Over het algemeen zien beleggers het referendum vooral als een risico. In hun ogen is het vooral een gevaar voor hun portefeuilles als de Britten op 23 juni voor uittreding zouden stemmen.
Neerwaartse risico's
Al zijn er economen die beweren dat op lange termijn de groei van een alleenstaand VK op een hoger pad kan komen, de meesten wijzen vooral op de negatieve impact van uittreding op het bruto binnenlands product.
Er kan immers niet meer als vanzelfsprekend vrij gehandeld worden met de overgebleven EU-landen. Ook zullen internationale bedrijven minder geneigd zijn zich te vestigen in een land dat niet tot de EU behoort. Dit drukt de directe buitenlandse investeringen.
Op de financiële markten vertaalt de onzekerheid zicht in hogere volatiliteit. Ook de munt - het Britse pond - staat al enige tijd onder druk.
De kans dat de Britten voor blijven stemmen wordt ondertussen door peilingen en wedkantoren geschat op 2-tegen-1.
Onrust biedt kansen
Daarbij is een Brexit ook nadelig voor de EU, en daarmee de euro. De handel zal verder niet onderbroken hoeven worden. Nieuwe verdragen kunnen snel worden gesloten.
Het Britse kamp voor uittreding wijst op landen als Noorwegen en Zwitserland, die wel de lusten maar niet de lasten van de EU lijken te kennen.
Ondertussen staan ook fondsmanagers op die menen dat de markten te somber zijn gestemd. Een van hen is Manu Vandenbulck van NN Investment Partners.
De specialist waardebeleggingen wees erop dat door het achterblijven van de waarderingen Britse aandelen een gemiddeld dividendrendement hebben van 4,5 procent, ruim boven het historisch gemiddelde van 3,5 procent. Het verschil met het gemiddelde in de eurozone is opgelopen tot ruim een procent, terwijl het historisch vlak bij elkaar lag.
Daarbij is volgens Vandenbulck de kwaliteit van het dividend in het VK de laatste tijd alleen maar toegenomen. Balansen zijn verstekt en de winsten groeien. Dit laatste wordt alleen maar gesteund door zwakte van het pond.
Implicatie op allocatie
Beoordelaar van beleggingsfondsen Morningstar ziet managers van Britse aandelen ondertussen geen grote wijzigingen in portefeuille aanbrengen. Het enige dat fondsanalist Simon Molica waarneemt is een kleine verschuiving richting export georiënteerde bedrijven.
Volgens Molica kan een fondsmanager ook weinig met dit soort gebeurtenissen. 'Het wordt echt gezien als een binaire gebeurtenis en iets waarvoor mensen niet echt kunnen plannen.'
Waar exporteurs profiteren, hebben voor de binnenlandse markt producerende bedrijven minder profijt van een lager Brits pond. Mid- en smallcaps doen het daarom recent slechter in vergelijking met deze categorie Europa-breed of in de eurozone, wijst San Lie, hoofd research van Morningstar Benelux.
Dit jaar tot dusver ontlopen de brede indices van het VK en het vaste land elkaar niet veel. De MSCI Europe ex-UK staat op een min van 7,4 procent, terwijl de FTSE All Share 6,0 procent lager staat.
Bij smallcaps is het verschil beter waarneembaar. De Eurozone SmallCap-index staat 3,4 procent lager, maar de VK SmallCap-index verliest wel 8,1 procent.
Van de aandelenfondsen die zich volledig toeleggen op het VK staat er dan ook maar een enkele YTD in de plus. Verder ontlopen de index-volgers en actief beheerde fondsen elkaar niet veel.
(klik op tabel voor vergroting)
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van deze fondsenbeoordelaar. De in deze tabel opgenomen fondsen zijn gerangschikt op grond van de prestaties dit jaar per eind april. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.