'Global Bonds' deed het daarbij nog slechter dan twee categorieën fondsen die beleggen in obligaties uit opkomende markten.
De top 5 over 2015 wordt, net als een kwartaal geleden, aangevoerd door Lombard Odiers Global Government Fundamental. In tegenstelling tot de meeste wereldwijde obligatiefondsen volgt dit fonds geen benchmark die gebaseerd is op de marktkapitalisatie van de uitstaande schuld. Het nadeel van dergelijke benchmarks is dat landen met een hoge staatsschuld, zoals bijvoorbeeld Japan, de VS en Italië, automatisch ook een relatief hoge weging hebben.
Zo hebben Japan en Amerika bij het fonds van Lombard Odier vrij lage wegingen van respectievelijk 5 en 15 procent, terwijl deze landen in standaard indices 13 en 40 procent innemen. 'Het Lombard Odier fonds laat de landenwegingen daarentegen afhangen van fundamentele factoren, zoals bijvoorbeeld de demografische ontwikkeling, die een indicatie vormen voor het risico op wanbetaling', zo vertelt fondsanalist Niels Faassen van Morningstar.
Lux-o-rente
Ook staat er dit keer een fonds van Nederlandse bodem in de top 5 met Robeco Lux-o-rente. Lux-o-rente is een kwantitatief beheerd fonds. Faassen: 'De basis is een wereldwijde portefeuille van circa 70 staatsobligaties waarmee de index goeddeels wordt nagebootst. Extra rendement wordt beoogd door een zeer actieve durationstrategie. Het onderliggende model wordt wekelijks gedraaid en voorspelt op basis van zes factoren voor de regio’s VS, Eurozone en Japan, of de rente zal stijgen of dalen.'
Robeco Lux-o-rente wordt beheerd door Olaf Penninga (foto) en heeft een aantal lastige jaren achter de rug, vervolgt Faassen. 'Het onderliggende, in eigen huis ontwikkelde kwantitatieve model gaf – in een obligatiemarkt die grotendeels gestuurd leek te worden door de soms onvoorspelbare acties van de diverse centrale banken – een aantal maal de verkeerde signalen af, waardoor het op de verkeerde momenten de duration (een maatstaf voor de rentegevoeligheid) danwel verlengde danwel verkortte.'
'In mei 2014 hebben we dan ook besloten onze rating voor het fonds te verlagen van 'bronze' naar 'neutral'. De eenzijdige 'performance driver' en het gebrek aan flexibiliteit binnen het model die nodig was geweest om markten als over de periode tussen 2008 en 2013 succesvol te bespelen, maakten ons op dat moment enigszins terughoudend.'
Sinds begin 2014 lijkt het model z’n draai weer wat gevonden te hebben: zowel over dat jaar als over 2015 behoorde het fonds tot de beste 10 procent fondsen binnen de eerder genoemde categorie.
(klik op de tabel voor vergroting)
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van deze fondsenbeoordelaar. De in deze tabel opgenomen fondsen zijn gerangschikt op grond van de prestaties over dit jaar tot nu toe. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.
Denkt u alles te weten over beleggen? Klik hier om dat te bewijzen met de Morningstar Investing Mastermind Quiz.