Het debat over actief versus passief beheer van beleggingsfondsen loopt soms hoog op. Voorstanders van elke benadering verdedigen hun standpunt met een hele reeks statistieken en analyses. Nadat beide zijden hun standpunten naar voren hebben gebracht, geven ze echter ook toe dat het geen zwart-witdebat is, maar dat beide beleggingsfilosofieën positieve aspecten hebben.
Zelfs de vurigste voorstander van passief beleggen zal erkennen dat er actieve beheerders zijn die het goed doen, en het soms zelfs vrij consistent goed doen. Het probleem is om deze beheerders te vinden. Tegelijkertijd zijn er aanhangers van actief beleggen die positief denken over een aantal kenmerken van passieve beleggingsvehikels zoals ETFs. Zij waarderen bijvoorbeeld de flexibiliteit ervan en het democratiserende effect dat ze hebben, omdat ze alle beleggers gemakkelijke toegang bieden tot beleggingscategorieën die voorheen slechts aan weinig beleggers waren voorbehouden zoals grondstoffen.
Misschien moet de conclusie van dit debat wel zijn, dat positieve aspecten van beide varianten moeten worden gecombineerd tot een strategie, namelijk het "actieve ETF". Een actief beheerde beleggingsstrategie die verkocht wordt in een ETF-jasje. Deze mag niet worden verward met "strategische bèta ETFs", die de prestaties van niet-standaard indices repliceren. Actieve ETFs streven ernaar om rendementen te bieden die hoger liggen dan hun benchmark. Met andere woorden, actieve ETFs hebben de ambitie om alfa te leveren.
Klein marktaandeel
Al langer gaan er geluiden dat actieve ETFs een enorm groeipotentieel hebben. Maar in werkelijkheid blijven actieve ETFs evenwel veruit in de minderheid. Zo zijn zij wat betreft beheerd vermogen slechts goed voor 1 procent van de Europese ETP-markt.
Het is echter wel een opvallende minderheid, die regelmatig in het nieuws komt in zowel Europa als de Verenigde Staten. Het is duidelijk waarom dit het geval is. Op papier lijken actieve ETFs immers een fantastische oplossing. Maar waarom hebben ze dan – tot nu toe – nog geen groter marktaandeel veroverd?
Wat in eerste instantie een simpel product lijkt, blijkt in de praktijk toch veel ingewikkelder te zijn. Er zijn verschillende aspecten die de ontwikkeling en distributie van een actieve ETF bijzonder lastig maken.
Om te beginnen moeten ETFs, omdat het beleggingsfondsen zijn die als gewone aandelen op de beurzen worden verhandeld, gewoonlijk voldoen aan de hoogste normen van transparantie wat betreft de posities. Dat is nodig om een realtime koersvorming mogelijk te maken (in sommige gevallen zelfs op meerdere beurzen). Bij veel actieve beheerders staat transparantie echter niet meteen hoog in het vaandel. Over het algemeen geven zij als reden voor de relatieve geheimzinnigheid rond hun beleggingsstrategie dat zij hierdoor een concurrentievoordeel opbouwen tegenover vergelijkbare fondsen.
Vanuit het oogpunt van een ETF-aanbieder heeft een actief beheerde strategie in de vorm van een ETF alleen zin als de aanbieder meent dat de persoon/onderneming die het fonds beheert, consistent alfa kan genereren. En zoals ETF-aanbieders regelmatig benadrukken, is die groep vrij klein.
Ondanks alle potentiële uitdagingen wekt het idee van actieve ETFs nog altijd veel belangstelling. Morningstar volgt de ontwikkelingen in dit segment, bijvoorbeeld bij de incidentele introductie van dit type beleggingsproducten of als er nieuws rond wet- of regelgevingsnieuws is. Actieve ETFs is een terrein dat belangrijke spelers in de ETF-wereld verder willen verkennen.