De forse instroom van beleggerskapitaal maakt het eerste kwartaal van het jaar tot een sterke periode voor beleggingsfondsen.
Aandelenfondsen in brede zin zagen de inflow in maart echter afnemen tot EUR 4,8 miljard waar dat in februari nog EUR 9,3 miljard was. Volatiliteit op de wereldwijde aandelenmarkten was hier debet aan. Obligatiefondsen noteerden daartentegen in maart netto EUR 17 miljard aan instroom, tegenover EUR 8,3 miljard in februari. In het eerste kwartaal bedroeg de totale instroom voor obligatiefondsen EUR 28,6 miljard. Dat is de helft van de instroom in dezelfde periode vorig jaar, toen fixed income een inflow van EUR 52 miljard kende. Een mogelijke rentestijging werpt hier duidelijk een schaduw over obligatiefondsen.
Onzekerheid onder beleggers over waarin te beleggen kwam ten gunste van allocatiefondsen, die van alle vermogenscategorieën in het eerste kwartaal met EUR 31 miljard de grootste instroom hadden. De wens voor een gegarandeerd rendement gaf alternatieve beleggingsfondsen de wind in de rug. Slappe grondstofprijzen zorgden in het maart en in het eerste kwartaal tot een netto-uitstroom bij grondstoffondsen.
In onderstaande tabel de in- en uitstroom in brede vermogenscategorieën in maart en in het eerste kwartaal (klik op tabel voor vergroting).
Indexfondsen (exclusief exchange-traded products of ETPs) haalden in het de eerste drie maanden van het jaar een noemenswaardige EUR 5,9 miljard aan beleggerskapitaal binnen. De beweging naar passieve beleggingsfondsen is in Europa niet zo duidelijk als in de Verenigde Staten, maar maart was wel de zevenentwintigste achtereenvolgende maand in Europa met een netto-instroom voor de index trackers onder de aandelenfondsen.
Tuk op Europa
Een gevarieerde set obligatiecategorieën genoten in het eerste kwartaal van een forse instroom, waaronder ‘USD bedrijfsobligaties’, ‘Obligaties overig’ - een verzameling obligatiefondsen die niet in de meer reguliere obligatiecategorieën passen - en ‘EUR staatsobligaties’. De verwachte rentestijging verklaart de huidige aantrekkingskracht van beleggingsfondsen in converteerbare obligaties, omdat die een meer aandelenachtig karakter hebben.
Beleggingsfondsen in de Morningstar-categorie ‘Aandelen Europa large-cap gemengd’ verlengde de periode met een positieve instroom naar negen maanden en noteerden in maart een inflow van EUR 1,1 miljard en van EUR 7,6 miljard voor het eerste kwartaal. Deze categorie werd in 2011, 2012 en 2013 voornamelijk gekenmerkt voor een uitstroom vanwege de crisis in de eurozone. De opleving illustreert het optimisme onder beleggers over de toekomst van deze regio.
In onderstaande tabel de top 10 Morningstar-categorieën met de grootste instroom in maart (klik op tabel voor vergroting).
Aan de andere kant van het spectrum was ‘Obligaties wereldwijd’ de minst populaire Morningstar-categorie in maart en tevens van het eerste kwartaal. Dat kwam vooral door outflows bij de fondsen Templeton Global Bond en Templeton Global Return. Lees voor de ontwikkeling bij deze obligatiefondsen From Ukraine with Love.
Daarbij leidde het negatieve sentiment onder beleggers over opkomende markten tot ouflows bij beleggingsfondsen in de categorie ‘Aandelen Azië-Pacific exclusief Japan’.
In onderstaande tabel de top 10 Morningstar-categorieën met de grootste uitstroom in maart (klik op tabel voor vergroting).