Waar 2013 zich tot een ware blockbuster voor Amerikaanse aandelen ontpopte, vertraagde de groei in het eerste kwartaal van 2014. De S&P 500 stond na de eerste drie maanden van het jaar op een rendement van minder dan 2 procent. De markt daalde in januari met meer dan 3 procent door de ongerustheid over economische groei en over de monetaire stabiliteit in opkomende markten. De meeste beleggers vonden het daarom al een prima zaak dat de S&P 500 het kwartaal überhaupt met positieve cijfers afsloot.
Terwijl agressieve maatregelen van centrale banken in de hele wereld hielpen om wegzakkende valutakoersen in te dammen, blijven veel van de onderliggende angsten die tot de sell-off op de aandelenmarkt hebben geleid onopgelost. Zo baart vooral de Chinese economische groei zorgen. Voeg daar de nog steeds glansloze economische resultaten in de Verenigde Staten aan toe, en het mag een wonder heten dat de markten vanaf het begin van het jaar zo goed stand hebben gehouden. Op de woningmarkt, in de industrie en op de arbeidsmarkt in de VS waren er tekenen dat het economisch herstel vertraagde, wat een domper zette op de hoop die eind vorig jaar was ontstaan dat de Amerikaanse economie echt op het punt stond de trage groeitrend te doorbreken.
Een deel van de verklaring voor de aanhoudende veerkracht van de aandelenmarkten, zelfs na een periode van vijf jaar waarin de waardering van de S&P 500 met meer dan 100 procent is gestegen, is dat de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) de markt altijd heeft gerustgesteld, dat er geen significante wijzigingen in het monetaire beleid zouden komen totdat de arbeidsmarkt zich weer op vaste grond bevindt. Wel blijft de Fed zijn maandelijkse aankoop van obligaties terugschroeven.
Een andere mogelijke reden voor de veerkracht is de hernieuwde belangstelling voor aandelen die we het afgelopen jaar hebben gezien. Zo hebben beleggers van eind maart 2013 tot aan het einde van het eerste kwartaal van 2014 USD 360 miljard in aandelenfondsen gestopt. Toegegeven, het grootste deel van het geld is naar passieve strategieën gestroomd - indexfondsen (USD 104 miljard), ETFs (USD 150 miljard) - en internationaal actieve aandelenfondsen (USD100 miljard). Maar aangezien de meeste actieve fondsbeheerders voor de afgelopen vijf jaar slechte prestatiecijfers voorleggen, denken we dat actief beheerde aandelenfondsen (en aandelen in het algemeen) het potentieel hebben om de belegger te blijven boeien, zeker nu de dreiging bestaat van een hogere rente.
Toen de Ultimate Stock-Pickers het eerste kwartaal van 2014 achter zich lieten, waren er gemengde gevoelens over waar de beurzen op de korte tot middellange termijn heen zouden gaan en wat dit zou betekenen voor de beleggers (zie onderaan dit artikel meer over wat het concept van de Ultimate Stock-Pickers inhoudt en wie deze ultieme aandelenbeleggers zijn). Ronald Canakaris van ASTON/Montag & Caldwell Growth blijft iets minder optimistisch over de markten, en merkt het volgende op in zijn driemaandelijkse brief aan de beleggers in zijn fonds:
We hebben lang volgehouden dat we op de markten waarschijnlijk de onbedoelde gevolgen zouden zien van het terugschroeven van de kwantitatieve versoepeling door de Federal Reserve. Een groot deel van de aanvankelijke opleving van de volatiliteit leek te zijn veroorzaakt door de onrust onder valuta's van de opkomende markten, wat misschien wel het eerste zichtbare gevolg van de tapering is. De volatiliteit werd verder aangewakkerd door een tegenvallende verkoop in de kerstperiode en de Russische annexatie van de Krim. Het kwartaal werd afgesloten met een aanzienlijke verkoop van prijsmomentum-aandelen, hoewel heel wat van die aandelen voor de volledige periode nog steeds bovengemiddeld presteerden. We denken dat de volatiliteit in zowel de opkomende markten als prijsmomentum-problemen een teken aan de wand kan zijn van een bredere marktvolatiliteit nu de Federal Reserve een einde maakt aan het opkopen van obligaties.
Voor de toekomst verwachten we dat een gematigd maar gelijklopend wereldwijd economisch herstel en soepel beleid van de centrale banken in de hele ontwikkelde wereld hogere aandelenkoersen zullen blijven ondersteunen. Zoals hierboven vermeld, is de marktvolatiliteit toegenomen, wat een gevolg is van de reële waarde en de maximale waarde, een grotendeels euforisch beleggerssentiment, en het ontbreken van een beduidende correctie sinds lange tijd. De toename van de volatiliteit zal waarschijnlijk aanhouden nu de Federal Reserve de derde ronde van de kwantitatieve versoepeling (QE3) terugschroeft. Wij denken namelijk dat de liquiditeit die aan de financiële markten is toegevoegd, heeft bijgedragen aan hogere aandelenkoersen en een verminderde risicogevoeligheid bij de belegger. Aangezien de beursnoteringen nu al te hoog staan, kan de beurs er nog volatieler op worden als het de marktwerking en niet langer de manipulatie door de Centrale Bank zal zijn die een grotere invloed zal hebben op de prijzen van activa.
Ondertussen waren Todd Ahlsten en Benjamin Allen bij Parnassus Core Equity Investor iets specifieker over hoe de marktstijging ervoor heeft gezorgd dat ze minder effecten hebben kunnen kopen en verkopen tijdens het eerste kwartaal van 2014:
Hoewel ons team talloze uren heeft gezocht naar de volgende grote winnaar voor het fonds, hebben we in het eerste kwartaal geen nieuw aandeel gekocht voor de portefeuille, voornamelijk omdat we ons zorgen maakten over de waarderingen. Na de ongelooflijke stijging van vorig jaar en de bescheiden winst in het eerste kwartaal, heeft de S&P 500 de voorbije vijf jaar een gemiddeld jaarlijks rendement van meer dan 21 procent laten optekenen. Hoewel dit geweldig nieuws is voor degenen onder ons die in deze periode belegd hebben in aandelen, betekent het dat de meeste aandelen in ons beleggingsuniversum op dit moment gewoonweg niet aantrekkelijk zijn.
We hebben geen nieuwe aandelen aan het fonds toegevoegd, maar we hebben tijdens het kwartaal ook geen posities verkocht. De reden hiervoor is dat geen van onze posities de door ons geschatte intrinsieke waarde bereikte. Dat is niet verwonderlijk gezien de relatief bescheiden winst die de meeste van onze aandelen in het eerste kwartaal hebben opgeleverd. Een portefeuilleverloop van nul over een kwartaal is voor ons heel ongebruikelijk, maar deze past wel binnen onze langetermijnfocus en onze gedisciplineerde aanpak.
Daarnaast heeft Clyde McGregor van Oakmark Equity & Income het volgende opgemerkt in zijn brief aan de aandeelhouders over verschuiving in de aandelenallocatie van het fonds tijdens de periode:
Na een groot deel van 2013 een aandelenweging te hebben gehad die tegen het prospectusmaximum van het fonds van 75 procent aanschurkte, hebben we de aandelenallocatie gereduceerd tot 65 procent. Na de sterke opwaartse beweging die de markt vorig jaar liet zien, zijn we van mening dat de waarderingen over het algemeen minder aantrekkelijk zijn op een voor risico gecorrigeerde basis. Daardoor merken we dat meer aandelen voldoen aan onze verkoopcriteria dan aan onze koopcriteria.
Deze verklaringen schetsen de achtergrond van de omgeving waarin de Ultimate Stock-Pickers opereerden toen ze hun portefeuilles beheerden, en het verklaart waarom deze topfondsbeheerders in het eerste kwartaal zowat de laagste koop- en verkoopactiviteit van de afgelopen vijf jaar hebben laten zien. Toch blijven de ultieme aandelenbeleggers hun geld aan het werk zetten - vooral in ondernemingen met een concurrentievoordeel - als ze hoogwaardige bedrijven vinden die een beursnotering hebben die lager ligt dan hun geschatte intrinsieke waarde. Helaas zijn het aantal en de overeenkomsten tussen aankopen en verkopen bij onze topbeheerders afgenomen naarmate de markt is gestegen.
Onderstaande tabel geeft de waardering of fair value van de aandelenmarkt op basis van Morningstar's fair value van pakweg 1.500 individuele aandelen. De aandelenmarkt is in de ogen van Morningstar mometneel overgewaardeerd.
Wanneer we kijken naar de aankopen van de Ultimate Stock-Pickers, hebben we de neiging om onze aandacht te richten op aankopen uit sterke overtuiging (high-conviction) en nieuwe aankopen (new money). Bij Morningstar omschrijven we aankopen uit sterke overtuiging (high-conviction) als gevallen waarin beheerders hun bestaande posities aanzienlijk hebben uitgebreid, of aanzienlijke nieuwe posities hebben aangekocht (new money), met bijzondere aandacht voor de impact van deze transacties op de totale portefeuille van hun beleggingsfonds.
Wanneer we kijken naar deze aankoopactiviteit, moet er echter op worden gewezen dat de beslissing om deze aandelen te kopen al vroeg in januari kan zijn genomen en dat de koers waartegen de topbeheerders hebben gekocht kan afwijken van de huidige koers. Beleggers moeten de aantrekkelijkheid van een aandeel dat hier wordt vermeld beoordelen door te kijken naar een aantal van de maatstaven die Morningstar’s aandelenanalisten in hun analyse en waardering gebruiken, zoals de Morningstar Rating voor aandelen en de verhouding koers/fair value. Dat is vooral van belang nu de S&P 500 een notering heeft die zich op recordhoogte bevindt en de markt als geheel enigszins overgewaardeerd lijkt en nu het aandelenuniversum van Morningstar een notering heeft die net boven de door onze analisten geschatte reële waarde ligt.
(Gegevens over aandelenkoers en Morningstar Rating per 15 mei 2014)
Lees ook de analistenrapporten over Unilever, Diageo en Procter & Gamble.
Een snelle blik op de lijst van top 10 van 'high conviction'-aankopen voor het eerste kwartaal van 2014 toont de zwakkere koopomgeving waar de topfondsbeheerders mee te maken hadden. Er werden namelijk maar zes namen met overtuiging gekocht door twee of meer van de Ultimate Stock-Pickers, en slechts één aandeel kon drie of meer beheerders overtuigen om erin te beleggen. We denken echter dat de resultaten veel slechter waren geweest als de bezorgdheid over de economische groei en de stabiliteit van de valuta in de opkomende markten geen koopkansen had gecreëerd in een aantal hoogwaardige defensieve consumentennamen zoals Unilever, Diageo en Procter & Gamble.
Unilever was niet alleen een 'high conviction' nieuwe aankoop voor de beheerders van BBH Core Select. Ook de beheerders van FMI Large Cap en Markel hebben hun posities aanzienlijk versterkt. Ook FPA Crescent, Oakmark en Oppenheimer Global hebben kleine bijkomende hoeveelheden aandelen gekocht. Wat betreft hun 'high conviction' nieuwe aankoop van Unilever hebben de beheerders van BBH Core Select het volgende opgemerkt in hun driemaandelijkse brief aan de beleggers:
Unilever is een van 's werelds grootste producenten van consumentenproducten die actief is op de markt voor voeding, huishoudproducten en persoonlijke verzorging. De producten spelen in op elementaire behoeften van de consument zoals voeding, gezondheid en hygiëne voor consumenten met lagere inkomens. Daarnaast worden ook producten uit een hoger segment en producten met toegevoegde waarde aangeboden die het gemak en de prestaties bieden waar consumenten met hogere inkomens naar zoeken. Aangezien ongeveer 57 procent van de omzet wordt gegenereerd in de opkomende markten, zijn wij van mening dat Unilever een bijzonder aantrekkelijke voetafdruk heeft onder mondiale bedrijven die consumptiegoederen aanbieden. Het bedrijf heeft een goed gevestigd distributienetwerk en een aanzienlijke naamsbekendheid in belangrijke markten zoals India, Brazilië, Zuid-Afrika en Indonesië.
Ondanks de huidige ongerustheid over het groeitempo in deze en andere opkomende markten, blijven de vooruitzichten op lange termijn volgens ons aantrekkelijk aangezien deze regio's 80 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen en daarnaast kunnen bogen op een sterk geboortecijfer, stijgende inkomens, een opkomende middenklasse en meer vrouwen die toetreden tot de arbeidsmarkt - allemaal factoren die de vraag naar Unilever-producten van de ondergrens tot de bovengrens zouden moeten stimuleren. Door gebruik te maken van organische en anorganische middelen heeft het bedrijf zijn activiteitenmix verschoven in de richting van de categorieën gezondheid en persoonlijke verzorging, waar de marges, kapitaalintensiteit, en de cashflowkenmerken over het algemeen aantrekkelijker zijn dan voor levensmiddelen. Het management van Unilever staat bij ons hoog aangeschreven, alsook de manier waarop het heeft gekozen voor een meer op de lange termijn gerichte aanpak die het midden houdt tussen omzetgroei, productiviteit, cashflow en gerichte herinvesteringen.
Dit strookt met de opvattingen van Morningstar-analist Erin Lash, die vindt dat Unilever momenteel correct gewaardeerd staat. Ze merkt op dat Unilevers concurrentievoordeel voortkomt uit het uitgebreide wereldwijde distributieplatform en de portefeuille met essentiële producten. Bovendien stelt ze dat de onderneming niet op haar lauweren rust en offensief blijft door te blijven investeren in productinnovatie, marketing en kostenbesparende initiatieven. Ze stelt dat deze uitgaven de drijfveer zijn achter een evenwichtige en winstgevende groei, in tegenstelling tot een aantal van de sectorgenoten van Unilever. De omzet van het bedrijf komt namelijk zowel van hogere prijzen als meer volume - een opmerkelijke prestatie in de huidige moeilijke omgeving. Het enige alarmerende punt is voor haar, dat het management zich steeds meer richt op overnames. Vooral in ontwikkelingslanden en opkomende markten waar de langere groei die er wordt waargenomen hogere prijzen en intense concurrentie in de hand zou kunnen werken. De waarde van deze merken zou hieronder kunnen lijden als ze eenmaal zijn verworven.
De beheerders van BBH Core Select zaten ook achter de 'high conviction' nieuwe aankoop van Zoetis, dat geneesmiddelen en vaccins voor vee en huisdieren ontwikkelt, produceert en levert. Tim Hartch en Mike Keller merkten het volgende op over hun aankoop in hun driemaandelijkse commentaar voor het fonds:
Zoetis, dat in zich in 2013 afsplitste van Pfizer, is een mondiale leider op het vlak van diergezondheid. Het bedrijf levert merkgeneesmiddelen, vaccins, diagnostica en aanverwante diensten aan een breed scala van klanten die dieren kweken en verzorgen. De producten van Zoetis worden zowel gebruikt op de markt van de productiedieren (ongeveer 64 procent van de omzet) als voor gezelschapsdieren (36 procent van de omzet). Volgens ons heeft het bedrijf een sterke en duurzame positie in de sector dankzij zijn 1) diverse basis van veilige en effectieve producten, 2) de geografische breedte, 3) team voor directe verkoop met marktspecifieke kennis, en 4) productieve interne R&D-organisatie.
Wij zijn van mening dat diergezondheid een aantrekkelijk segment is van de wereldwijde markt voor de gezondheidszorg die profiteert van gunstige seculaire groeitrends zoals hogere proteïneconsumptie per capita en het feit dat steeds meer mensen over huisdieren beschikken en hieraan medische verzorging laten verstrekken. Bovendien profiteert de markt van de diergeneesmiddelen van een relatief gunstig regelgevend kader, minimale invloed van de vergoedingen door de overheid, beperkte concurrentie van generische geneesmiddelen en een duurzaam prijsstellingsvermogen. Gezien zijn bekwame en ervaren managementteam zijn wij van mening dat Zoetis zijn omzetpotentieel in de toekomst kan behouden en zelfs uitbreiden.
Morningstar-analist David Krempa ziet Zoetis als de duidelijke leider in de wereldwijde diergezondheidssector aangezien het de hoogste inkomsten van de sector, een wereldwijde infrastructuur en een enorm kostenvoordeel ten opzichte van concurrenten heeft. Daardoor loopt Zoetis ver voor op de meeste andere spelers in de markt. Hij merkt verder op, dat de sector van de diergezondheid grotendeels is genegeerd omdat dit soort bedrijven vaak onderdeel is van grotere bedrijven in de sector van de menselijke gezondheidszorg. Maar de sector zelf heeft heel wat aantrekkelijke eigenschappen, zoals kopers die cash betalen, een gefragmenteerde klantenbasis, en minimale concurrentie van generische producten, wat producenten van diergeneesmiddelen heel wat macht biedt op het vlak van prijsstelling. Krempa zegt verder dat de sector dankzij een gunstige rugwind zou moeten groeien, zodat Zoetis de komende vijf jaar met sterke enkele cijfers zou moeten kunnen groeien. Ook zegt hij dat dit voor een groot deel al zijn weerslag heeft gehad op de beurskoers van het bedrijf: het aandeel staat momenteel op meer dan 125 procent van zijn geschatte reële waarde.
Terwijl de beheerders van BBH Select Core in de loop van de periode ook wat geld hebben belegd in Diageo was dat lang niet met dezelfde overtuiging zoals we zagen van zowel Oakmark als Oakmark Equity & Income gedurende het eerste kwartaal. Bill Nygren en Kevin Grant, de beheerders van het Oakmark-fonds, hebben in hun driemaandelijkse brief aan de aandeelhouders het volgende opgemerkt over hun 'high conviction' nieuwe aankoop:
Diageo is 's werelds grootste fabrikant van gedistilleerde dranken. Diageo heeft een portfolio van merken van sterke dranken dat tot de beste van de sector behoort, waaronder een toonaangevend scotch-merk dat bijna onmogelijk na te maken is. Deze sterke merken worden ondersteund door de wereldwijde schaal waarop het bedrijf actief is, en die zorgt voor aanzienlijke efficiëntie bij de productie, de distributie en de marketing. Gezien deze voordelen denken we dat Diageo zijn uitstekende concurrentiepositie zal blijven behouden. Tegelijkertijd hebben de inkomsten jarenlang een consistente groei laten zien als gevolg van een combinatie van prijsstellingsvermogen en blootstelling aan de opkomende markten, en deze groei zou in de nabije toekomst moeten aanhouden. Wij geloven dat dit goed bestuurde bedrijf met een grote korting op de intrinsieke waarde genoteerd staat. Verder is Diageo goed voor een dividendrendement van 2,5 procent.
Morningstar’s aandelenanalisten blijven vinden, dat Diageo een benijdenswaardig imperium heeft opgebouwd. Het zou voor een concurrent heel moeilijk en kostbaar zijn om de ongeëvenaarde portefeuille met gedistilleerde dranken in combinatie met het enorme distributienetwerk (waaronder duizenden toegewijde verkopers in de VS) te dupliceren. Er is dus sprake van een enorm economisch concurrentievoordeel. Verder merken ze op, dat het bedrijf investeert om zijn productportefeuille te laten groeien in opkomende markten zoals Afrika, India en China. De analisten verwachten, dat deze basis voor groei op de langere termijn ten goede komt aan de aandeelhouders van het bedrijf omdat Diageo zijn distributie in deze snel groeiende regio's uitbreidt, en er wereldwijd meer consumenten bijkomen in de segmenten van premiummerken (met hogere marges). Volgens hen rechtvaardigen deze concurrentievoordelen en groeivooruitzichten een winstwaardering voor Diageo die boven het marktgemiddelde ligt.
Oakmark heeft in de loop van de periode ook een 'high conviction' nieuwe aankoop gedaan van Citigroup, waarbij Bill Nygren en Kevin Grant het volgende opmerken over hun interesse in het aandeel:
Net als de andere banken in het universum denken we dat Citigroup gezien de genormaliseerde inkomstenstroom significant ondergewaardeerd is. In tegenstelling tot de andere banken heeft het echter twee verborgen bronnen van waarde. Geen van beide komt echter tot uiting in de GAAP-winst: een uitgestelde belastingvordering en een grotere basis van kapitaaloverschot dat in een snel tempo groeit. We hebben al lang bewondering voor de wereldwijde franchise van Citigroup en het groeipotentieel.
Een van de belangrijkste concurrentievoordelen van Citigroup is het ongeëvenaarde wereldwijde bereik. Citigroup heeft meer dan twee keer zo veel bankvergunningen voor landen en directe lokale verbindingen in zijn betalingsnetwerk als zijn grootste concurrent. Daardoor denken we dat Citigroup zich in een unieke positie bevindt om zakelijke klanten meer inzicht te bieden in hun blootstelling in termen van activa, passiva en valutarisico's, maar daarbij wel minder middelen nodig heeft om de relatie te beheren.
Het zou echter nalatig zijn van onze kant om niet de resultaten te vermelden die Citigroup heeft behaald tijdens de recente stresstest van de Fed. Hoewel de kwalitatieve resultaten teleurstellend waren, hebben de resultaten van de kwantitatieve stresstests bevestigd dat het bedrijf aanzienlijk meer kapitaaloverschot heeft dan zijn sectorgenoten. We verwachten dat dit kapitaal uiteindelijk in het voordeel zal zijn van de aandeelhouders, hetzij door het rendement op kapitaal of slimme balansgroei.
Morningstar-analist Jim Sinegal merkt op dat Citigroup zich met zijn wereldwijde aanwezigheid van bijna al zijn sectorgenoten onderscheidt. Aangezien een groot deel van de inkomsten afkomstig is uit Latijns-Amerika en Azië, denkt hij dat de bank goed gepositioneerd is om de komende tien jaar mee te liften op de groei van deze economieën, terwijl de concurrenten worstelen met de slappe vraag naar leningen in de VS en West-Europa. Sinegal merkt verder op dat Citigroup wordt geherkapitaliseerd en geheroriënteerd onder een nieuw management dat er niet op uit lijkt te zijn om tegen elke prijs groei te verwezenlijken. Bovendien denkt hij dat de krimpende balans van de bank, de dalende kosten en strengere regelgeving de komende vijf jaar de perfecte combinatie zullen vormen voor kapitaalrendement. Het probleem voor beleggers, zoals we hebben gezien bij andere namen op de lijst, is dat de aandelen in principe genoteerd staan tegen onze geschatte reële waarde, waardoor geduld moet worden geoefend voor zich een kans aandient die een veel bredere veiligheidsmarge voor 'new money'-aankopen biedt.
(Gegevens over aandelenkoers en Morningstar Rating per 15 mei 2014)
Lees ook het analistenrapport over Diageo.
Ronald Canakaris, de beheerder van ASTON/Montag & Caldwell Growth die verantwoordelijk was voor de 'new money'-aankoop van Walgreen (WAG) , heeft zich echter niet terughoudend opgesteld. Hij merkt het volgende op over verschillende transacties die hij in de loop van het eerste kwartaal heeft ingeleid:
We hebben gedurende het kwartaal drie nieuwe posities in de portefeuille opgenomen: Union Pacific, Yum Brands, en Walgreen. Wij denken dat de spoorwegexploitant Union Pacific zal profiteren van een herstel van de landbouwproductie en de grondstoffenvolumes. Blijvende discipline op het vlak van prijsstelling en productiviteitswinst zouden ook als drijfveer moeten dienen voor gezonde incrementele winstmarges.
Yum Brands exploiteert de fastfoodketens Kentucky Fried Chicken, Taco Bell en Pizza Hut. We denken dat het bedrijf in China een herstel zal doormaken na vorig jaar een omzetdaling te hebben gekend door de ongerustheid over de Chinese aanvoerketen voor kippenvlees. Bovendien zou het bedrijf zijn marges moeten zien uitbreiden aangezien in de meeste regio's een verschuiving plaatsvindt naar een franchisemodel.
Drogisterijketen Walgreen is de grootste in de VS en één waarvan we denken dat het zal profiteren van synergie uit een fusie met Alliance Boots in 2012. Alliance Boots profiteert op zijn beurt van een 10-jarige strategische distributieovereenkomst met AmerisourceBergen. De demografische cijfers zijn in het voordeel van kostenefficiënte farmaceutische behandelingen, terwijl het bedrijf kan profiteren van het verlopen van octrooien van merkproducten en een steeds talrijker verzekerde bevolking door de hervorming van de gezondheidszorg. We hebben de positie van het fonds in AmerisourceBergen teruggeschroefd om de Walgreen-positie te financieren, omdat we die laatste als een betere combinatie zien van waarderings- en winstgroei.
Hoewel de redenering niet zo uitvoerig uiteen was gezet als die van Canakaris, begrepen we wel de motivering achter de aankoop door Clyde McGregor van Wells Fargo (WFC) in zijn driemaandelijkse brief aan de aandeelhouders van het beleggingsfonds Oakmark Equity & Income:
We hebben twee nieuwe belangrijke aandelen aan de portefeuille toegevoegd. Knowles en Wells Fargo. Voor Knowles, een producent van akoestische oplossingen voor fabrikanten van mobiele telefoons en gehoorapparaten, hebben we de aandelen niet op de open markt gekocht, maar wel ontvangen via een belastingvrije spin-off van Dover Corporation, de holdingmaatschappij van Oakmark Equity and Income Fund.
Onze andere materiële toevoeging, Wells Fargo, is de op een na grootste depositobank in de Verenigde Staten, waar meer dan 10 procent van de deposito's van het land zijn ondergebracht. We denken dat Wells Fargo een van de beste franchises in retailbanking heeft die wordt gedreven door een hoog lokaal marktaandeel en een niet-aflatende focus op cross-selling van andere bankproducten zoals hypotheken en kredietkaarten, wat de klantretentie verhoogt.
Dankzij de lage kostenbasis voor deposito's en een sterk managementteam heeft Wells Fargo keer op keer hoge rendementen opgeleverd op aandelen, en door de overname van Wachovia (een geografisch complementaire bank) was het een van de weinige financiële ondernemingen die de financiële crisis hebben gebruikt als kans om de rentabiliteit per aandeel te laten groeien. Wij zijn van mening dat Wells Fargo met zijn omvangrijke kapitaalbasis en relatief eenvoudige bedrijfsmodel sterke resultaten moet kunnen leveren.
Meer over de Ultimate Stock-Pickers
Ultimate Stock-Pickers is een door Morningstar ontworpen concept met één eenvoudig doel: ons eigen onderzoek naar en waardering van aandelen vergelijken met de opinies van professionele vermogensbeheerders. Waar de aandelenanalisten bij Morningstar het grootste deel van hun tijd wijden aan de zoektocht naar kwaliteitsondernemingen tegen aantrekkelijke waarderingen, zou het van nonchalance getuigen als we niet onder ogen zouden zien dat een hele groep mensen buiten Morningstar druk bezig is met hetzelfde. Waarom zouden we dan niet profiteren van de vruchten van hun werk en, terwijl we daarmee bezig zijn, tal van juweeltjes ontdekken die van tijd tot tijd in ons eigen universum van 5-sterrenaandelen belanden?
Wat alle beheerders van aandelenfondsen vinden is voor ons echter minder interessant dan de mening van de beste en meest toonaangevende aandelenbeleggers. Zodoende houden wij een lijst aan van 26 fondsbeheerders die we de moeite waard vinden om te volgen (zie onderaan dit artikel het Investment Manager Roster wie we tot de Ultimate Stock-Pickers rekenen). Deze - Amerikaanse- fondsbeheers en beleggers hebben hun sporen verdiend en Morningstar bewondert hun visie en rendement. De bekendste onder hen is supperbelegger Warren Buffett.
Nu de meeste beheerders van institutionele beleggingsfondsen verplicht zijn om hun posities op kwartaalbasis te rapporteren aan de Securities and Exchange Commission (SEC), en Morningstar maandelijkse updates ontvangt van veel beheerders van particuliere eleggingsfondsen, kunnen wij een lijst samenstellen van participaties van de 26 topfondsmanagers en belangrijke veranderingen in hun aandelenposities volgen.
Zodra dat achter de rug is, beoordelen wij de relatieve aantrekkelijkheid van elk afzonderlijk aandeel op basis van het aantal fondsen dat het aandeel aanhoudt en kijken we of er al dan niet aan de positie werd toegevoegd. Ook bekijken we het percentage dat elk aandeel vertegenwoordigt in de portefeuilles van iedere beheerder in de lijst, om het overtuigingsniveau voor een bepaald aandeel te bepalen op basis van het bedrag dat ze eraan toegekend hebben.
Hierdoor kunnen wij een lijst van topaankopen en topverkopen samenstellen, die we vervolgens via een controleproef vergelijken met onze eigen aandelenwaarderingen. Zo bepalen we of een aandeel nog steeds verkocht wordt tegen een waardering die aantrekkelijk genoeg is om verder onderzoek te rechtvaardigen. Het doel is om aantrekkelijke beleggingsideeën op te doen. We willen een beeld krijgen van hoe de ultieme aandelenbeleggers hun geld aan het werk zetten om een goed rendement te genereren.