Als de toekomst onzeker is, dan is diversificatie een sleutelfactor. Dat is het mantra van veel beleggers, en vooral van degenen die voorstander zijn van de zogeheten 60/40 portfolio (die bestaat uit 60% aandelen en 40% obligaties). Dat is een veelgebruikte strategie door zowel professionele als particuliere beleggers om een gebalanceerde portefeuille te construeren.
Maar die strategie is niet zonder risico. In het eerste kwartaal van 2020 zou volgens een rapport van Goldman Sachs een Amerikaanse belegger met een eenvoudige 60/40 portefeuille een van de grootste drawdowns sinds de jaren '60 hebben meegemaakt. “Wat we zagen in dat kwartaal volgde op een decennium van zeer sterke voor risico gecorrigeerde rendementen voor gebalanceerde portefeuille, gesteund door een combinatie van een bull market in aandelen én obligaties, maar zonder negatieve aandelen/obligatie correlaties”, aldus het rapport.
Na dit lastige eerste kwartaal van 2020 verbeterden de rendementen van deze gebalanceerde portefeuille omdat de outperformance van aandelen wereldwijd de magerdere prestaties van obligaties ruimschoots overtrof.
Geen typisch economisch herstel
In een periode van typisch economisch herstel wordt de yield curve steeds steiler en verbeteren de aandelenrendementen doorgaans. Maar het feit dat nu zowel de obligatie- als de aandelenmarkten hoog gewaardeerd zijn, zorgt bij beleggers voor verwarring. Als de waarderingen voor beide asset classes hoog zijn, dan zijn de verwachte toekomstige rendementen laag en neemt het risico op drawdowns toe. De crash van de financiële markten in 2020 was een pijnlijke illustratie hiervan.
Dit verwarrende beursklimaat is al een tijdje aan de gang. De vraag is dan: is er risico op een hogere correlatie tussen aandelen en obligaties die de belangrijkste aantrekkingskracht van een balanced portfolio ondermijnt?
Jaar na jaar heeft het klimaat van zeer lage rentes dat de centrale banken hebben gecreëerd beleggers ertoe gedwongen om méér risico te nemen om nog iets van rendement te vinden. Sommige beleggers hebben risico verruild voor illiquiditeit en zich gewend tot alternative asset classes zoals private equity, real assets (bijvoorbeeld infrastructure), high-yield segmenten binnen vastrentende waarden en exotischer maar ook risicovollere assets zoals cryptocurrencies.
“De verleiding om de blootstelling naar minder liquide asset classes te vergroten om rendement te zoeken en compensatie te vinden voor het lagere rendement van traditionele asset classes is riskant”, zegt Clemence Dachicourt, senior portfolio manager bij Morningstar Investment Management Europe. “Over de jaren hebben obligaties laten zien dat ze nog altijd een rol kunnen spelen bij diversificatie van risico en dat ze een veilige haven binnen de portfolio kunnen zijn.”
Vergeet niet te diversifiëren
Het kernpunt van een 60/40 portfolio is dat die gebalanceerd is; als een deel van de portfolio het moeilijk heeft, dan kan het andere deel dat compenseren. Dat heeft in de loop der jaren keer op keer gewerkt voor beleggers. Het eerste kwartaal van 2021 was het slechtste voor Amerikaanse investment-grade obligaties in de voorbije 20 jaar en zelfs dat kon de klassieke 60/40 niet van zijn stuk brengen.
De conclusie is dus: zolang de correlatie tussen traditionele asset classes niet dramatisch verschuift, blijft het zinvol om een 60/40 portfolio samen te stellen.
Dat laat onverlet dat beleggers best wat alternatieve asset classes in overweging kunnen nemen, maar dat kan het best een extraatje zijn buiten de kern van de portefeuille; die kern kan nog altijd het best gevormd worden door traditionele aandelen en obligaties. Diversificatie betekent immers niet zoveel mogelijk verschillende typen assets in portefeuille opnemen, maar differentiëren in regio's, sectoren en marktkapitalisaties.