Wat levert een combinatie van de Dow Jones Sustainability Index en de Morningstar Rating voor aandelen op aan beleggingsideeën? In onderstaande tabel staan de ‘industry group leaders 2013-2014’ uit de duurzaamheidsindex, ondernemingen die in hun sector het beste presteren op duurzaamheidscriteria, met de waardering van deze ondernemingen/aandelen door de analisten van Morningstar.
Het resultaat: vier ondernemingen die niet alleen goed scoren op duurzaamheid maar ook nog aantrekkelijk gewaardeerd zijn. Beleggers die willen investeren in ondernemingen die écht werk maken van duurzaamheid, die een stabiele voorsprong op concurrenten hebben en waarvan de aandelen momenteel ondergewaardeerd zijn moeten Nestlé, BG Group, ANZ Bank en Abbott Labs op hun radar hebben (klik op tabel voor vergroting).
Nestlé
In een intens competitieve omgeving met slappe consumentenbestedingen en aanhoudende kosteninflatie is Morningstar onder de indruk van Nestle ’s vermogen om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Gezien zijn uitgebreide wereldwijde distributieplatform, gevarieerde productportefeuille dat de hele supermarkt omspant en de hernieuwde nadruk kostenbesparingen verwachten we dat Nestlé solide kasstromen en rendementen voor zijn aandeelhouders zal blijven genereren op de langere termijn.
Als de grootste producent van verpakte levensmiddelen in de wereld (gemeten naar omzet) is Nestlé één van de toonaangevende spelers in verschillende categorieën, waaronder dranken, zuivelproducten, zoetwaren en huisdierverzorging.
De breedte van zijn productportfolio maakt Nestlé een kernleverancier van supermarkten over de hele wereld en zijn distributienetwerk is uitgebreid. Meer dan 20 merken van Nestlé genereren elk jaarlijks meer dan USD 1 miljard omzet. De onderneming is vooral dominant in de categorie gebotteld waterwaar het de concurrentie van drankenreuzen Coca - Cola en PepsiCo weet af te weren. Hierdoor is Nestlé in een relatief sterke positie om te onderhandelen met retailers voor over de beste schapruimte in hun winkels.
Nestlé neemt geen genoegen met een status quo situatie en blijft zoeken naar mogelijkheden om zijn concurrentiepositie te verbeteren. Zo kondigde de onderneming bijvoorbeeld vorig jaar aan om Pfizer’s babyvoedingsdivisie (dat 85 procent van zijn omzet uit sneller groeiende opkomende markten haalt en een solide winstgevendheid realiseert met EBITDA- marges in het midden van de 20) over te willen nemen voor 5 keer omzet van het fiscale jaar 2012 en bijna 20 keer de EBITDA (bedrijfsresultaat).
Ondanks dit hoge prijskaartje denkt Morningstar dat Nestlé zich al te bewust is van de aantrekkelijkheid van dit segment en ervoor wil zorgen dat de onderneming het niet aflegt tegen haar concurrenten (met name Danone en Mead Johnson). We verwachten dat Nestlé een consolidator in de wereldwijde sector consumentenproduct zal blijven, met name in het licht van haar zeer gezonde balans .
Echter, de concurrentiedruk van andere merkproducten en huismerken van supermarkten blijft hevig. In een omgeving van verhoogde werkloosheid in zowel Europa als de Verenigde Staten zijn consumenten bij het boodschappen doen nog steeds prijsgevoelig. De categorie diepvriesproducten in het bijzonder is een waar slagveld. De kwaliteit van de lager geprijsde producten is de afgelopen jaren verbeterd en dit kan de premie die consumenten bereid zijn om te betalen voor merkartikelen eroderen.
Nestle 's groei zou kunnen vertragen, omdat de consument na zijn overstap naar private-label producten tijdens de recessie niet terugkeert naar toonaangevende merken als de economie zich herstelt. Maar het is onwaarschijnlijk dat het potentiële verlies van marktaandeel na verloop van tijd een gat slaat in de sterke concurrentiepositie van Nestlé gezien de kracht van zijn merken en de diversiteit aan producten.
Net als bij andere fabrikanten van consumentenproducten verwacht Morningstar, dat de aanwezigheid van Nestlé op sneller groeiende opkomende markten (die momenteel ongeveer 45 procent van de geconsolideerde omzet voor hun rekening nemen) uiteindelijk de trage groei op ontwikkelde markten zal compenseren. In deze regio’s blijft de welvaart en koopkracht van consumenten toenemen, wat leidt tot een hogere consumptie per hoofd van enkele discretionaire producten van Nestlë, zoals zoetwaren. Hoewel enkele investeringen in de productie- en distributie-infrastructuur noodzakelijk zullen zijn, denken we dat Nestlé aanzienlijk schaalvoordeel kan bereiken door zijn volume op opkomende markten te vergroten.
Mogelijkheden voor extra groei en margeverbetering bestaan, maar Morningstar is ietwat sceptisch over doelstelling van het management van Nestlé van 5-6 procent interne jaarlijkse groei. We voorspellen op lange termijn een omzetgroei aan de lage kant van de doelstelling gezien de omvang van het bedrijf. Nestlé biedt beleggers een brede blootstelling aan de sector defensieve consumentengoederen en we raden het aandeel aan aan beleggers die hun portefeuille wat defensiever willen insteken met de huidige volatiliteit op de financiële markten.
Bekijk de duurzaamheidsscore van Nestlé >
BG Group
BG Group was al vroeg actief op het terrein van vloeibaar aardgas (liquefied natural gas of lng) en dat maakt het nu een toonaangevende wereldwijde speler in lng. De komende tien jaar breidt BG zijn lng-activiteiten uit door zijn extensieve gasbronnen in Australië en Tanzania te ontwikkelen en tegelijk goedkoop Noord-Amerikaans aardgas te exporteren. Ondertussen moet een vooraanstaande positie in de offshore olieproductie in Brazilië leiden tot een kwalitatief hoogwaardige groei van de olieproductie.
BG schat zijn vervangbare oliereserves op 6 miljard vaten olie-equivalent en dat is een stijging ten opzichte van de oorspronkelijke raming van 3 miljard vaten. Nog belangrijker: de olie- en gasproducent denkt dat het deze extra voorraden kan vervangen met weinig extra investeringen dankzij de kwaliteit van de bron. Dat verhoogt de waardering van de reserves enorm. De eerste informatie uit testen van de bron toont een uitstekend reservoir dat zich kenmerkt door een hoger dan verwacht herstelniveau. Hierdoor zijn minder bronnen nodig dan oorspronkelijk gepland.
Vanwege dit kleiner aantal bronnen en in het verlengde daarvan lagere kosten voor productie, transport en opslag heeft BG geen extra kapitaal nodig om zijn reserves aan te vullen. BG’s laatste planning gaat uit van een nettoproductie in Brazilië van 500 miljoen vaten olie-equivalent per dag in 2020. De onderneming verwacht break-even te draaien bij minder dan USD 40 per vat olie-equivalent.
Terwijl de productie in Brazilië op gang komt, moet BG groei zien te realiseren bij zijn lng-steenkoolgasproject in Australië. BG heeft haar kostenraming van dit project bijgesteld van USD 15,0 naar USD 20,4 miljard vanwege lokale druk op de kosten en de appreciatie van de Australische dollar. Moeilijkheden met het boren van de 2.000 bronnen om het project op te starten, waaronder kwesties met landeigenaren en ontwateren van de bron, hebben de kosten per bron laten toenemen.
Als gevolg hiervan verwacht Morningstar een aanzienlijk lager resultaat, hoewel nog steeds boven break-even niveau. Gemeten tegen de toename van het aantal ontdekte voorraden sinds de eerste kostenraming blijven upstream ontwikkelingskosten op een niveau dat het project rendabel blijft. Ze zijn slechts opgelopen van USD 8 naar USD 9 per vat olie-equivalent. BG verwacht dat het project vaten met hoge marges produceert en bijdraagt aan de operationele kasstroom van bijna USD 4 miljard jaar.
Bekijk de duurzaamheidsscore van BG Group >
ANZ Bank
De Australia and New Zealand Banking Group (ANZ Bank) is gemeten naar marktwaarde de derde grootste bank in Australië en de grootste bank in Nieuw-Zeeland en de Pacific-regio. Het biedt een volledig gamma aan bancaire en financiële diensten aan consumenten, kleine bedrijven en grote ondernemingen. Recent verwierf ANZ Bank belangen in banken en financiële instellingen in heel Azië. ANZ Bank is nu wereldwijd actief in 32 markten.
De Australische en Nieuw-Zeelandse thuismarkt wordt beschermd door hoge toegangsdrempels voor banken van buitenaf. Door dit gebrek aan concurrentie hebben de vier grootste banken van Australië (naast ANZ Bank , Commonwealth Bank, National Australia Bank en Westpac) uitgebreide pricing power, efficiënte schaalgrootte, lage kosten, vertrouwde merken en daardoor zeer winstgevende activiteiten.
ANZ Bank heeft een sterke binnenlandse positie en sommige beleggers overschatten de risico's daarvan. Residentieel vastgoed in Australië is duur en er is enige bezorgdheid over een mogelijke scherpe daling van de Australische woningmarkt. Maar Morningstar vindt deze risico's beheersbaar en er zijn mitigerende factoren. Onder meer strikte voorwaarden voor het aangaan van een hypotheek, hypotheekverzekering, een groot deel van de hypotheken met een variabele rente en ruimte voor renteverlagingen door de Australische centrale bank reduceren allemaal potentiële verliezen op hypothecaire leningen door ANZ bank. Beleggers die de woningmarkt in Australië gemakkelijk vergelijken met die in de Verenigde Staten missen dat het in feite fundamenteel andere residentiele vastgoedmarkten zijn.
De strategie van ANZ Bank streeft naar groei op lange termijn en superieure rendementen door middel van de financiering van handel en investeringen tussen landen in de regio Azië-Stille Oceaan, Australië en Nieuw-Zeeland. Ze richt zich daarbij voornamelijk op grondstoffen, agribusiness en infrastructuur. Deze strategie wordt "super-regionaal" genoemd en hiermee heeft ANZ Bank de meest gedefinieerde regionale doelstellingen van de vier grote banken. Het is een direct product van uitgebreide ervaring van CEO Mike Smith in het Aziatische bankwezen.
Er is een structurele verschuiving in de wereldeconomie gaande waarbij de economische groei zich verplaatst van het westen naar het oosten. En ANZ Bank is op het juiste moment sterk gepositioneerd in het juiste deel van de wereld met een geloofwaardige strategie. De snellere groei in opkomend en industrialiserend Azië was aantrekkelijk voor het bestuur van ANZ bank om op zoek te gaan naar een topman met de ervaring om hierop in te spelen.
Morningstar denk dat de super-regionale strategie kan slagen, hoewel rendementen op de lange termijn komen en aandeelhouders geduldig moeten zijn. Het is nog vroeg. De winst zal sterk stijgen als ANZ Bank haar strategie uitvoert, hoewel de opwaartse potentie met een hoger risico gepaard gaat. Eén van de risico’s is het experimentele karakter van het super-regionale concept. Het doel is dat de super-regionale strategie ertoe leidt dat de omzet in Azië-Pacific eind 2017 goed is voor 25 tot 30 procent van de totale winst van ANZ Banking Group.
Bekijk de duurzaamheidsscore van ANZ Bank >
Abbott Laboratories
Het nieuwe Abbott staat voor de uitdagende taak om een slappe onderneming weer in vorm te krijgen. Na de afsplitsing van zijn divisie farmaceutische producten met hoge marge in de onderneming AbbVie, hebben beleggers een duidelijker beeld van de winstgevend van Abbott’s resterende segmenten (voedingssupplementen, medische apparatuur en hulpmiddelen, diagnostiek en generieke merkmedicijnen). Het beeld is echter niet mooi. Ook al concurreert Abbott op activiteiten die worden gekenmerkt door aantrekkelijke marges, het blijft wat betreft winstgevendheid achter bij zijn belangrijkste rivalen.
De kostenstructuur van Abbott weerspiegelt een slechte combinatie van de afzonderlijke segmenten. Bijvoorbeeld Abbott’s geconsolideerde brutomarge van ongeveer 54 procent, die is vergelijkbaar met de brutomarge van Roche bij diagnostiek - een van de activiteiten met lagere marges in de portefeuille van Roche. Dit ondanks de aanzienlijke bijdragen van coronaire stents en pediatrische voedingssupplementen bij Abbott, waar de brutomarge van concurrenten 60-65 procent is.
Aan de andere kant: de geconsolideerde operationele kosten van het nieuwe Abbott staan op gelijke voet met die van medische hulpmiddelen en voedingssupplementen , die doorgaans meer besteden aan verkoop en marketing dan het diagnostische segment. Hoewel het Morningstar niet duidelijk is waarom deze segmenten bij Abbott zulke sombere marges genereren, bestaat het vermoeden dat het succes van het geneesmiddel Humira het slecht presteren van andere divisies heeft verbloemd.
Morningstar vindt het bemoedigend om te zien dat Abbott al een aantal maatregelen heeft getroffen om de efficiëntie te verbeteren, waaronder het stroomlijnen van de distributiekanalen en het opbouwen van productie in lagelonenlanden als China en India. Het management zet in op het verhogen van de marges bij voedingssupplementen met ten minste 500 basispunten tegen het einde van 2015. Morningstar denkt deze nadruk op margeverbetering zich in de komende vijf jaar moet uitbetalen.
Morningstar vindt het segment voedingssupplementen één van de divisies van het nieuwe Abbott met de sterkste concurrentiepositie. Abbott heeft een leidende positie in deze sterk geconsolideerde markt waarvan de wereldwijde omvang wordt geschat op USD 35 miljard. Afgezien van zijn sterkte op ontwikkelde markten, heeft Abbott helderde groeivooruitzichten op opkomende markten. Daar spoort de groei van gezinnen in de middenklasse de vraag naar voedingssupplementen voor kinderen en volwassenen aan.
Dankzij de sterke merken Similac en Ensure heeft Abbott het voordeel om verbeterde en nieuwe producten te introduceren en nieuwe markten te penetreren. Morningstar merkt ook op, dat Abbott al vroeg heeft geïnvesteerd om zijn infrastructuur in opkomende markten op te bouwen. De onderneming moet de vruchten van deze investering plukken als het zijn supplementenactiviteiten uitbreidt.
Deze bouwstenen en ervaring met voedingssupplementen komt ook goed van pas bij Abbott’s segment farmaceutisch producten, die vooral buiten de Verenigde Staten worden verkocht. Deze activiteit, vaak generieke merkmedicijnen genoemd, werkt meer als een consumentenbedrijf dan traditionele merkgeneesmiddelen. Zo zullen de generieke merkmedicijnen van Abbott voornamelijk verkocht worden op minder ontwikkelde markten die vaak niet over een goed ontwikkelde infrastructuur voor distributie beschikken. In plaats daarvan moet Abbott haar producten rechtstreeks verkopen aan apotheekketens en artsen. Als gevolg hiervan zijn naamsbekendheid en reputatie belangrijke factoren waarvan Abbott kan profiteren. Verkopen op een gefragmenteerde markt vertaalt zich ook in minder prijsdruk voor Abbott. Dit zou op de langere termijn kunnen veranderen als opkomende markten overgaan op een aanbestedingssysteem dat ontwikkelde landen kenmerkt. Echter, deze verandering is nog ver weg.
Morningstar denkt dat Abbott zijn hoofd boven water kan houden bij de divisie medische apparatuur en hulpmiddelen, maar we zijn er nog niet uit over zijn vermogen om te innoveren op dit gebied. Abbott heeft zijn competentie gedemonstreerd met de lancering van de volgende generatie van zijn producten die zijn de levensader van divisie medische hulpmiddelenzijn. Maar we zijn minder enthousiast over de pogingen om grotere innovatieve sprongen te maken.
Zo kreeg Abbott onlangs de goedkeuring van de Food and Drug Adminstration voor zijn Xience Xpedition stent. Een stent is een metalen of kunststof buisje dat bijvoorbeeld in een bloedvat van een patiënt wordt geplaatst met als het doel om dit kanaal open te houden. Gezien de snelle productcycli en relatief hoge uitwisselbaarheid van de diverse medicijnafgevende stents is het voor Abbott van cruciaal belang om op tijd een nieuwe generatie stents uit te rollen om prijsverlaging voor te zijn en zijn leidende positie in coronaire stents (voor de kransslagader) te verdedigen. Morningstar is ervan overtuigd dat Abbott de volgende generatie producten kan introduceren op het terrein van vasculair (bloedvaten) en diabetes (vooral glucosemeters en teststrips).
Aan de andere kant is Morningstar sceptisch over de ABSORB (een stent die door het lichaam wordt opgenomen) en de MitraClip (kunstmatige hartklep). Ofschoon het management van Abbott deze producten heeft aangeprezen als voorbeelden van de innovatiekracht van de onderneming, denken wij dat ze op middellange termijn een beperkt potentieel hebben.
Na zijn divisie diagnostiek in 2007 bijna te hebben verkocht aan General Electric, draaide Abbott zich om en besloot om opnieuw te investeren in dit bedrijfsonderdeel. Als gevolg daarvan is de onderneming in staat geweest om een substantiële aanwezigheid in het segment immuno-analyse te behouden. Het gaat hier om biochemische testen die de aanwezigheid van bijvoorbeeld een bepaald eiwit in bloed of urine meten door gebruik te maken van een antilichaam.
Maar Abbott moet nog aanzienlijke vooruitgang zien te maken in de groeiende markt voor moleculaire diagnostiek. Hoewel we ervan overtuigd zijn dat Abbott haar positie in de kerndiagnostiek kan verdedigen, denken we dat het wordt geconfronteerd met een zware concurrentiestrijd op het terrein van moleculaire diagnostiek.
Bekijk de duurzaamheidsscore van Abbott Labs >
Duurzame Nederlande ondernemingen
De Dow Jones Sustainability Index World wordt samengesteld door Dow Jones en RobecoSAM en bevat de duurzaamste 10 procent bedrijven uit een sector. De index bevat nu 333 ondernemingen en is in september herzien. Er zijn dit jaar 39 bedrijven toegevoegd en 47 bedrijven uit de index geschrapt. Nieuwkomers zijn onder andere Bank of America , UBS, UPS en ING Groep. Johnson & Johnson, SBC Holdings en Vodafone Group hebben hun plek verloren.
De volgende Nederlandse ondernemingen staan op de DJSI World: Aegon, Akzo Nobel, Corio, ING Groep, Ahold, DSM, KPN, Philips, PostNL, Reed Elsevier, SBM Offshore, TNT Express, Unilever en Wolters Kluwer.
Zoals bovenstaand overzicht laat zien zijn Akzo Nobel en Air France-KLM het meest duurzaam in hun sector, respectievelijk ‘materials’ en ‘transportation’. Eerder waren Philips en Unilever ‘industry leader’, maar zij zijn die titel kwijtgeraakt.