Morningstar heeft het huidige landschap aan klimaatfondsen in beeld gebracht en daarin valt met name de snelle groei van dit type fondsen in de afgelopen paar jaar op. Dat overzicht van het landschap kunt u hier lezen:
Nu kijken we of de fondsen hun belofte nakomen. Beleggen ze inderdaad in duurzame en klimaatgerichte beleggingen? Of is hun duurzaamheidsclaim ongegrond?
De conclusie van Morningstar-onderzoeker Hortense Bioy, director of Sustainability Research, is dat de klimaatfondsen grotendeels doen wat ze beloven. De fondsen in Low Carbon bieden inderdaad toegang tot bedrijven met een lager CO2-risico en Clean Energy/Tech fondsen bevatten bedrijven die hoog scoren op oplossingen voor het CO2-risico.
Verrassende uitkomsten
Maar er zijn ook verrassende uitkomsten. Zo is slechts 40% van de Ex-Fossil Fuel fondsen ook echt vrij van fossiele brandstoffen. Dat komt omdat de definities van uitsluiting van fossiele brandstoffen nogal verschillen. Een in Clean Energy/Tech komen soms bedrijven voor die juist een van de hoogste CO2-risico’s hebben.
Dat komt omdat er naast bedrijven die puur inzetten op hernieuwbare energie ook bedrijven in zitten die een traditionele oorsprong hebben maar wel werken aan alternatieven om hun CO2-uitstoot sterk te verminderen, met name in de energiesector, nutsbedrijven en industrie.
Duurzame maatstaven
De zes eerder geschetste typen klimaatfondsen zijn door de Morningstar-researchers vergeleken aan de hand van de volgende Morningstar maatstaven: Carbon Intensity, Fossil Fuel Involvement, Oil and Gas Production Involvement, Thermal Coal Involvement, Carbon Solutions Involvement en Carbon Risk.
Deze kenmerken worden afgezet tegen een benchmark, in dit geval is gekozen voor de Morningstar Global Target Market Exposure index. Kijken we dan naar de eerste maatstaf, carbon intensity (berekend als CO2 emissie afgezet tegen omzet op asset-gewogen basis), dan blijkt dat 72% van de klimaatfondsen het beter doet dan de benchmark. Dat ziet er als volgt uit:
Opvallend aan de uitkomsten, maar niet heel verrassend, is dat de enige fondsen die slechter scoren dan de benchmark, opkomende markten fondsen zijn. Dat komt omdat opkomende markten fondsen doorgaans CO2-intensievere bedrijven in portefeuille houden dan fondsen in volwassen markten.
Ook opvallend aan de afbeelding is dat de kolommen Climate Solutions (geel) en Clean Energy/Tech (donkergroen) een hoger percentage CO2-intensiteit (dus minder gunstig) scoren dan de benchmark. Dat komt omdat in deze twee typen ook bedrijven zijn opgenomen die zich nog deels bezighouden met traditionele vormen van energieproductie.
Dus naast een pure groene speler als Siemens Gamesa Renewable Energy en Vestas Wind Systems zitten er ook bedrijven als SSE en NextEra Energy in die deels innovatief en deels conventioneel energie opwekken. Dat zijn bedrijven die zelf in transitie zijn naar een schonere manier van werken.
Fossiele brandstoffen
De tweede maatstaf die we nader toelichten is fossil fuel involvement. Daar valt op dat 60% van de fondsen die zich als fossielvrij afficheren toch enige mate van betrokkenheid bij fossiele brandstoffen blijken te hebben. Dat is voor een deel te verklaren door de variëteit aan definities voor uitsluiting van bedrijven die in meer in mindere mate te maken hebben met de productie van fossiele brandstoffen.
Net als bij de uitkomsten van carbon intensity scoort ook hiet Clean Energy/Tech niet zo gunstig. Slechts 57% van de fondsen in dit type doet het beter dan de benchmark. Dat heeft dezelfde reden als bij carbon intensity: veel bedrijven zijn nog altijd een mix van innovatief en traditioneel. De weergave van deze maatstaf ziet er als volgt uit:
Na dit tweede deel over klimaatfondsen volgt nog een derde, afsluitend deel, waarin we in detail kijken naar de bedrijven die in de portefeuilles van de klimaatfondsen zitten.
Lees meer:
- Duurzaam beleggen volgens Morningstar
- Alles over duurzaam beleggen van Morningstar