Ik ben blij dat ik vanavond even geen voetbal hoef te kijken.
Don’t get me wrong: ik geniet met volle teugen van al die wedstrijden. Maar fanatiek als ik ben, heb ik in het begin iets te veel gepoogd naast de avondwedstrijden ook de nachtwedstrijden te bekijken. Die laatste zijn gelukkig voorbij, maar twee wedstrijden synchroon volgen, met mijn laptop op schoot, de kranten ernaast en nog een stapel door te lezen beleggingsfondsrapporten vergen wel wat multitasking vaardigheden.
Zonder nu al te veel vooruit te willen lopen op de uiteindelijke winnaar (zoals ik al eerder voor De Telegraaf schreef ben ik mijn voorspellende gaven een beetje kwijtgeraakt in de afgelopen jaren, heb ik toch een aantal getalenteerde en kwalitatief goede teams zien afdruipen. Ik ga hier misschien een beetje kort door de bocht, maar wat bij een aantal van deze teams in mijn ogen miste, waren (naast een portie geluk) vooral het gebrek aan passie en een continue wil om te winnen.
Sommige fondsbeheerders lijken aan hetzelfde euvel te lijden. Ze nemen een afwachtende houding aan, verdedigen hun positie, spelen netjes de 90 minuten vol, geven incidenteel een fraaie pass (die zo mooi is, dat we vergeten dat de desbetreffende speler de rest van de wedstrijd eigenlijk maar marginaal presteerde) en strijken op die manier elke maand hun niet al te bescheiden salaris op met als toetje op de taart een riante bonus voor elke gewonnen wedstrijd. Echt middle of the road dus.
Gelukkig zijn er ook fondsbeheerders met passie. Die van elke trade een succes willen maken, die wakker liggen van een slecht aandeel in de portefeuille en daar ook van willen leren: introspectie met een mooi woord. Die weten waarvoor ze spelen, die net dat extra stapje zetten, om uiteindelijk de beleggers in hun fonds het beste te kunnen bieden.
Mag ik vragen welke fondsmanager u het liefst opstelt?