een slecht proces te hebben met een sterk resultaat. Een sterk proces zal vaker wel dan niet de overhand hebben en resulteren in sterke resultaten en vice versa. Dit is een belangrijke reden waarom we benadrukken dat mensen vergelijkingen moeten maken over een langere tijdshorizon: dan kan de kracht van het proces en de combinatie van vele beslissingen zich bewijzen."
Concreet handvat
Om dit idee concreet te maken, hebben de analisten van MIM EMEA een checklist samengesteld om het verband tussen doelen en beleggingen te versterken. Beleggers kunnen deze gebruiken als startpunt voor een methode om financiële prestaties te beoordelen; die van uw eigen portefeuille of die van klanten.
Checklist: werkwijze en ambities op één lijn brengen
- Is er een duidelijk gedefinieerd financieel doel om de portefeuille op te baseren?
- Bekijk je de beleggingsresultaten over passende tiijdshorizon?
- Als je een benchmark gebruikt, is die realistisch en belegbaar?
- Moet je de effecten van inflatie incalculeren?
- Heb je het genomen risico meegecalculeerd?
- Staat je portefeuille sterk in een toekomstgerichte context?
Checklist: emotionele bias vermijden
- Kun je recency bias vermijden, waar je te veel op de recente historie leunt?
- Ben je je bewust van je eigen loss aversion, en ben je in staat om paniekverkopen vermijden?
- Kun je overconfidence bias vermijden en de gedachte loslaten dat jij de sleutelfactor voor het succes was?
Alles bij elkaar is benchmarking op passende en juiste wijze een krachtige tool bij beleggen, zowel vanuit analytisch als behavioural perspectief. “Als het op de juiste manier wordt toegepast, dan kan het beleggers helpen om de juiste koers aan te houden en zich op de juiste zaken te focussen. Maar bij verkeerd gebruik kan het significante consequenties hebben”, concludeert Dan Kemp.