De aanhoudende “search for yield” heeft fondsbeheerders er toe verleid om in risicovollere bedrijfsobligaties te beleggen, omdat deze vaak nog een aantrekkelijke vergoeding bieden. Deze trend is duidelijk te zien in de onderstaande grafiek. Over de jaren heen is het gemiddelde bedrijfsobligatiefonds steeds meer gaan beleggen in obligaties met een lagere kredietrating. De “veiligere” AAA-, AA- en A segmenten hebben qua gewicht in moeten leveren ten gunste van de minder kredietwaardige segmenten BBB en BB. BBB is het allerlaagste kredietsegment binnen investment grade obligaties, terwijl BB obligaties onder het high yield segment vallen. Het toegenomen gewicht van high yield obligaties is opvallend, aangezien de Morningstar Categorie Obligaties EUR Bedrijven uitsluitend bestaat uit fondsen die overwegend beleggen in investment grade bedrijfsobligaties. In veel gevallen hebben fondsbeheerders echter de vrijheid om hier in meer of mindere mate van af te wijken.
Achtergestelde obligaties
De high yield posities in de categorie Obligaties EUR Bedrijven bestaan voor een groot deel uit achtergestelde obligaties. Bij een faillissement zijn deze obligaties achtergesteld ten opzichte van senior obligaties, zoals covered bonds en senior unsecured obligaties, maar hebben voorrang boven de aandeelhouders. Hierdoor hebben achtergestelde obligaties een lagere kredietrating dan senior obligaties van dezelfde uitgever. Overigens vallen achtergestelde obligaties niet per definitie onder high yield maar kunnen ook investment grade zijn. Achtergestelde obligaties zijn er in velen soorten en maten, variërende van Lower Tier 2, Corporate Hybrids tot Additional Tier I Contingent convertibles (AT1 CoCos). Elk type brengt weer verschillende risico’s met zich mee voor obligatiehouders. Strengere kapitaaleisen voor banken (Basel III) hebben bovendien geleid tot de introductie van nieuwe vormen van achtergestelde obligaties, zoals de AT1 CoCos. Het voert te ver om al deze vormen tot in detail te bespreken. Het is echter belangrijk om te weten dat achtergestelde obligaties een hogere volatiliteit hebben dan doorsnee obligaties als gevolg van hun specifieke risico’s. Hierbij moet u denken aan het risico op looptijdverlenging (indien de voortijdige aflossingsoptie niet wordt gelicht door de uitgever), wel of niet eeuwigdurend (Tier 1 obligaties kennen geen vervaldatum en zijn perpetueel), opschorting of verlies van de rentecoupon (zonder dat er een default optreedt) en conversie naar aandelen of afschrijving bij CoCos (indien kapitaalratio’s van een bank beneden een bepaald niveau uitkomen).
Achtergestelde Bedrijfsobligatiefondsen?
Het hogere risicoprofiel en de specifieke risico’s van achtergestelde obligaties maken het voor beleggers des te belangrijker om een goed inzicht te verkrijgen in welke mate uw bedrijfsobligatiefonds belegd is in dit type obligaties. In de praktijk blijkt het echter vrijwel onmogelijk om hier achter te komen. Morningstar onderzocht de websites en factsheets van alle in Nederland verkrijgbare fondsen uit de categorie Obligaties EUR Bedrijven met een Morningstar Analyst Rating op informatie over de blootstelling naar achtergestelde obligaties. De uitkomsten van het onderzoek waren vrij teleurstellend. Van de 22 onderzochte fondsen boden slechts 4 fondsen een duidelijk overzicht in hun blootstelling naar achtergesteld papier. Onder de witte raven bevinden zich AXA WF Euro Credit, AXA WF Euro Credit Plus, Petercam L Bonds EUR Quality en Robeco Euro Credit Bonds.
De Cijfers
Alle fondsen die inzicht geven over hun achtergestelde posities blijken een overweging te hebben in dit type papier. Robeco Euro Credit, met een gewicht van ruim 30% van de portefeuille, neemt de koppositie in. Ook in relatief opzicht, ten opzichte van zijn benchmark, spant het Robeco fonds de kroon met een overweging van ruim 17%. AXA WF Euro Credit IG en Petercam L Bonds EUR Quality hebben daarentegen een wat beperktere overweging. Het totaalbeeld kan enigszins vertekend worden doordat Robeco ook “corporate hybrids” in het overzicht meeneemt, dit is achtergesteld papier uitgegeven door niet-financiële instellingen. De overige fondsen maken alleen onderscheid tussen achtergesteld papier uitgegeven door banken en verzekeraars. Het relatief hoge gewicht naar achtergesteld papier voor Robeco Euro Credit is voor de fondsanalisten van Morningstar geen verrassing. Het beleggingsproces kent de beheerder namelijk veel vrijheden toe om te beleggen op basis van convictie. Hierdoor kent de portefeuille ook een bovengemiddeld risicoprofiel. Indien we het rendement corrigeren voor het risico dan is er nog steeds sprake van bovengemiddelde performance.
Meer Duidelijkheid
Gegeven de specifieke risico’s van achtergestelde obligaties is het voor beleggers raadzaam om zich meer te verdiepen in hoeverre hun bedrijfsobligatiefonds belegt in dit type papier. Uit het onderzoek van Morningstar blijkt dat dit geen eenvoudige opgave is. Slechts 4 van de 22 onderzochte fondsen bieden hun beleggers inzicht in de mate waarin ze in achtergesteld papier beleggen. Fondshuizen zouden er volgens Morningstar dan ook goed aan doen hun beleggers hier meer duidelijkheid over te bieden en het voorbeeld van AXA, Robeco en Petercam te volgen.