Dat zijn vragen die beleggers, voornamelijk gepensioneerden en bijna-gepensioneerden, zich tegenwoordig stellen. Geheel terecht. Want iedereen is het er over eens als het om vermogensspreiding gaat, dat als mensen in de buurt van hun pensioen komen ze het beste een steeds groter deel van hun portefeuille in vastrentende effecten beleggen. Maar cijfermatig gezien vormen obligaties momenteel geen goede belegging. De lopende rente, historisch een goede barometer voor obligatierendementen, is extreem laag. En het gunstige klimaat waarvan vastrentende beleggers in het verleden profiteerden, namelijk twintig jaar van dalende rentevoeten die de obligatieprijzen omhoog dreven, smelt weg als sneeuw voor de zon. Als de rente stijgt, is het goed mogelijk dat beleggers in obligatiefondsen hun kapitaal niet meer zien toenemen, maar dat de hoofdsom van hun belegging zelfs daalt.
Voor vastrentende beleggers werd onlangs een tip van de sluier voor de mogelijke toekomst opgelicht: obligaties van alle soorten, maar vooral rentegevoelige langlopende schatkistobligaties, zakten de afgelopen anderhalve maand in elkaar. En hoewel beleggers op korte termijn maatregelen kunnen nemen om zich in te dekken tegen de dreiging van verdere renteverhogingen door pakweg al hun obligatieposities te vervangen door contanten, is er volgens mij een meer genuanceerde benadering vereist.
Hieronder vindt u enkele belangrijke tips om het hoofd boven water te houden in een woelige vastrentende omgeving.
1. Laat u leiden door uw horizon
Als het vooruitzicht van hogere rentevoeten u flink zenuwachtig maakt, dan wijst dat erop dat uw horizon voor uw vastrentende beleggingen korter is dan hij zou moeten zijn. Hoewel het klimaat van lage rente de afgelopen decennia veel beleggers ertoe heeft aangespoord om hun geld in obligaties te beleggen (in plaats van cash aan te houden), is het nu geen goed moment om extra renterisico te nemen. Gepensioneerden zouden minimaal twee jaar aan kapitaal in contanten moeten hebben. Echte contanten. Geld dat ze in de loop van de komende drie tot vijf jaar nodig zouden kunnen hebben, kan relatief veilig in kortlopende obligaties worden belegd.
Als uw beleggingshorizon vijf jaar of meer bedraagt, dan kunt u middellang lopende obligaties overwegen. Omdat u van plan bent uw belegging ten minste vijf jaar aan te houden, heeft u een goede kans om uw initiële belegging te recupereren, zelfs als de rentevoeten blijven stijgen. De rente op de obligaties in de portefeuille zou immers stijgen, en zo compensatie bieden voor eventuele hoofdsomverliezen uit de verkoop van obligaties waarvan de prijs is gedaald.
Als het niet duidelijk is of uw fonds in kort-, middellang- of langlopende obligaties belegt, dan is de duration van het fonds een goede indicator voor de geschikte beleggingsperiode. Als uw beleggingshorizon voor dat obligatiefonds veel lager ligt dan de gemiddelde duration van een portefeuille, dan is dat een teken dat u zich de verkeerde belegging hebt aangeschaft. Bovendien kunt u een stresstest uitvoeren voor de rentegevoeligheid van uw obligatiefondsen.
2. De toekomst is onzeker...
Dat obligaties in de toekomst moeilijke tijden te wachten staan, lijkt voor de hand te liggen. Maar in de beleggingswereld gebeurt het, dat ook die vanzelfsprekendheden anders uitpakken dan verwacht. Of dat de geschatte periode jaren en decennia beslaat in plaats van dagen en maanden. De eerste stap om u oordeelkundig in de huidige vastrentende omgeving te begeven, is te erkennen, dat u niet echt weet wat er met de rente, en dus ook met obligaties, zal gebeuren. De recente renteverhogingen zouden een voorbode kunnen zijn van meer slecht nieuws voor obligaties, en het is ook moeilijk te voorspellen of obligaties het komende decennium een even hoog rendement zullen behalen als de laatste tien jaar. Maar het is ook mogelijk dat de rente nog een jaar of langer ter plaatse blijft trappelen, een standpunt dat vele professionele fondsbeheerders is toegedaan. In een dergelijk scenario mist u kansen als u uw obligaties te vroeg inruilt voor contanten.
Ook moet worden gezegd dat de markt voor obligaties van hoge kwaliteit vrij efficiënt werkt. Als u er dus volop van overtuigd bent dat het vooruitzicht van hogere rentevoeten niet goed in de huidige obligatieprijzen wordt weerspiegeld, dan zegt u eigenlijk dat u het beter weet dan andere marktspelers, waaronder professionele vermogensbeheerders. Om al deze redenen is het zelden een goed idee om uw portefeuille zo te spreiden dat u slechts baat heeft van één scenario.
3. Vermijd de duidelijke valkuilen
Elke dalende obligatiemarkt is anders. Maar als stijgende rentevoeten de katalysator zijn voor een obligatie-uitverkoop, dan hebben langlopende obligaties (vooral langlopende overheidsfondsen) het doorgaans het zwaarst te verduren. Tijdens de recente massale verkoop op de obligatiemarkt waren langlopende overheidsfondsen bijvoorbeeld de slechtst presterende categorie. Langlopende obligatiefondsen bieden dan wel de hoogste rendementen op lange termijn, maar omdat ze gevoeliger zijn voor de rente zijn ze ook dubbel zo volatiel als middellang lopende obligatiefondsen. Als u zich zorgen maakt over stijgende rentevoeten, dan zijn langlopende obligaties een duidelijk te vermijden categorie. (Als u belegt in een actief beheerd fonds, dan heeft uw beheerder zijn posities in deze categorie mogelijk al voor u verlaagd.)
4. Spreid uw beleggingen
In een omgeving van stijgende rentevoeten houden obligaties die niet zijn uitgegeven door overheden doorgaans beter stand dan staatsobligaties. De reden daarvoor is eenvoudig: staatsobligaties genieten de hoogst mogelijke kredietkwaliteit, en dus kan de overheid het zich veroorloven om beleggers relatief krappe rendementen te bieden, omdat het risico van wanbetaling zo gering is. Beleggers beschikken zo over een lagere rendementsmarge om hoofdsomverliezen te compenseren wanneer de rente stijgt. Emittenten met een lagere kredietkwaliteit, zoals bedrijven, moeten beleggers daarentegen extra in de watten leggen door een hogere rente te bieden, die op zijn beurt een betere buffer vormt als de rente stijgt. (Zelfs als de obligatiekoersen dalen, helpen de hogere rendementen de daling te compenseren.)
Dat pleit voor een goed gediversifieerde obligatieportefeuille, met een deel in bankleningen, bedrijfsobligaties en zelfs hoogrentende bedrijfsobligaties, die allemaal doorgaans beter beschermen tegen rentegerelateerde verliezen dan staatsobligaties. Omdat dergelijke beleggingen gevoelig zijn voor de richting waarin de economie evolueert, en de rente vaak stijgt wanneer de economie in goede gezondheid verkeert, kan eveneens worden gesteld dat ze het goed zouden doen in een periode van stijgende rentevoeten. Onthoud evenwel dat tijdens een echte 'vlucht naar kwaliteit', zoals tijdens de paniek op de markt in 2008, staatsobligaties over het algemeen beter presteren dan alle andere soorten kredieten.
5. Diversifieer uw instappunt
Terwijl u bezig bent met diversificatie, is het ook een goed idee om te denken over diversificatie in de tijd en geplande aankopen van obligaties in de toekomst te spreiden. Als u de samenstelling van uw portefeuille bijvoorbeeld herziet, of als u uw optimale activaspreiding hebt berekend en gebleken is dat uw huidige participatie in obligaties te klein is, kunt u uw geld over een periode van maanden beleggen in plaats van alles in één keer. Door uw aankopen te spreiden vermijdt u, dat u een hoop geld op de vastrentende markt belegt nét voordat de activaklasse in elkaar zakt. Ook zult u zo kunnen profiteren van de periodieke volatiliteit op de obligatiemarkt om tegen meer voordelige prijzen in te kopen.
6. Overweeg aandelen die dividenden uitkeren, maar overdrijf niet
Talrijke gebruikers van morningstar.nl zijn enthousiast over dividenduitkerende aandelen als alternatief voor obligaties. Niet alleen zijn de opbrengsten op bepaalde dividenduitkerende aandelen vergelijkbaar met of zelfs hoger dan wat u krijgt met obligaties van een onderneming, maar aandelen beschikken daarnaast over een potentieel van waardestijging dat obligaties gewoon niet hebben.
Dividenduitkerende aandelen moeten een vastrentende participatie echter niet volledig vervangen. Het volatiliteitsprofiel van om het even welk aandeel, zelfs van blue-chipondernemingen met een uitstekende reputatie, is immers veel hoger dan dat van een doorsnee obligatie. Als u belegt in obligaties omdat u de stabiliteit van de hoofdsom nodig hebt om in de komende jaren bepaalde doelstellingen te financieren, dan vertonen dividenduitkerende aandelen mogelijk hogere schommelingen dan u aanvankelijk had verwacht. Ook is het beeld dat dividenduitkerende aandelen immuun zouden zijn voor renteschommelingen onjuist. Als de rente stijgt, dalen obligaties immers omdat er andere alternatieven met hogere opbrengsten op de markt beschikbaar zijn, en er is geen reden om aan te nemen dat dividenduitkerende aandelen niet gevoelig zouden zijn voor datzelfde fenomeen. Toen de rente in 1994 bijvoorbeeld fors steeg, belandden de zogenaamde aandelenuitkeringsfondsen voor het jaar in negatief terrein, terwijl de S&P 500 net winst boekte.
7. Delegeer
Als u zich zorgen maakt over uw vastrentende beleggingen en u wilt voorzorgen nemen, dan kan het een goed idee zijn om een deel van uw vastrentende portefeuille over te dragen aan een professionele fondsbeheerder. Dergelijke professionals beschikken doorgaans over een volledige waaier van tools om valkuilen te vermijden en kansen op zowel korte als lange termijn optimaal te benutten. Hoewel sommige beleggers juist prat gaan op de controle die geassocieerd wordt met het bezit van beleggingen gericht op zeer specifieke niches van de obligatiemarkt, is een echt actieve beheerder op dit moment misschien wel de beste vriend van een belegger.
Zoek en selecteer obligatiefondsen met de Fonds Screener.