Nu de vraag naar ESG-opties onder beleggers toeneemt, richten fondsen zich steeds vaker op factoren op het gebied van milieu, maatschappij en governance als onderdeel van het beleggingsproces. Maar de woorden die fondsen gebruiken om hun doelstellingen en benaderingen te beschrijven, variëren behoorlijk, waardoor het voor beleggers vaak moeilijk is om te bepalen wat een duurzaam fonds nu precies doet.
Regelgeving zou een manier kunnen zijn om zaken te verduidelijken, maar beleidsmakers moeten ervoor waken geen drempels op te werpen die de innovatie in ESG-beleggingen tegenhouden. Dus wat is de stand van zaken nu en hoe kunnen regelgevers uitkomst bieden?
Vermogensbeheerders omarmen ESG
Er zijn nu meer dan 2500 duurzame fondsen beschikbaar voor Europese beleggers, open-end fondsen en ETF's. Er zijn er nu drie keer zoveel als nog geen tien jaar geleden. De groei laat zien dat fondsgroepen reageren op de beleggersvraag naar beleggingen die overeenkomen met hun duurzaamheidsvoorkeuren en waarden.
Maar de term 'duurzaam' kan van toepassing zijn op een groot aantal fondsstrategieën. Het netwerk van duurzame fondsen van Morningstar bevat drie subgroepen met fondsen:
• ESG Focus-fondsen die ESG-criteria als belangrijk onderdeel van hun effectenselectie en de samenstelling van hun portefeuille gebruiken.
• Impact/Thematische fondsen die een meetbare invloed willen uitoefenen met beleggingen in specifieke thema's, zoals klimaatverandering, genderdiversiteit en maatschappelijke ontwikkeling.
• Duurzame sectorfondsen zijn niet-gediversifieerde fondsen die voornamelijk beleggen in milieudienstensectoren en hernieuwbare energiebronnen.
Naast de fondsen die zich richten op duurzaamheid, voegen veel normaal gesproken conventionele fondsen nu ook bepaalde ESG-factoren toe als overweging in hun beleggingsprocessen. Deze fondsen, bekend als ESG Consideration-fondsen, beleggen in verschillende activaklassen en implementeren hun doelen op talrijke manieren. Ze komen ook steeds vaker voor omdat steeds meer vermogensbeheerders ESG-factoren opnemen in hun analyses.
De integratie van ESG-factoren is inderdaad de norm geworden tijdens de onderzoeksfase, effectenselectie en/of het portefeuilleniveau. Tegelijkertijd is in de VS het aantal ESG Consideration-fondsen meer dan tien keer zo groot geworden, van minder dan 50 aan het einde van 2017 tot meer dan 500 in december 2019.
Informatie kan verschillen
Maar omdat dit allemaal vrij nieuw is, kan de ESG-informatie die door de diverse vermogensbeheerders over hun participaties beschikbaar wordt gesteld nogal van elkaar verschillen. Externe partijen maken gebruik van hun eigen benadering om de participaties van een fonds te analyseren en in te schatten welk fonds duurzaam is of aan verschillende ESG-eisen tegemoet komt.
Deze benadering hoeft niet overeen te komen met de definitie die een vermogensbeheerder gebruikt om een ESG-participatie te bepalen of hoe hun strategie een ESG-benadering weerspiegelt. Deze duurzaamheidsinformatie is waardevol voor beleggers en vermogensbeheerders moeten deze informatie op een zodanige manier weergeven dat ook beginnende beleggers kunnen begrijpen wat de duurzaamheidsdoelstellingen van een fonds zijn.
Tot op zekere hoogte is dit een probleem dat veroorzaakt wordt door de inconsistente openbaarmakingen van emittenten. Bedrijven zijn bijvoorbeeld niet consistent in hun communicatie over hun directe en indirecte koolstofuitstoot, evenals de koolstofuitstoot in de toeleveringsketen. Vermogensbeheerders verdubbelen daarom vaak de koolstofuitstoot in hun berekeningen.
Voorbeeld
Laten we om dit te begrijpen eens kijken naar een vermogensbeheerder die informatie geeft over de koolstofvoetafdruk voor een portefeuille met aandelen die door Bedrijf A zijn uitgegeven. Hierin zijn zowel de koolstof opgenomen die het bedrijf zelf produceert (bereik 1-uitstoot) en de koolstof die door energieleveranciers wordt geproduceerd (bereik 2-uitstoot). Bedrijf A is ook onderdeel van de leveringsketen voor Bedrijf B, die ook de uitstoot van Bedrijf A opneemt als onderdeel van de toeleveringsketen (bereik 3-uitstoot).
De vermogensbeheerder heeft nu de uitstoot van Bedrijf A tweemaal gerekend. In een perfecte wereld zou elke emittent de uitstoot van bereik 1 en 2 bekendmaken zodat er geen dubbele tellingen ontstaan. Maar omdat de informatie wisselt, blijven deze verkeerde tellingen bestaan op portefeuilleniveau. Dit is een groot probleem omdat de blootstelling aan koolstofrisico's kan worden overschat.
Vertrouwen opbouwen
Regelgevers zouden het vertrouwen in de wereld van duurzame fondsen kunnen stimuleren door striktere eisen op te stellen voor de informatievoorziening door fondsen over ESG-factoren in hun prospectussen, ten minste in rechtsgebieden waar dit nog niet is geregeld. Deze prospectussen moeten duidelijke, consistente beschrijvingen bieden van de benaderingen van een fonds over het overwegen of opnemen van ESG-factoren in hun analyses en rentmeesterschapsactiviteiten.
Regelgevers moeten echter flexibiliteit leveren en beleggers profiteren waarschijnlijk niet van pogingen om fondsnamen te verbinden met een specifiek percentage van 'groene' participaties of andere beschrijvende benaderingen. Regelgevers moeten er ook voor zorgen dat openbaarmakingen op fondsniveau overeenkomen met openbaarmakingen op het niveau van de verstrekkers.
De groei van ESG Consideration-fondsen zorgt bijvoorbeeld voor de uitdaging dat het toevoegen van de zin 'ESG wordt overwogen' aan een prospectus niets zegt over de mate waarin de beheerder reageert op ESG-factoren. Het is zelfs zo dat bijna 60% van de ESG Consideration-fondsen in de VS niet voldoen aan de eisen van een High Morningstar Sustainability Rating. Beleggers hebben behoefte aan duidelijke en consistente openbaarmakingen zodat het duidelijk is wat een portefeuillebeheerder doet wanneer ESG-factoren worden overwogen en dat deze overwegingen niet per se betekenen dat een fonds duurzamer is.
Consistente publicatie
Tegelijkertijd hebben beleggers meer informatie nodig over de mate waarin fondsen verschillende ESG-factoren integreren. Beleggers die het effect van hun beleggingen willen vergroten hebben ook consistente openbaarmakingen nodig waarin wordt uitgelegd hoe een fonds dit doet en hoe ze successen beoordelen. Uit een recente analyse van Morningstar bleek dat fondsen die zichzelf in de markt zetten als klimaatfondsen vaak zijn blootgesteld aan bedrijven die winst behalen uit fossiele brandstoffen. Deze blootstelling kan wellicht in lijn zijn met de strategie van het fonds, maar het is belangrijk dat beleggers weten wat ze uit hun belegging krijgen.
Gezien deze behoeftes en de huidige stijl van openbaarmakingen zijn we ervan overtuigd dat regelgevers het volgende kunnen vragen van fondsen met 'duurzaam' of 'ESG' in hun naam:
• 'intentionaliteit' aantonen, of dat hun proces zorgvuldig is samengesteld voor de overweging van verschillende ESG-factoren, om tot een duurzame beleggingsmix te komen.
• alle aspecten van ESG beoordelen, zowel kwalitatief als kwantitatief. In Hongkong bijvoorbeeld heeft de Securities and Futures Commission gesteld dat groene of ESG-fondsen een onderbouwing moeten geven als ze voornamelijk in duurzame effecten beleggen.
We denken echter niet dat eco-labels of andere regelgeving over duurzaamheidsbenamingen de beleggers zal ondersteunen bij de keuze voor een fonds dat overeenkomt met hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen.
Volgende stappen
Europa heeft de meeste stappen gezet als het aankomt op het stroomlijnen van ESG-beleggingen voor beleggers. Vanaf maart 2021 zijn vermogensbeheerders verplicht om meer substantiële informatie op te nemen op hun websites en prospectussen. In 2022 volgen dan aanvullende kwantitatieve maatregelen voor jaarverslagen die betrekking hebben op het succes in het behalen van ESG-doelstellingen. Beleidsmakers hebben de dubbele uitdaging om ervoor te zorgen dat openbaarmakingen bruikbaar zijn voor beleggers en dat vermogensbeheerders toegang hebben tot de onderliggende informatie die ze nodig hebben van verstrekkers.