Het ene dividendfonds is het andere niet - portefeuilleconstructie

Vier actief beheerde dividendfondsen die de dividendstrategie op geheel eigen wijze uitvoeren. Dat resulteert in interessante verschillen in beleggingsopzet, portefeuille en prestatie. Deel 3: portefeuilleconstructie.

Jeffrey Schumacher, CFA 12 september, 2012 | 7:57
Facebook Twitter LinkedIn

De portefeuilleconstructie verschilt voor alle vier de fondsen. Deze verschillen leiden tot een diversiteit aan portefeuilles, wat nogmaals onderstreept dat het ene hoogdividendfonds het andere niet is.

Kempen hanteert een gelijkgewogen portefeuille, die ieder kwartaal geherbalanceerd wordt. Omdat het team ongeveer 100 aandelen selecteert, heeft ieder aandeel na rebalancing een weging van 1 procent in de portefeuille. De gelijke wegingen zorgen voor risicospreiding en vermijden het ontstaan van grote concentraties, maar ontnemen de beheerders ook de kans om een overtuiging extra aan te zetten. De driemaandelijkse herbalancering maakt het proces gedisciplineerd. Het zorgt ervoor dat het team duurdere aandelen verkoopt en goedkopere aandelen bijkoopt.

ING hanteert een vergelijkbare portefeuilleconstructiemethode als Kempen. De portefeuille is hier alleen niet gelijkgewogen, maar is gebaseerd op de overtuiging bij de beheerders. De driemaandelijkse herbalancering vindt plaats naar een niveau dat past bij de mate van overtuiging bij de beheerders. Dit niveau kan echter ook veranderen gedurende de verstreken tijd tussen de herbalanceringsdata. Dit geeft het team van ING meer vrijheid dan het team van Kempen.

De portefeuille van BNP kenmerkt zich door het grote aantal namen (200+) in de portefeuille. Dit wordt veroorzaakt door een grote waaier aan kleine posities in (opkomende) Aziatische markten. Om het risico te diversifiëren belegt Weijand in deze regio in clusters die het bedrijfsspecifieke risico moeten verminderen.

De portefeuille van DWS bevat ongeveer 80 namen en is daarmee de meest geconentreerde portefeuille. De portefeuille is gespreid over uiteenlopende sectoren, maar het fonds onderscheidt zich doordat het traditionele dividendsectoren negeert en een hogere blootstelling heeft aan sectoren die minder goed om hun dividend bekend staan. Dat maakt dit fonds een interessante optie voor dividendbeleggers.

Valutablootstelling
De hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen hanteren een verschillende aanpak met betrekking tot het valutarisico. Kempen laat net als ING IM het valutarisico ongemoeid. Met deze aanpak staat het lijnrecht tegenover de insteek die BNP IP hanteert. Om risico’s te beperken wordt het valutarisico structureel afgedekt naar euro. Hiermee is het fonds een uitzondering in het hoogdividendlandschap. Overigens heeft BNP IP sinds 2011 wel een variant gelanceerd waarbij het valutarisico niet wordt gehedged. De strategie van DWS zit tussen die van BNP IP en ING IM en Kempen in. DWS heeft namelijk de mogelijkheid om naar eigen inzicht het valutarisico af te dekken.

Portefeuilles
De verschillen in het beleggingsproces hebben ook duidelijke consequenties voor de positionering van de fondsen. De onderstaande tabel geeft de belangrijkste verschillen weer op sectorniveau per september 2012:

Opvallend hierbij is dat DWS weinig ziet in banken en verzekeraars, terwijl deze sector bij de andere fondsen nog steeds een belangrijke rol speelt. Hetzelfde geldt voor de sector Industrie. DWS kent daarentegen weer een grotere blootstelling aan de sectoren basismaterialen en defensieve consumentengoederen. Kempen ziet meer waarde in nutsbedrijven en heeft een relatief groot belang in vastgoedaandelen.

Aandelen uit de sector gezondheidszorg kunnen bij Kempen op minder belangstelling rekenen. Telecom is voor Kempen ook een duidelijke pilaar in de portefeuille. BNP IP kent niet veel uitschieters, maar heeft wel een duidelijke voorkeur voor banken en verzekeraars en industrie. Dezelfde sectoren zijn ook goed vertegenwoordigd bij ING IM.

Wanneer we naar de geografische allocatie kijken, dan zijn er per september 2012 ook verschillen in voorkeur te zien:

Wat de regio Europa betreft lopen de wegingen voor de vier fondsen niet veel uiteen. Wanneer we echter naar Azië en Amerika kijken, dan zijn er wel duidelijke accenten te zien. DWS kent de hoogste weging voor Amerikaanse aandelen, terwijl deze regio bij BNP IP en Kempen minder sterk vertegenwoordigd is. Zij zien meer kansen in Aziatische namen. ING IM kent op regioniveau geen echte uitschieters.

Conclusie
Uit de analyse van de beheerteams, het beleggingsproces en de portefeuilles van de hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen blijkt wel dat deze op veel punten verschillen, ondanks dat de basisgedachte bij alle vier hetzelfde is. Kortom, geen dividendfonds is hetzelfde. Voor u als belegger is het belangrijk om te weten hoe uw beleggingsfonds te werk gaat en wat de blootstellingen zijn van de portefeuille. Alleen zo kunt u uw totale portefeuille goed beheren en de risico’s overzien. Benieuwd wat Morningstar van deze fondsen vindt? Onderstaand treft u een link aan naar de opinie-pagina van de betreffende fondsrapporten:

BNP Paribas Global High Income Equity (Bronze) >

DWS Top Dividende (Silver) >

ING Hoog Dividend Aandelenfonds (Neutral) >

Kempen Global High Dividend Fund (Silver) >


Lees ook deel 1: Het ene dividendfonds is het andere niet - beheerteams
Lees ook deel 2: Het ene dividendfonds is het andere niet - beleggingsproces

Dit artikel is de laatste aflevering in een serie over dividendbeleggen. Eerder verscheen Traditionele dividendsectoren onder druk en Signalen voor een mogelijke dividendverlaging.

TAGS
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Jeffrey Schumacher, CFA  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten