Dividendfondsen worden vaak gebruikt als defensief tegenwicht in een beleggingsportefeuille. De fondsen beleggen vaak in gerenommeerde bedrijven met een sterke balans die een hoge kasstroom genereren waaruit een betrouwbaar dividend kan worden betaald.
Deze bedrijven bevinden zich vaak in stabiele en meer defensieve sectoren, en zijn doorgaans minder gevoelig voor sentimenten op de beurs. Ze blijven hierdoor per saldo wat achter bij een sterk stijgende aandelenmarkt, maar tonen hun waarde tijdens neergaande markten. Echter, niet alle dividendfondsen bieden beleggers een even goede schuilplaats wanneer de stemming op de beurs negatief is. Daarom toets ik in dit artikel specifiek de prestaties van dividendfondsen in neerwaartse markten.
Downside Capture Ratio en Maximum Drawdown
Er zijn meerdere manieren om het defensieve karakter van dividendfondsen te beoordelen. Voor deze analyse beperken we ons tot twee maatstaven. We kijken in de eerste plaats naar de downside caputure ratio. Deze ratio geeft de prestaties weer van een fonds in neerwaartse markten ten opzichte van een benchmark. De ratio geeft aan hoeveel procent van de neergang door het fonds wordt opgepakt in een specifieke periode.
Wanneer deze ratio bijvoorbeeld 110 procent is, dan is het fonds in neerwaartse markten 10 procent harder gedaald dan de benchmark. De maatstaf is dus een relatieve graadmeter die inzicht geeft in het gedrag van een fonds in neergaande markten. Omdat we in deze analyse wereldwijde dividendfondsen onder de loep nemen, gebruiken we de MSCI World Index als benchmark die de brede aandelenmarkt, zonder stijlvoorkeur, vertegenwoordigt.
De tweede maatstaf die we gebruiken is de maximum drawdown. Deze geeft de grootste aaneengesloten daling weer die een fonds over een gestelde periode heeft laten optekenen, vanaf de top tot aan de bodem. Van een defensief fonds verwachten we dat deze daling minder sterk is dan voor de benchmark. In tegenstelling van de downside capture ratio is de maximum drawdown een absolute maatstaf van het neerwaartse risico. Voor beide maatstaven kijken we naar zowel een drie- als vijfjaars periode, eindigend op 31 december 2016.
Dividendfondsen langs de meetlat
De MSCI World Index, de benchmark die we hanteren voor deze analyse, realiseerde de sterkste aaneengesloten daling voor zowel de drie-als vijf jaars periode in het derde kwartaal van 2015. Gedurende deze periode zakte de olieprijs fors in van 100 dollar per vat naar ongeveer 60 dollar per vat, en sleurde de beurzen wereldwijd mee in een correctie.
De MSCI World Index verloor in de periode juni 2015 – september 2015 12,17 procent aan waarde. Dat is dus de absolute benchmark die we als uitgangspunt nemen om te zien hoe de wereldwijd beleggende dividendfondsen op deze maatstaf scoren. Daarnaast kijken we dus via de downside capture ratio hoe de relatieve prestaties van deze fondsen in neerwaartse markten zijn.
In de onderstaande tabel staan de resultaten, waarbij we twee dividendfondsen hebben geselecteerd die de belangen van beleggers goed hebben beschermd in dalende markten, en twee fondsen die daar niet in zijn geslaagd. De tabel is gesorteerd op basis van 5-jaars downside capture ratio.
(klik op tabel voor vergroting)
Defensief DWS en BGF
Uit deze analyse blijkt dat DWS Top Dividende en BGF Global Equity Income hun beleggers een schuilplaats hebben geboden tijdens neerwaartse markten. DWS Top Dividende heeft over drie- en vijf jaar gemeten respectievelijk slechts 64,9 en 61,1 procent van de daling van de MSCI World Index meegemaakt, terwijl het met een maximum drawdown van 9,3 procent ook aanmerkelijk beter presteerde dan de benchmark. De behoudende beheerstijl van Thomas Schussler heeft zich in deze marktomstandigheden uitbetaald.
Het fonds kenmerkt zich door de hoge allocatie naar defensieve sectoren, waarbij de sectoren defensieve consumentengoederen en nutsbedrijven sterk zijn vertegenwoordigd, ten koste van cyclische sectoren zoals financials, energie en cyclische consumentengoederen. Daarnaast belegt het fonds vooral in aandelen met de allergrootste marktkapitalisaties, die vaak beter bestand zijn tegen beurscorrecties. Ook belegt het fonds momenteel niet in opkomende landen en heeft het een relatief hoge kaspositie van ongeveer 10 procent die helpt om het neerwaartse risico in de portefeuille te dempen. Voor conservatieve beleggers kan dit fonds een interessante optie zijn.
BGF Global Equity Income fund van beheerders Stuart Reeve en Andrew Wheatley-Hubbard kenmerkt zich door zijn focus op kwaliteitsbedrijven die hun dividend kunnen laten groeien. Het zoekt naar bedrijven die beschikken over prijszettingskracht, voorspelbare inkomsten hebben, over groeipotentie beschikken, consistente en gezonde winstmarges realiseren, hun kasstroom op een verantwoorde manier managen en die niet te veel schuld op de balans hebben staan.
Ook dit fonds kent een sterke voorkeur voor minder risicovolle large-caps en prefereert naast defensieve consumentengoederen ook bedrijven uit de gezondheidssector. Het fonds blijft doorgaans iets achter in sterk stijgende markten, maar haalt de winst door minder te verliezen in neergaande markten. Een downside capture ratio van 81,4 procent over drie jaar en 75,5 procent over vijf jaar laten dit duidelijk zien, terwijl de grootste daling die het fonds liet optekenen in de afgelopen vijf jaar het conservatieve karakter onderstreept.
Risicovoller M&G en NN IP
M&G Global Dividend is een dividendfonds dat laat zien dat niet ieder dividendfonds defensief is. Het fonds heeft ook een ander karakter dan veel concurrenten, en richt zich vooral op dividendgroei. Beheerder Stuart Rhodes deinst er niet voor terug om ietwat tegendraads te beleggen, wat het fonds soms agressiever maakt dan andere dividendfondsen. De hogere blootstelling aan cyclische sectoren is daar het resultaat van, net als een bovengemiddelde blootstelling naar mid-caps en emerging markets.
Het fonds boekte sterke resultaten sinds de oprichting in 2008, maar zag de markt in 2014 en 2015 flink tegen zich keren. Hoewel het rendementspatroon in lijn is met wat verwacht mag worden van de aanpak van Rhodes, is het wel een factor die beleggers mee moeten nemen wanneer ze in dit fonds beleggen. De downside capture ratio’s liggen duidelijk boven de 100 procent en de maximum drawdown is fors hoger dan het maximale verlies dat de MSCI World Index realiseerde.
NN Hoog Dividend Aandelen Fonds kenmerkt zich door zijn sterke focus op waardering. Het heeft hierdoor een sterke onderweging in defensieve categorieën waarbij vooral dure aandelen binnen de sector voeding en drank worden onderwogen. Energie en financials kunnen weer op meer belangstelling rekenen, net als basismaterialen. Het zorgt ervoor dat het fonds minder dan gemiddeld belegt in kwaliteitsaandelen, wat blijkt uit de lagere ROE en ROA van de portefeuille en de onderweging van aandelen met een economic moat. Een licht hoger risiconiveau is het resultaat van de strategie, wat dus onder andere zichtbaar wordt in de downside capture ratio’s en maximum drawdown. Er zit hier echter wel een adder onder het gras.
Beurskoersen versus NAV
NN Hoog Dividend Aandelen Fonds is een in Nederland beursgenoteerd aandelenfonds. De Morningstar database gebruikt de beurskoersen van op de Nederlandse beurs genoteerde fondsen als basis voor het berekenen van rendementen en risico-statistieken. Voor alle andere fondsen in de Morningstar wordt daarentegen de netto intrinsieke waarde (NAV) gehanteerd. Hierdoor worden de risicokarakteristieken door een tweetal oorzaken vertekend.
Allereerst, verschilt de beurskoers ten opzichte van een NAV door de toepassing van een op- of afslag. Op een dag met een netto uitstroom zal de NAV worden aangepast met een afslag om tot de beurskoers te komen en vice versa. Het systeem van op- en afslagen dient ter dekking van de door het fonds te maken transactiekosten en daarmee ter bescherming van de zittende beleggers in het fonds. Het zorgt er echter wel voor dat een fonds op basis van beurskoersen een volatieler verloop laten zien, dan wanneer wordt gekeken naar het verloop op basis van NAV's.
De beurskoersen zijn echter ook gebaseerd op de NAV van de voorgaande dag. De waarde van een fonds wordt dus met een dag vertraging weergegeven, want de koers die op 1 maart in de database staat, is gebaseerd op de waarde van de portefeuille per 28 februari. Dat zorgt ervoor dat bij volatiele maanden de rendementen van de benchmark, die zonder vertraging worden weergegeven, sterker uiteen kunnen lopen ten opzichte van het vertraagde rendement van de fondsen de op basis van beurskoersen in de database staan.
Wanneer we hiervoor corrigeren, dan ziet de downside capture ratio voor NN Hoog Dividend Aandelen Fonds er een stuk beter uit dan in eerste instantie lijkt, zoals blijkt uit de onderstaande tabel. Hoewel de downside capture ratio’s nog steeds boven de 100 procent liggen, is het verschil met de benchmark aanmerkelijk kleiner. Het fonds is dus minder risicovol dan het in eerste instantie lijkt.
(klik op tabel voor vergroting)
Huiswerk maken
De hiervoor besproken voorbeelden laten zien dat dividendfondsen de naam hebben een defensieve belegging te zijn, maar dat dit niet voor ieder dividendfonds het geval is wanneer de fondsen worden getoetst op hun prestaties in neergaande markten.
Het onderstreept nogmaals dat beleggers bij het kiezen van een beleggingsfonds goed hun huiswerk moeten maken, om zo een passend beleggingsfonds te selecteren. Een diepgaande analyse van de beleggingsstrategie, de portefeuille en de geleverde prestaties in het verleden moeten daar onderdeel van zijn. Het gaat er hierbij niet alleen om welk fonds het beste rendement heeft behaald, maar ook om de manier waarop dat rendement tot stand is gekomen.
Lees meer columns van Jeffrey Schumacher:
- Toenemende bedrijfsschuld vormt risico voor beleggers
- #MAGA