De Japanse economie verrraste economen met een hoger dan verwachtte economische groei in het tweede kwartaal van dit jaar. De groei kwam uit op 1,0% in vergelijking met het eerste kwartaal, terwijl marktvorsers gemiddeld uitgingen van 0,6%. Naast de hoger dan verwachtte groei, is het bovendien het zesde opeenvolgende kwartaal met een positieve groei. Hetgeen de laatste elf jaar niet meer was voorgekomen in Japan. Economen wezen daarnaast op de gezonde samenstelling van de groei, die meer leunde op het binnenland dan het buitenland getuigen de groeiende consumentenbestedingen en de hogere groei van de import in vergelijking met de export.
Stimuleringsbeleid
De Japanse economie verrraste economen met een hoger dan verwachtte economische groei in het tweede kwartaal van dit jaar. De groei kwam uit op 1,0% in vergelijking met het eerste kwartaal, terwijl marktvorsers gemiddeld uitgingen van 0,6%. Naast de hoger dan verwachtte groei, is het bovendien het zesde opeenvolgende kwartaal met een positieve groei. Hetgeen de laatste elf jaar niet meer was voorgekomen in Japan. Economen wezen daarnaast op de gezonde samenstelling van de groei, die meer leunde op het binnenland dan het buitenland getuigen de groeiende consumentenbestedingen en de hogere groei van de import in vergelijking met de export.
Het stimuleringsbeleid van premier Shinzo Abe lijkt daarmee eindelijk haar vruchten af te werpen. Toch leidde het goede economische nieuws vooralsnog niet tot een hosana stemming onder beleggers. Dit jaar staat de MSCI Japan tot en met eind augustus zelfs nog op een kleine min, -0,56% in euro’s. Al moet gezegd worden dat in Japanse Yen er wel een plus is van 5,77%. Desalniettemin blijven Japanse aandelen ligt achter bij wereldwijde aandelen, zo staat de MSCI World in euro’s op een kleine plus van 0,66%.
Grootaandeelhouder
Het beleid van Abe is grotendeels gestoeld op stimulering van de economie door een ruim monetair beleid. Onderdeel daarvan is het opkopen van grote sommen aan japanse staatsleningen, maar ook Japanse aandelen door de Bank of Japan. De Japanse centrale bank doet dat laatste niet rechtstreeks, maar via ETF’s. Om de enorme schaal van die opkoopoperatie aan te geven, becijferde Bloomberg onalngs dat de centrale bank bij 55 ondernemingen reeds de grootste aandeelhouder is. En eind vorig jaar behoorde de Bank of Japan al bij 90% van de 225 bedrijven in de Nikkei index tot de 10 grootste aandeelhouders.
Corporate governance
Hoewel van deze opkoopprogramma’s een stimulerende werking op de economie uitgaat, druist het aandelenopkooprpogramma uiteindelijk ook in tegen een van Abe’s gewenste hervormingen. In 2015 kwam er een corporate governance code in werking die tot doel heeft om de concurrentiekracht van Japanse ondernemingen te verbeteren. Onderdeel van de code was onder andere de richtlijn dat de raad van commissarissen uit minimaal twee onafhankelijke leden moet bestaan. Maar daarnaast werden beleggers ook opgeroepen om hun stem te gebruiken en het bestuur van bedrijven aan te sporen beter te presteren en op die wijze de economische groei te stimuleren.
Nu de Japanse centrale bank in veel grote Japanse ondernemingen grootaandeelhouders is, luidt de kritiek dat zij hun stemrecht niet kunnen gebruiken, omdat de belangen worden verkregen middels indextrackers. Aan de ene kant is er met het aandelenopkoopprogramma dus sprake van een stimulerend beleid, maar aan de andere kant helpt het de stucturele hervorming van de corporate governance bij Japanse bedrijven niet verder.
Terwijl daar nog grote vooruitgang geboekt kan worden, zo wordt ook duidelijk wanneer we de Portfolio Governance Score, één van drie pilaren onder de Morningstar Sustainability Rating, van de MSCI Japan (44,34) vergelijken met die van de MSCI World (52,77). De lagere score maakt duidelijk dat Japanse ondernemingen veel minder scoren op goed ondernemingsbestuur in vergelijking met ondernemingen wereldwijd.
Top 5
Opvallend genoeg behalen vier van de vijf fondsen in de top 5 van best presterende Japanse aandelenfondsen (op basis van het rendement dit jaar tot en met eind augustus) juist een nog lagere score governance gebied. Die nog lagere score heeft mogelijk te maken met het feit dat alle vijf fondsen meer belegd zijn in mid- en small-caps dan de MSCI Japan. Daarmee is ook direct een belangrijke verklaring gevonden voor het feit dat deze fondsen dit jaar goed presteren, omdat de mid- en small-cap ondernemingen meer gericht zijn op de binnenlandse markt en daarmee geprofiteerd hebben van de oplopende economische groei van Japan. De vijf fondsen hebben bovendien een portefeuille met een groei karakter.
GS Japan Equity Partners, dat wordt beheerd door Ichiro Kosuge, behaalde dit jaar vooral goede resultaten met aandelenkeuzes binnen de sectoren cyclische consumentengoederen (Ryohin Keikaku +35%) en industrials (Daifuku +34%, MISUMI Group +47% en SMC +35%).
Jun Tano kiest voor Fidelity Japan Advantage Japanse aandelen op basis van een bottom-up benadering, maar wel vanuit een wereldwijd perspectief en maakt daarbij gebruik van Fidelity’s uitgebreide analistenteam. Ook bij dit fonds waren goede keuzes in de sectoren cyclische consumentengoederen en industrials verantwoordelijk voor de goede prestaties dit jaar. In lijn met de meer gespreide aard van de portefeuille was de aandelenspecifieke bijdrage aan het rendement hier wel meer gespreid dan bij GS Japan Equity Partners.
Het op groei- en kwaliteitsbedrijven gerichtte Comgest Growth Japan boekte ook goede resultaten in de genoemde twee sectoren, maar daarnaast droegen aandelenkeuzes in de sectoren defensieve consumentengoederen en financials bij aan het resultaat. Binnen deze twee laatste sectoren koos het beheerteam met onder andere Pigeon (+45%), Pola Orbis (+48%) en Nihon M&A Center (+57%) enkele winnaars.
(klik op tabel voor vergroting)
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van Morningstar. Fondsen zijn gerangschikt op rendement over dit jaar tot en met juli. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.