Zeer waarschijnlijk heeft u de afgelopen dagen gekeken naar hoe uw beleggingsportefeuille heeft gepresteerd in 2013. Hopelijk viel het rendement niet tegen. Het is logisch dat u de Balans opmaakt, er is immers weer een jaar voorbij en we gebruiken een jaar nu eenmaal als maatstaf om financiële prestaties te meten. Maar het is natuurlijk ook even gekunsteld als willekeuring om de beleggingsresultaten van 1 januari tot en met 31 december te bekijken.
Ontwikkelingen op de financiële markten trekken zich niets aan van ons kalenderjaar. Beoordeel uw aandelen en beleggingsfondsen dan ook nooit alleen op één kalenderjaar. Neem u voor om ze ook op drie- en vijfjaarsbasis te beschouwen.
En kijk behalve naar de absolute rendementen ook altijd naar de relatieve rendementen: hoe heeft uw aandeel, beleggingsfonds of ETF gepresteerd ten opzichte van soortgelijke aandelen, fondsen en ETFs en een relevante Index? Zet uw Nederlandse, Europese en Amerikaanse aandelen of fondsen in deze effecten af tegen respectievelijk de AEX Index, STOXX Europe 600 Index en S&P 500 Index. Hebben ze benchmark verslagen of niet?
Probeer bij zowel negatieve als positieve afwijkingen het verschil te begrijpen. Wat is de reden dat bijvoorbeeld een beleggingsfonds in uw portefeuille achterbleef? Rendeerden soortgelijke fondsen of aandelen ook minder of is uw fonds een negatieve uitzondering? In het geval van dat laatste: hoe komt dat? Is er een logische verklaring voor de prestaties? Nog een mooi voornemen: grondige analyse en begrip van uw winst en/of verlies.
Overdiversificatie
Met bovengenoemde voornemens kijkt u vooral terug, naar historisch rendement. Ze nopen wellicht wel tot aanpassingen in uw portefeuille. Probeert u echter ook een goede fundering voor toekomstig rendement te leggen. Zo is diversificatie noodzakelijk om het risico in uw portefeuille te verlagen. Maar er bestaat ook zoiets als ‘overdiversificatie’. Bij te veel spreiding bestaat het risico dat uw portefeuille te veel effecten bevat (pakweg meer dan 30). Als u veel effecten moet volgen, is het onwaarschijnlijk dat u ze allemaal grondig kent. Beleggen in iets dat u niet volledig begrijpt, kan zelfs gevaarlijker zijn dan een onvoldoende gediversifieerde portefeuille. Spreid uw beleggingen dus ook weer niet te veel.
Denk ook niet dat u beter bent dan de markt. Per definitie kunnen de meeste - particuliere - beleggers de markt niet verslaan. Denkt u ook niet, dat u een complexe beleggingsstrategie nodig hebt om de markt te overtreffen. Het is gebleken dat de eenvoudigste strategie van tegen een lage koers kopen en tegen een hogere koers verkopen betere resultaten oplevert dan elke andere strategie. Te complexe strategieën kunt u het best links laten liggen en aan beleggingsstrategieën en producten die u niet begrijpt begint u al helemaal niet.
U moet wel proberen om de markt te begrijpen. Dat helpt om bijvoorbeeld zeepbellen te vinden en door te prikken. Als een zeepbel plaatsvindt – vaak zonder dat het merendeel van de beleggersgemeenschap zich realiseert dat er teveel lucht in een activaklasse wordt gepompt - horen beleggers regelmatig dat het dit keer anders is. Dat fundamentele regels en principes van beleggen nu op de één of andere manier zijn veranderd of niet meer gelden. Dat klopt niet. Als beleggers niet hadden geluisterd naar de argumenten die de te hoge waarderingen moesten rechtvaardigen van bedrijven die tijdens de dotcom bubble nog nooit winst hadden gemaakt, hadden ze veel geld kunnen besparen.
Rendementsvrij risico
Een van die klassieke vuistregels is dat hogere rendementen per definitie hogere risico’s inhouden. Dat was altijd zo en zal voorlopig nog wel even zo blijven. Uw risico verlagen betekent de kans op een daling van een belegging beperken. Daarmee voorkomt u kapitaalverlies. Kapitaalverlies is wat portefeuillerendementen echt omlaag haalt. Waardebeleggers beperken hun risico's tot een minimum om hogere rendementen te realiseren.
Over risico’s gesproken: de afgelopen jaren is wel aangetoond dat obligaties geen risicovrij rendement bieden. In het verleden was dit misschien zo, maar aangezien het rendement dat u nu ontvangt onder de inflatie ligt, en u door de staatsschuldencrisis bovendien rekening moet houden met het risico van wanbetaling, is dit niet langer het geval. Superbelegger Warren Buffett verwoordde het treffend toen hij de Amerikaanse zakenbankier en filantroop Shelby Cullom Davis citeerde: “Obligaties die worden aangeprezen als instrumenten met risicovrije rendementen, hebben nu een prijs die een rendementsvrij risico biedt.”
Bij de huidige lage rentestanden moeten beleggers waakzaam zijn voor een stijging van de rente.
Kasstroom
En wat betreft aandelen: staar u bij ondernemingen niet blind op de winst en de omzet. Die worden wel altijd genoemd in de berichtgeving, maar het zijn eigenlijk weinigzeggende cijfers omdat ze gemakkelijk te beïnvloeden zijn. Focus op de kasstroom. Dat is de smeerolie van een onderneming. Daaruit komt de winst, worden schulden afgelost en wordt dividend betaald. Zonder een positieve kasstroom loopt een onderneming vast en uw belegging in deze onderneming ook.
Met bovenstaande goede voornemens en analyse van misvattingen kunt u de basis van uw beleggingsportefeuille verbeteren en voorkomt u dure vergissingen.
Deze column verscheen eerder op www.beursduivel.be.