Nederlandse beleggers kunnen uit meer dan 50 verschillende beleggingsfondsen in wereldwijde aandelen kiezen in de Morningstarcategorie ‘Aandelen wereldwijd large-cap gemengd’. De meeste van deze fondsen hanteren de MSCI World Index als benchmark, maar de manier waarop zij proberen om deze benchmark te verslaan verschilt. Dit komt door verschillen in beleggingsfilosofie, beleggingsproces en constructie van de beleggingsportefeuille van het fonds. Dat betekent dat er een aantal elementen zijn waar beleggers op moeten letten voordat zij hun keuze voor een fonds maken. Morningstar geeft een aantal handvatten.
Amerika versus de rest van de wereld
Beleggers die denken dat een wereldwijde aandelenportefeuille het vermogen gelijk verdeelt over de drie grote regio’s Amerika, Europa en Azië komt bedrogen uit. Het volledige Amerikaanse continent (Noord- en Zuid Amerika) maakt per april 2015 60 procent van de MSCI World Index uit. De Verenigde Staten zijn hierbij de dominante markt, met een weging van 58 procent in de index. Europa komt met een weging van 26 procent op de tweede plaats, wat een weging van 14 procent over laat voor Azië. De grote weging voor de Verenigde Staten zorgt er dan ook voor dat veel actief beheerde beleggingsfondsen een onderweging hebben op Amerikaanse aandelen in vergelijking met de benchmark (zie grafiek).
Gemiddeld genomen heeft een actief beheerd fonds over de afgelopen drie jaar een onderweging van 10 procent gehad op de Verenigde Staten. De gemiddelde allocatie naar de VS voor actieve fondsen bedraagt per maart 2015 47 procent, maar de spreiding in de allocatie is groot. Fidelity World Fund heeft met 60 procent de hoogste allocatie, terwijl First State Worldwide Sustainability Fund slechts een weging van 24 procent hanteert voor de Verenigde Staten. Het fonds belegt 44 procent in Europa en 26 procent in Azië.
Weging Amerikaanse aandelen MSCI World Index versus actief beheerde beleggingsfondsen
(Klik op grafiek voor groot formaat)
De ruimte die de actieve fondsen creëren door de Verenigde Staten op een lagere weging dan de benchmark te zetten, gebruiken ze om in de andere twee regio’s te investeren. Vooral Europa is populair geweest in de afgelopen drie jaar, zoals uit het onderstaande tabel blijkt.
Overweging actief beheerde beleggingsfondsen Azië en Europa ten opzichte van MSCI World Index
(Klik op tabel voor groot formaat)
Helaas is dat geen goede beslissing geweest. In 2012 pakte de onderweging van Amerika nog positief uit, maar in 2013 en 2014 was Amerika the place to be. Het geannualiseerde rendement in euro’s over drie jaar voor de MSCI AC Americas komt uit op 21,51 procent, versus 16,50 procent voor de MSCI AC Europe en 15,60 procent voor de MSCI AC Asia Pacific.
Het zit hem in de kleine dingen
De MSCI World Index bestaat vooral uit de grote aandelen van de wereldmarkt. Maar liefst 87 procent van de index bestaat uit zogenaamde large-caps. De resterende 13 procent komt voor rekening van mid-caps en een enkele small-cap onderneming. Actief beheerde beleggingsfondsen proberen in toenemende mate de benchmark te verslaan door aandelen met een lagere marktkapitalisatie in de portefeuille op te nemen.
Het zogenaamde small-cap effect is een bekend fenomeen in de wetenschap, dat laat zien dat kleinere aandelen door hun hogere risicoprofiel op lange termijn een hoger rendement realiseren dan large-caps. Beheerders zien meer mogelijkheden voor outperformance in deze vaak minder bekende, minder onderzochte namen dan bij de Coca-Cola’s en Pfizers van deze wereld. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde actieve fonds per maart 2015 79 procent heeft belegd in wereldwijde large-caps, 18 procent in mid-caps en 3 procent in small-caps.
Weging large-cap aandelen bij actief beheerde beleggingsfondsen en de MSCI World Index
(Klik op grafiek voor groot formaat)
Ook hier zijn weer beleggingsfondsen met een sterke afwijking ten opzichte van de benchmark te vinden. M&G Global Leaders Fund heeft bijvoorbeeld slechts 51 procent belegd in large-caps en heeft een forse allocatie van 35 procent in mid-caps en 14 procent in small-caps. Aan de andere kant zijn er ook fondsen die vooral voor de gevestigde orde kiezen, zoals NN Global Fund, dat 96 procent heeft belegd in large-caps en 4 procent in mid-caps.
De voorkeur voor mid-en small-caps heeft gemeten over de afgelopen drie jaar gunstig uitgepakt, zoals de onderstaande tabel laat zien. In 2014 ging die vlieger echter niet op, wat wederom een gedeeltelijke verklaring is voor de teleurstellende prestaties van menig wereldwijd beleggend aandelenfonds in het afgelopen jaar.
(Klik op tabel voor groot formaat)
De prestaties van de kleinere aandelen in het universum zijn echter wel volatieler dan die van de grote gevestigde namen. Het hogere risico komt tot uiting in prestaties tijdens moeilijke marktomstandigheden zoals in 2011 en 2008. Dit zorgt er dan ook voor dat de standaarddeviatie (een maatstaf voor risico) van de small-cap index over drie jaar gemeten op 9,06 procent uitkomt, tegenover 8,15 procent voor de mid-cap index en 7,37 procent voor large-cap index. De hogere standaarddeviatie voor small-caps impliceert een hoger risico dan dat voor large-caps.
Opkomende markten zijn een kans, maar ook een risico
De aantrekkingskracht van de groeiverhalen in opkomende markten gaat ook niet aan wereldwijde aandelenfondsen voorbij. Maar wel aan de MSCI World Index. Die belegt namelijk niet in opkomende landen. Daarvoor is de MSCI World All Countries Index ontwikkeld, waarin de weging van deze regio ongeveer 7,5 procent bedraagt. Wereldwijd beleggende fondsen hanteren echter vaak de MSCI World Index als benchmark, maar zijn met regelmaat op zoek naar koopjes in opkomende landen.
De gemiddelde blootstelling van actieve fondsen aan opkomende landen bedraagt 5,4 procent per maart 2015. Dit is iets onder het gemiddelde van 5,9 procent over de afgelopen drie jaar. Er is dan ook het nodige gebeurd binnen de opkomende markten, waardoor beheerders terughoudender zijn geworden met deze regio. Dat laat ook zien dat het toevoegen van deze markt kansen met zich meebrengt, maar ook omgeven is met additionele risico’s. Dit blijkt ook duidelijk uit de standaarddeviaties, gemeten over de laatste drie jaar: 7,43 procent voor de MSCI World Index versus 11,41 procent voor de MSCI EM Index.
Desalniettemin alloceren sommige fondsen een behoorlijk deel van hun portefeuille naar opkomende landen. Zo heeft China een weging van 13 procent in de portefeuille van Fidelity Active Strategy Global Fund, waarmee het een groot aandeel heeft in de emerging market blootstelling van de portefeuille die in totaal 23 procent bedraagt.
Valutaschommelingen kunnen een sterke invloed hebben
Internationaal beleggen kan ook valutarisico’s met zich meebrengen. Wanneer een belegger aandelen koopt buiten het eurogebied, dan komt er een extra component bij de rendementsberekening: naast de traditionele koerswinst en dividend/coupons is er het koerseffect van de vreemde valuta. Dit valuta effect kan grote invloed hebben op het rendement van een belegger. Zo maakt een belegger uit het eurogebied geen winst maar verlies als Apple met 10 procent stijgt in lokale valuta, maar wanneer de dollar tegelijkertijd daalt met 15 procent tegenover de euro.
Dit valuta/effect had een grote impact op de markt in 2014. De S&P 500 Index behaalde in dollars gemeten een winst van 13 procent. De kracht van de dollar gaf het rendement van de euro-belegger echter een extra boost, waardoor die 13 procent winst in dollars werd vergroot naar een winst van 28,6 procent (in euro’s).
Dit laat ook meteen zien waarom 2014 een moeilijk jaar was voor beheerders van actieve fondsen. De beheerders zaten onderwogen op Amerikaanse aandelen die gemeten in lokale valuta al beter presteerden, maar kregen daarnaast ook nog een sterk negatief valutaeffect daar overheen. Dit laat ook zien dat het effect van buitenlandse valuta’s groot kan zijn op het rendement van een wereldwijde portefeuille. Een oplossing voor de belegger zou het kopen van een fondsklasse die het valutarisico afdekt kunnen zijn. Daarmee dekt u het wisselkoersrisico in, maar dat streept ook een (mogelijke) rendementsbron weg.
Doorgronden
Beleggers die overwegen om een wereldwijd aandelenfonds aan te schaffen doen er verstandig aan om het product goed te doorgronden voordat ze overgaan tot aankoop. Er zijn veel variaties beschikbaar, waardoor beleggers onder andere moeten nagaan wat de regioverdeling van het fonds is, in welke mate het fonds belegt in mid- en small-caps en/of emerging markets en ook in welke mate valutarisico’s eventueel worden afgedekt en of dit wel of niet wenselijk is.