De inflatie is aan het oplopen. Het CBS melde begin april 2019 dat de consumentengoederen en -diensten in maart 2,8 procent duurder dan een jaar eerder zijn geworden. Dat is de hoogste stijging sinds augustus 2013. In februari betaalde de consument nog 2,6 procent meer dan vorig jaar.
Nijpende situatie
De nominale rente op een spaarrekening is allang niet meer voldoende om het koopkracht verlies als gevolg van onder andere de inflatie te compenseren, waardoor er een nijpende situatie is ontstaan voor spaarders. Door de inflatie af te trekken van de nominale rente kunnen spaarders de reële rentevergoeding op hun spaarbedrag bepalen. Deze reële rentevergoeding is feitelijk de vergoeding voor de aanwas van het uitgezette kapitaal (het bedrag op de spaarrekening) van de bank, die dat spaargeld belegt in de geld- en kapitaalmarkt.
Kijken we naar de ontwikkeling van de rente over de afgelopen 9 jaar van een Nederlandse staatslening met een looptijd van 10 jaar, dan valt op dat de nominale rentevergoeding begin 2010 nog 4% was tegen een inflatie van 3%: de reële rente was dus 1% positief. Hoe nijpend de situatie op dit moment is, blijkt uit de reële rentevergoeding bij de huidige stand van zaken. De 10-jaars rente is nu 0,085% en dat leidt tot een reële rentevergoeding van -2,715%. Dat betekent dat op dit moment het vermogen jaarlijks met 2,715% afneemt bij een huidig inflatieniveau van 2,8%.
Het laag houden van de rente onder het inflatieniveau en het verhogen van belastingen kan ook gezien worden als het heffen van belasting op spaarders. In feite wordt dan het private geld aangewend voor het spekken van de schatkist en/of het reduceren van de overheidsschuld. Dit verschijnsel heet financiële repressie.
Risico nemen
Maar hoeveel extra risico moet een spaarder nemen indien hij besluit om te gaan beleggen, wil hij uitkomen op een positieve reële rentevergoeding om financiële repressie het hoofd te bieden? De Morningstar analisten hebben gekeken naar de yield to maturity binnen de diverse Morningstar Categorieën in vastrentende waarden en een vergelijking gemaakt op basis van de laatste inflatie cijfers (2,8%) in Nederland.
Op basis hiervan komen de analisten uit op de Morningstar categorie EUR High yield. Deze categorie geeft een gemiddelde rentevergoeding op dit moment van 3,69% per jaar. Voor het investeren in een beleggingsfonds binnen deze categorie dient de belegger wel een flinke concessie te doen in de gemiddelde kredietwaardigheid van de investering. De gemiddelde kredietkwaliteit van een lening in een high yield fonds is namelijk gelijk aan BB of lager.
Janus Henderson Horizon Euro High Yield op 1
De Top-5 beleggingsfondsen in de Morningstar Categorie High Yield obligaties in euro’s op basis van hun rendement over de afgelopen 12 maanden tot en met maart 2019 wordt aangevoerd door Janus Henderson Horizon Euro High Yield. Dit fonds belegt tenminste 70% van zijn nettovermogen in bedrijfsobligaties met een kredietwaardigheid van BB+ of lager die genoteerd zijn in euro’s of Britse ponden. Het fonds kan ook beleggen in effecten met een vaste of variabele rentevergoeding van bedrijven of overheden. Daarnaast kan het fonds maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in converteerbare obligaties.
Top-5 High Yield obligaties in euro’s
(klik op tabel voor vergroting)
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van Morningstar. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.